Home BoekvandeWeek 1232 pagina’s ademloos gelezen…

1232 pagina’s ademloos gelezen…

0

Het nieuwe boek van Johan Harstad telt 1232 pagina’s, dat zijn er een heleboel. Toch heb ik ze vrijwel ademloos gelezen – het spreekwoordelijke ademloos, u hoeft geen dokter te bellen.

Nu is Johan Harstad mijn favoriete auteur en wil ik elke letter die hij schrijft lezen. En toen ik begon te lezen was het boek nog niet af – ik kreeg dus steeds plukjes via de uitgeverij en had daardoor niet echt weet van de werkelijke omvang. Dat zijn grote voordelen, u als argeloze voorbijganger ziet misschien alleen maar een intimiderende kolos van een onbekende auteur.

En dan maakt Harstad het de lezer ook nog eens niet echt gemakkelijk. Het boek opent met hoofdpersoon Max, vijfendertig inmiddels, theaterregisseur, die door de VS toert met wat wel eens zijn laatste voorstelling kon zijn, en in zijn auto slaapt omdat hij het niet meer uithoudt in hotelkamers. Hij vertelt vrijwel meteen dat Mischa terug is naar Canada en dat Owen dood is. En voor je je kunt afvragen wie die mensen zijn, start hij een verhandeling over zijn toneelstuk over het kapitalisme waarbij elke avond wel mensen uit de zaal lopen (de hoofdrolspeelster hoopt op de keer dat de héle zaal voortijdig opstaat en wegloopt).

Harstad lapt de uitgeefregel ‘de eerste vijftig pagina’s zijn de schoenlepel van het boek’ heel erg aan zijn laars. Er is geen redacteur geweest die hem heeft kunnen overtuigen iets liever te zijn voor zijn lezers. ‘De mensen moeten maar een beetje moeite doen,’ was zijn antwoord toen ik hem ernaar vroeg (hij was gewoon bij ons in de winkel!).

Als je die moeite wilt doen, zul je rijkelijk worden beloond. Al snel vertelt Max over zijn jeugd in Stavanger, zijn verhuizing op zijn twaalfde naar Long Island, de moeite die het hem kostte zich aan te passen, het sluiten van vriendschap met Mordecai, de eerste ontmoeting met Mischa.

Er is niet echt een plot, geen moord, geen mysterie, het boek laat zich niet makkelijk samenvatten of navertellen. Het omspant vier mensenlevens (dat van regisseur Max, zijn beste vriend Mordecai (acteur), zijn vriendin Mischa (kunstenares) dus en zijn oom Owen (jazzpianist)) en dat is ook precies wat Max probeert te doen: hun levens omspannen, vasthouden, ze bij zich houden, tegen de vergetelheid in.

Geheel in overeenstemming met de omvang is het een boek waar ik uren over kan praten, pagina’s over vol kan typen. Het is een rijk boek, vol, overvol, zeker, ik zie ook de zwaktes, maar als ik straf zou krijgen en geen nieuwe boeken meer zou mogen lezen, dan zou ik dit boek lezen en herlezen en tevreden zijn.

Ik weet het, ik loop hopeloos vast, dit is een bespreking van niks, u weet nu nog steeds niet waar het boek nou over gaat. Ik kan nu zeggen dat het over alles gaat: kunst, muziek, theater, verliefdheid, scheiding, dood, orkanen, Vietnam, leven in New York na 9/11, het eten van kreeft, het breien van truien, het kijken naar de regen. Het gaat over het leven.

Ik heb het boek gelezen en herlezen en kan het nu op een willekeurige pagina openslaan (het valt echt heerlijk open) en dat geluksgevoel weer oproepen. Dat gevoel dat je alleen bent, maar niet eenzaam, dat je alleen bent, en gelukkig.

P.S. Tijdens het schrijven zat Harstad meermaals hopeloos vast. Uiteindelijk besloot hij de kunstwerken van Mischa (waar hij heel uitgebreid over schrijft) ook echt te gaan maken (‘het is namelijk makkelijker om te schrijven over schilderijen die wél bestaan dan over schilderijen die niet bestaan’), en passant maakte hij affiches voor de exposities van haar werk, posters voor de films van Mordecai en programmaboekjes voor de theatervoorstellingen van Max. Een aantal van die beelden zijn nog even te zien in onze winkel. Kom maar snel langs en neem een karretje mee.

_____

Max, Mischa & het Tet-offensief 
is geschreven door Johan Harstad
vertaald door Edith Koenders en Paula Stevens
uitgegeven door Uitgeverij Podium, €29,99
Edith Vroon is boekverkoper bij Linnaeus Boekhandel, Middenweg 29