Home BoekvandeWeek Met ‘Wees onzichtbaar’ wordt Murat Isik zichtbaan

Met ‘Wees onzichtbaar’ wordt Murat Isik zichtbaan

0

22 Zaterdag 7 mei 2017 pleitte Hassan Bahara in zijn column in de Volkskrant voor een Nederlandse Teju Cole, Junot Díaz of Zadie Smith; voor schrijvers die kunnen bijdragen aan het ‘debat dat in essentie draait om de vraag wat we elkaar verschuldigd zijn om dit rommelig en soms giftig samenleven in Nederland in goede banen te leiden.’ Ondersteuning van (fictie)schrijvers is hierbij onontbeerlijk, want wie moeten ons anders laten kennismaken met werelden en denkbeelden die we niet kennen, via het perspectief van mensen die we niet kennen. Wáárom dit van belang is kan worden bedacht door mensen die in kleine kamertjes omfloerste woorden en theorieën enten zodat de rest – residerend in de kille werkelijkheid ­- langzaam in gaat zien dat er iets helemaal niet klopt. Om vervolgens de wereld te veranderen met behulp van verhalen waarin die theorieën en ideeën ontdaan van hun abstractie zijn aangekleed als mensen en werelden.

Volgens mij komt Murat Isik met zijn nieuwe boek tegemoet aan deze wens. ‘Wees onzichtbaar’ is een epische familieroman vanuit het perspectief van Metin, zoon van geëmigreerde Turkse ouders, opgroeiend in de jaren tachtig en negentig in de Amsterdamse Bijlmer. ‘Wees onzichtbaar’ is een boek vol, om Bahara weer te citeren, ‘krachtige woorden en ideeën vanuit een minderhedenperspectief’. Dit is bedoeld als compliment, maar desondanks voelt het onprettig Isik zomaar in een hokje te plaatsen, met nauwelijks meer informatie dan dat hij zichzelf omschrijft als ‘een Nederlander met een Turkse achtergrond’. Net zomin als ik Isik tot die informatie wil en kan reduceren, wil of kan ik ‘Wees onzichtbaar’ reduceren tot een boek met enkel het hoofdonderwerp ‘minderheden’. Allereerst is het een róman, fictie dus, niet de biografie van Murat Isik. Daarnaast is er enerzijds veel aandacht voor en invloed van de Turkse achtergrond van Metin. Anderzijds is er een uitgesproken rol voor de Bijlmer en zit het vol o zo herkenbare worstelingen met bijvoorbeeld de Cito-toets, eerste liefdes en bijbaantjes. Ik denk dat juist het schuren dat ik ervoer bij deze combinatie aantoont waarom de wens van Bahara en boeken als ‘Wees onzichtbaar’ zo belangrijk zijn. Want de combinatie van het Turkse en Nederlandse valt mij op. Dat ik niet tot een raciale minderheid behoor (mocht u een betere/correctere term weten: laat het aub weten, want deze bevalt me maar matig) en gebrekkige kennis en ervaring daarover en daarmee heb, maken dat ik de overeenkomsten tussen deze twee kanten van het boek opvallend vind. Terwijl mijn ideologische (en feitelijke) overtuiging is dat we als mensen meer delen dan dat ons scheidt!

Goed, een belangrijk boek dus, maar waar gaat het over? Metin Mutlu komt als vierjarige met zijn moeder en zus Nevra vanuit Duitsland naar Nederland. Na hun vertrek uit Turkije heeft het gezin twee jaar in Duitsland van logeerplek naar logeerplek geleefd, totdat alle vrienden, familie en kennissen op waren. De woning die vader Harun in Nederland heeft gevonden komt precies op tijd en de Bijlmer aan het begin van de jaren tachtig lijkt een prima woonplek. Goed geregeld van die vader denk u nu misschien, echt een fijne man. Maar door de proloog weten we al dat dat wat tegenvalt. Vader Harun is een werkloze communist die een uitkering heeft geregeld en van dat geld vooral naar ‘de vereniging’ gaat om midden in de nacht stomdronken thuis te komen. Overdag hangt hij rond en leest Marx en aanverwanten. Metins moeder moet voortdurend strijden voor voldoende geld voor de nodige boodschappen. Dit gaat gepaard met de nodige ruzies – waarbij Harun niet te beroerd is om zijn vrouw Asena keer op keer uit te maken voor ‘vogelbrein’ – en soms ook met fysiek geweld. ‘Misschien had mijn vader gelijk en kon ik me inderdaad geen beter voorbeeld wensen, een beter voorbeeld van hoe ik later absoluut niet wilde worden.’ De onvoorspelbare Harun zorgt voor een voortdurend gevoel van dreiging waar niemand echt tegen in opstand komt. Tegen zijn onredelijke en verongelijkte tirannie valt niet op te boksen. Maar de gezinsleden ontwikkelen hun eigen manieren om aan hem te ontkomen. Metins moeder wordt steeds zelfstandiger, ze krijgt een baan, werkt zich op en kruipt wat uit haar schulp. Hoewel hier maar een paar alinea’s aan gewijd worden, weinig ruimte dus in dit boek van bijna zeshonderd pagina’s, vond ik dit erg mooie en treffende delen. Ze tonen de trots die een mens kan halen uit gegrepen kansen, uit zelfstandigheid, maar vooral uit gezien worden als volledig mens in plaats van als ‘moeder van’, ‘vogelbrein’, ‘buitenlander’, ‘huisvrouw’ et cetera.

Metin ontwikkelt zich ook. Waar hij op de basisschool een van de betere leerlingen is en als enige vanuit de steeds verder verloederende Bijlmer naar een middelbare school gaat in een andere, ‘betere’ wijk , valt hij daar buiten de groep en wordt gepest. Isik beschrijft dit op pijnlijk laconieke en daardoor rake manier.’Dat ze me voor “schoonmaker” hadden uitgemaakt, kon ik op de een of andere manier nog verdragen. Maar nu hadden ze iets van me afgepakt. Ze hadden me monddood gemaakt. Ik kon niet eens meer bij de fijne herinneringen, (…). Ze waren plotseling bedekt met een massieve laag puin, doordrenkt van twijfel en angst.’ De pesterijen van zijn klasgenoten gaan verder en maken Metins leven ongelukkiger en ongelukkiger. In de bovenbouw krijgt hij eindelijk een vriend – Kaya, ook een Turkse jongen – maar komen de strubbelingen met zijn klas ook tot een uitbarsting.

Ondertussen wordt de Bijlmer een steeds minder gezellige plek. Junkies, vuiligheid, leegstand en vage mensen nemen de wijk over. Isik weet knap beschrijvingen en gebeurtenissen die deze achteruitgang illustreren in zijn verhaal te verweven. In zijn eerste boek ‘Verloren grond’ is een belangrijke rol weggelegd voor een verhalenverteller, een rol die Isik zelf zo op zich kan nemen. Want Metin komt telkens in kleine en grote, vertelde of werkelijke, verhalen terecht. Hoewel ik niet zo houd van het soms ietwat clichématige taalgebruik of de weinig verrassende beelden, zorgen deze wel voor de juiste (oraal aandoende) verteltoon en een evenwicht met de verder subtiele vertelstructuur. De roman leest hierdoor heerlijk vloeiend. De Bijlmer rijst eruit op en brokkelt naarmate de jaren vorderen af. Erg slim is het personage van meneer Rolf hierin, de behulpzame en activistische buurman. Meneer Rolf is een van de eerste bewoners van de Bijlmer, toentertijd aangetrokken door het ideaal dat de wijk vertegenwoordigde en later de last man standing bij het verdedigen van dat ideaal.

Eigenlijk is het verbazingwekkend dat ‘Wees onzichtbaar’ zo dik is, want de verhaallijn is vrij dun – ondanks de ruim twintig jaar aan mensenleven, twee (met Duitsland: drie) landen en behoorlijk wat overwonnen angsten. Maar er gebéúrt niet zoveel. Sterker nog: waar Isik een gebeurtenis introduceert om verhaaltechnische redenen dacht ik meestal: mwah, laat maar, laat het maar gewoon verder gaan. Want dat is wat hij geweldig doet in ‘Wees onzichtbaar’: het tekenen van een familieleven onder bepaalde omstandigheden. Doordat hij Metins handelingen en gevoelens treffend en overtuigend neerzet, werd ik tijdens het lezen deel van dit gezin, met als kernkenmerken de Bijlmer, een tirannieke vader en Turkse wortels. Kenmerken die ook hadden kunnen bestaan uit een overbezorgde moeder, een verhuizing van het platteland naar de grote stad en een neefjes- en nichtjesstamboom die enkel in het Zeeuws wenst te converseren. Wat ik wil zeggen is: Isik maakt goed invoelbaar hoe déze kernkenmerken Metin vormen.

‘Wees onzichtbaar’ is voor een deel het verhaal van de Bijlmer, van een buurt kapotgemaakt door geld en het gebrek daaraan. Maar vooral is het het verhaal van mensen die in de wereld wonen waarin van bovenaf met poppetjes wordt geschoven en hoe die poppetjes leren met zichzelf te schuiven. En daarmee keren we terug naar het begin van deze recensie. Want iedereen moet leren met zichzelf te schuiven, de omstandigheden waarbinnen dat proces plaatsvindt verschillen alleen vaak nogal. Bahara refereert in zijn column aan James Baldwins terechtwijzing dat we állemaal in bloed met elkaar verbonden zijn; dat er geen wezenlijk onderscheid is tussen zwart, wit, bruin, geel, et cetera. Isik maakt dit in ‘Wees onzichtbaar’ voor mij heel erg duidelijk door gewoon het verhaal van Metin te vertellen en daarmee mijn blik over wat Nederland allemaal kenmerkt te vergroten. Isik is niet Teju Cole of Zadie Smith; zijn manier van vertellen is verhalender, wat minder filosofisch, en daardoor misschien wat platter in verhaal en taal, maar hij voert de lezer ook zeshonderd bladzijden lang zonder haperingen mee. En maakt die directe vertelwijze hem niet júíst de Nederlandse equivalent van die grote anderstalige stemmen van minderheden; staan wij immers niet bekend om onze nuchterheid?

Wees onzichtbaar geschreven door Murat Isik,
uitgegeven door Anbo | Anthos
Marieke de Groot is boekverkoper bij Pantheon Boekhandel, Sint Antoniesbreestraat 132