Ik kom zelden in Amsterdam Noord. Ik pak soms de pont naar het Eye en ga na de film meteen terug. Kort geleden was er aanleiding om iets verder te kijken in Noord.
Tekst en foto’s Hella de Groot
Onlangs vond in Noord de ‘manifestatie 24H’ plaats waarbij je aan de hand van overwegend gratis activiteiten Noord beter kon leren kennen. Een rondleiding in de Vogelbuurt, een massage bij De Ceuvel (Korte Papaverweg), lokale producten kopen op de markt op het Zonneplein, gedichtenvoordracht op het pontje naar het Buikslotermeerplein. Ik koos voor ‘ontbijt met een bite en verhalen’ bij Nancy Wiltink op de Buikslotermeerweg. Haar heerlijke woning heet Tuin aan Zee. In de tuin scharrelen een paar kipjes rond.
Lemon Curd
Nancy Wiltink is de initiator van verhalencafé Gember en Citroenen; één keer per maand vertelt ze met anderen waargebeurde en fictieve verhalen in café De Ruimte aan de Distelweg. Op deze zaterdag ontvangt ze ons echter in haar gezellige huiskamer. Haar liefde voor citroenen komt tot uiting in de lemon curd die ze ons voorzet. Ik dip er mijn croissant in, en dat is nógal heerlijk. Nancy vertelde hoe ze de lemon curd maakt (‘heel makkelijk’), ik vergeet het onmiddellijk. Het genieten van de curd neemt me zo in beslag dat ik geen receptoren meer over had voor andere informatie. Ook het sprookje dat ze ons vertelt komt nauwelijks mijn bovenkamer binnen.
Nancy toonde een aantal broden van bakkers uit de buurt op tafel, we mochten er gerust van eten. Zelf heeft ze een grote voorkeur voor duivekater, een feestbrood dat in Amsterdam Noord bekend en geliefd is, maar over het IJ (centrum etc.) nauwelijks. Ze vertelde dat ze niet speciaal voor het brood naar Noord is verhuisd maar het scheelde niet veel…
Gribuswijk
Ze is hier 20 jaar geleden komen wonen. ‘Een gribuswijk was het!’ merkt ze op. ‘Verderop, op de Motorwal, waren er illegale races…’ Mijn tafelgenote Nagali (29) knikt. ‘Er waren hier ook liquidaties uit het criminele milieu, ik mocht hier absoluut niet komen van mijn moeder.’ Nagali groeide op in Molenwijk en woont nu in de wijk Blauwe Zand. Een arbeiderswijk waar de sociale woningbouw steeds meer lijkt te worden vervangen voor koopwoningen, is haar indruk. Haar vriend woont op Sporenburg. Via het pontje Zamenhofstraat – Azartplein op Zeeburg pendelen ze naar elkaar toe. En soms gaan ze uit eten bij een van de hippe zaken in de buurt: de Goudfazant, Hangar en bioscoop FC Hyena. Het is er druk maar er is altijd plek.
Biologische markt
Na het ontbijt fiets ik de Van der Pekbuurt in. Op het van der Pekplein geven bordeauxrode markiezen de straat het vrolijke aanzien van een knus dorp. Er is een Italiaan, een bloemenzaak, een bakker. Iets verderop, in de Van der Pekstraat is er markt, ik zie tot mijn verbazing mijn verkoper van biologische groente en fruit staan, Ruben (46). Iedere woensdag staat hij met partner Judith in de biologische hoek van de Albert Cuyp en sinds een jaar ook hier, vertelt hij. Eerst stonden ze op de vrijdag op de biologische markt in Noord, het liep niet. ‘Dit is een bonte markt, hier loopt het wel, vooral de appelen en de bananen. Ze komen ervoor uit Zaandam en Purmerend… Noord is voor hen dichtbij.’ Biologische markten worden voornamelijk door wit publiek bezocht, erkent Ruben, maar in de Van der Pek straat is het publiek diverser. Hier komen ook mensen met een Surinaamse en Marokkaanse achtergrond, zij het mondjesmaat.
Boekhandel
Niet ver van de kraam van BioGroenten, op Van der Pekstraat 59, zit boekhandel Over het Water. De winkel is vernoemd naar de roman van Hans Maarten van den Brink. ‘En het verkoopt hier goed, net als het boek van Bas Kok, Oerknal aan het IJ. Hij is ook buurtbewoner,’ zegt verkoopster Roxanne vanachter de toonbank. Oost kent ze van de tijd dat ze bij Linnaeus boekhandel werkte op de Middenweg. Sinds kort woont ze in Zaandam.
Over het Water, dat sinds 2013 bestaat, heeft een goede naam in de buurt. De boekhandel organiseert lezingen en boekenclubs en is betrokken bij het literaire festival Noorderwoord dat een aantal keer per jaar plaatsvindt in het Zonnehuis. Boekenliefhebster Wieka (70) bezoekt Noorderwoord graag, vertelt ze, terwijl ze twee literaire boeken afrekent, en Over het Water is ook een must. ‘Ik vind dit zo’n leuke eigenzinnige winkel, ze geven hier fantastisch advies.’
Vier jaar geleden verhuisde Wieka van de Ringdijk naar Kadoelen, ze wil nooit meer uit Noord weg. ‘Kijk eens naar de overkant, een schoenenzaak met een vrouwelijke schoenmaker, mooi toch?’ Ze houdt van de kleinschaligheid van Noord. Er is weinig hoogbouw en toch is er ruimte. ‘Toen ik hier 16 jaar geleden werkte was het allemaal sjofel. Je wist niet hoe snel je weg kon komen, ik was altijd blij als ik weer thuis was, in Oost. Nou, moet je nu eens zien…’
Nu wordt de Van der Pekbuurt wel erg veel hipperdepipper, zegt ze met enige spijt in haar stem. ‘Il Pecorino, de prachtige Italiaan, had eerst heel gewone wijnglaasjes, en die heb ik langzaamaan steeds groter en mooier zien worden.’
Het hart van de Van der Pekstraat
Aan de overkant, op nummer 120, vind je Elythé bij Petra, een winkel in tweedehandsspullen. Onlangs werd stichting Elythé genomineerd voor de Omarmprijs, waarmee initiatieven op het gebied van armoedebestrijding worden beloond. Ze wonnen niet, maar voor buurtbewoners is de aanwezigheid van Elythé in het hart van de Van der Pekstraat al de hoofdprijs. Ze kunnen hier terecht voor een gratis kopje thee of koffie. Buurtbewoners kunnen ook spullen via Elythé doorverkopen of zelf voor een klein bedrag dingen aanschaffen. ‘Er woont een man in de straat die hier altijd komt voor boeken over de natuur. Als ik iets binnenkrijg, houd ik het altijd voor hem apart,’ zegt de vrijwilligster van vandaag, Willes (62). Ze bladert door de aanbiedingenfolder van de buurtsuper.
Een paar keer per week kookt Willes grote maaltijden voor buurtbewoners met een smalle beurs. Ooit had ze een mooie horecazaak vlakbij het Rembrandtplein, tot haar gezondheid haar noopte om hiermee te stoppen. Ook nu ze weinig mobiel is blijft Willes een ondernemende dame. Iedere vrijdag geeft ze in de Albatros op de Meeuwenlaan kookles aan mensen die verlamd of blind zijn. ‘Daar is grote behoefte aan. Je staat nog versteld wat mensen nog kunnen snijden als ze beperkt zijn!’ En dat geldt zeker voor de blinde man die de uien snijdt. Razendsnel en z’n ogen tranen niet.
