Mijn favoriete buurvrouw kan niet slapen. Niets bijzonders zou je zeggen, dat overkomt iedereen weleens. Maar haar reden is nogal uniek: de slaapkamer stinkt. Nu is zij type Mien Helderder, dus haar flat is altijd kraak. Maar in de brandschone, keurig nette, fris gebloemde slaapkamer op de tweede verdieping ruikt het naar rottend afval. En al zet ze nog zoveel luchtverfrissers neer, de penetrante lucht weigert te vertrekken.
Ze is niet de enige met dit probleem. Alle appartementen rond de inpandige vuilcontainers worden via het ventilatiesysteem getrakteerd op ranzige lucht. Het probleem speelt al twee jaar, maar de laatste weken is het echt bar: de afvalcontainers in de kelder blijven ongeleegd. Van de drie stortkleppen in de box-gang zijn er twee afgesloten en de derde zit zo verstopt met zakken huisvuil dat hij permanent open staat. De hal zelf puilt ook uit. Bewoners kunnen het niet kwijt in de stortkoker, dus parkeren het daar.
Als ik de gang in loop, schiet er iets langs mij heen. Geen idee wie het meest schrok: de verstoorde rat of ik. Als mijn gil en de erop volgende vloek zijn weggeëbd, hoor ik ze ook beneden in de containerruimte lopen. De benedenbuurvrouw heeft niets te veel gezegd. Dat de ratten het bij haar ook gezellig toeven vinden, geloof ik onmiddellijk.
Vanuit de gescheurde zakken druipen vieze stinkende plassen op en in de betonnen vloer. De geur is niet te harden. Op de enige werkende klep heeft een andere bewoner het verzoek geschreven om vuilniszakken naar de stortkoker aan de overkant van de straat te brengen als de container vol zit, in verband met stank en ratten. Hij of zij heeft een punt. Maar de containers tijdig legen en de boel schoonspuiten is handiger. Alle kleppen weer in gebruik nemen is ook een idee misschien.
Klagen bij Woningstichting De Key helpt niet. Op het online klachtenformulier komt geen antwoord, al spammen de buurtjes zich rot. Carolien Buijtenhek, de beheerder van het Kollhoff-gebouw, kan weinig met de klacht. Ze legt uit dat de regels veranderd zijn en dat er nog maar vier – van de in totaal negen – containers naar buiten gerold mogen worden, één keer per week in plaats van twee. Ze belooft wel de schoonmaker die dit moet doen, aan te spreken.
Intussen ziet mijn favo-buuf scheel van de migraine en slaapgebrek. Ze belt zich suf naar De Key, het stadsdeel en de gemeente, maar krijgt een kastje-muurverhaal. Op een boze mail naar de gemeente krijgt ze wel antwoord. Caroline Abbink, coördinator Reinigingsrecht en projectleider GF-projecten Oost, stuurt haar klacht intern door met het verzoek het probleem op te lossen. En Joan Bongsomenggolo van de afdeling Schoon van het Beheer Openbare Ruimte, belt haar dezelfde dag nog. Er mogen zoveel containers buiten gezet worden als nodig is, als ze er maar staan op dinsdag en vrijdag voor half acht. En dat blijkt niet het geval. De heren van de vuilniswagens hadden ook al doorgegeven dat er niets wordt aangeboden.
De gemeente kan verder weinig, lees: niets. De Key is verantwoordelijk voor het buiten zetten, de gemeente alleen voor het ophalen. De buurvrouw mag de beheerder dus weer bellen. Niet rechtstreeks, want dat kan niet, maar via het algemene nummer van De Key, inclusief het keuzemenu dat ze inmiddels uit haar hoofd kent. De toevoeging dat ook online alles eenvoudig geregeld kan worden, kan ze niet meer horen zonder acuut moordneigingen te krijgen. En als ze de beheerder eindelijk te pakken heeft, is de reactie: ‘O.’ Mevrouw Buijtenhek weet het ook allemaal niet. De ophaalregels niet. Waarom de kleppen dicht zitten? Geen idee. Voor ratten is De Key niet verantwoordelijk, daarvoor moet mevrouw de Ongediertebestrijding bellen. Uitspuiten van containers is een taak van de gemeente. En de schoonmaker zet waarschijnlijk niets buiten omdat het een klus voor twee personen is. Waarom er dan maar één is, weet ze ook niet. Waarom de hal en containerruimte zo goor zijn? Eveneens een raadsel.
Op dinsdag is de gang opeens leeg. Al hangt de stank er nog onverminderd, en zijn de vloer en containerruimte niet schoongemaakt. Maar het is een begin. Mijn buuf werkt op een basisschool en kennelijk heeft haar bijpassende juffentoontje toch enig effect gesorteerd. Eventjes althans, want op vrijdagochtend staan er welgeteld nul containers aan de weg. Zuchtend pakt de buuf haar mobiel, want de stortkoker zit al vol en dat belooft feest voor het weekeinde. De beheerder weet opnieuw niets: ‘O, staan ze weer niet buiten? Ik word er niet goed van.’ Zijn de buurvrouw en zij het toch nog over iets eens. Al dekt ‘onpasselijk’ wat mijn favoriete buurvrouw betreft de lading beter. Letterlijk en figuurlijk.
Dit muisje, of liever gezegd ratje, krijgt in ieder geval nog een staartje.