Home Overzicht Architect Winy Maas pleit voor de ‘poreuze stad’

Architect Winy Maas pleit voor de ‘poreuze stad’

0
Het Sluishuis van Barcode Architects.

Architect Winy Maas presenteerde in Pakhuis de Zwijger zijn boek PoroCity. Daarin houdt hij een betoog voor de open, poreuze stad. Tijdens de bijeenkomst traden ook op de architecten van twee poreuze gebouwen. Ze worden op korte termijn in Oost gerealiseerd, de Groene Toren en het Sluishuis.

Eelco Hiemstra

Winy Maas is een vermaard Nederlands architect en is hier in Nederland het meest bekend door zijn ontwerp van de Markthal in Rotterdam. Aan de Zuidas in Amsterdam is onlangs begonnen aan de realisatie van een van zijn ontwerpen, The Valley.

Naast zijn werkzaamheden als architect voor MVRDV, geeft Maas ook leiding aan The Why Factory (TWF), een onderzoekscentrum van de TU Delft. Het boek PoroCity is het resultaat van onderzoek van TWF.

Volgens Maas bestaan onze steden uit introverte, naar binnen gerichte gebouwen die nauwelijks verbonden zijn met hun omgeving. In PoroCity geeft Maas antwoord op de vraag hoe gebouwen poreus gemaakt kunnen worden. Hoe kunnen er ruimtes worden gecreëerd waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, waar groene gebieden zijn, verkoelende tunnels… Hoe wordt binnen buiten? Maas onderzoekt in zijn boek of er een logica bestaat in hoe die openheid is te realiseren. Gebruik je daarvoor trapvormige verdiepingen? Deel je daarvoor torens doormidden? Draai je de blokken? Maak je grotten? Wat zijn de grenzen? Hoe ver kun je gaan met het openen van een toren voordat die instort of onbetaalbaar wordt?

De Groene Toren
Een zeer aansprekend voorbeeld van een poreus gebouw is de Groene Toren, ontworpen door Eric Frijters van FABRICations. De Groene Toren wordt het iconische middelpunt van het Bajeskwartier en is een verticaal park. Anders dan bij andere poreuze gebouwen waar de basisvorm van de toren op de tekentafel wordt ingesneden, verdeeld of uitgehold, gebeurt dit bij de Groene Toren bij een al bestaande constructie.

Ontwerp van de Groene Toren van FABRICations .

Door het grotendeels verwijderen van de gevel en het deels uithollen van de bestaande gevangenistoren wordt er ruimte gecreëerd voor een park en voor stadslandbouw met veel eetbaar groen. Via een geel gekleurde hellingbaan en trappenstelsel gaat de bezoeker via de ene route omhoog en via een ander weer naar beneden. Het gebouw biedt volgens Frijters verschillende parkervaringen in verschillende seizoenen en wordt daarnaast ook de grootste klimtoren van Europa.

Het Sluishuis
De derde architect aanwezig bij de presentatie van PoroCity, was Dirk Peters van Barcode Architects. Hij is medeverantwoordelijk voor het ontwerp van het Sluishuis, gelegen in het water aan het uiterste puntje van het Steigereiland-Noord op IJburg. Daarvan werd de eerste paal in december vorig jaar geslagen.

Sluishuis op Steigereiland Noord.

De basisvorm van het Sluishuis is nog goed herkenbaar als een typisch Amsterdams woonblok met binnentuin, maar dan twee keer zo hoog. Door het insnijden van die vorm, aan landzijde aan de bovenkant en aan de kant van het water aan de onderkant, wordt de traditionele binnentuin ontsloten. Waar deze binnentuin in een niet-poreus gebouw enkel voor de bewoners is te betreden, maakt deze bij het Sluishuis deel uit van de openbare ruimte. Bijzonder is dat je die ruimte niet alleen vanaf landzijde kunt binnenlopen, maar dat je het gebouw ook vanaf het water met je bootje kunt binnengaan. Door de stand van het gebouw ten opzichte van de zon en de onderbroken gevels ontstaat in de binnentuin een klimaat met natuurlijke circulatie. Op sommige plekken is er opwarming door de zon en op andere weer verkoeling door schaduw.

Willen we dit wel?
Ook aanwezig in Pakhuis de Zwijger was filosoof Marjan Slob. Zij is gefascineerd door de stad en de invloed van de bebouwing op de mens. Met zichzelf als introvert persoon als uitgangspunt, stelde Slob de vraag of mensen dit eigenlijk wel willen. Mensen zoeken in hun huis ook bescherming, privacy en afscherming van de complexiteit van het leven in de stad. Ze erkent dat je de buitenwereld moet kunnen ontmoeten in je woonomgeving, maar mensen moeten ook op adem kunnen komen: je hoeft ‘het vreemde’ niet altijd te ontmoeten. Ze vraagt zich daarom af in hoeverre poreuze gebouwen een manier van leven afdwingen en wie in dat geval bepaalt welke manier van leven ‘goed’ is.

Een nieuwe ruïne
Winy Maas toonde zich tijdens de presentatie enthousiast over de ontwerpen van zijn collega’s. Het Sluishuis noemde hij een nu al monumentaal gebouw en laat volgens hem zien dat beschutting en porositeit goed samen kunnen gaan.

Architect Winy Maas tijdens de presentatie van zijn boek Porocity.

Daarmee beantwoordde hij direct ook de bedenkingen en vragen van Marjan Slob. Maas is banger voor de stroming die hij de vogelkooi-architectuur van Kollhoff noemt. In Amsterdam kennen we deze architect van het Piraeusgebouw op het KNSM-eiland. Dit noemt Maas een soort van bunkerbouw waarin bescherming en veiligheid sterk is ingebouwd. Het gevaar van deze vorm van architectuur, populair in Duitsland maar ook volop aanwezig in Nederlandse stadscentra, is dat het de bewoners in staat stelt zich volledig van de stad en de samenleving af te keren.

Maas hoorde tijdens de bijeenkomst in Pakhuis de Zwijger voor het eerst van de Groene Toren en vond het bijzonder dat de meest introverte samenleving die een gevangenis is, wordt getransformeerd in een voor iedereen toegankelijk verticaal park. Frijters heeft volgens hem een nieuwe ruïne ontworpen.

Vorig artikelPlan B van de Tigers zet Groningen op zijspoor
Volgend artikelReal Sranang vraagt KNVB eerste elftal uit competitie te halen