Erfgoedvereniging Heemschut heeft de monumentenstatus aangevraagd voor voormalig buurtcentrum Transvaal aan de Daniel Theronstraat. Heemschut vindt het een bijzonder voorbeeld van jonge bouwkunst en meent daarom, dat het gebouw een gemeentelijk monument moet worden. Op dit moment dreigt echter verkoop van het leegstaande pand. En na verkoop dreigt sloop. De erfgoedvereniging wil dit voorkomen en heeft de Bestuurscommissie Oost verzocht het op de monumentenlijst te plaatsen.
Tekst Jaap Kamerling
Het Buurtcentrum is in 1973-1975 gebouwd op basis van een ontwerp van de bekende Amsterdamse architecten Pi de Bruijn en Ruud Snikkenburg van de Dienst Volkshuisvesting. Pi de Bruijn tekende onder meer ook voor de nieuwbouw van de Tweede Kamer in Den Haag.
Het Buurtcentrum sloot mei vorig jaar haar deuren na ruim 40 jaar. Veel buurtbewoners bewaren dierbare herinneringen aan het comfortabele, multifunctionele centrum. Het was een huiskamer van de buurt. Er werd vergaderd, er werden alle mogelijk cursussen gegeven. Er werd gefeest, gegeten, etc. Het buurt- en opbouwwerk, zoals dat in de jaren zestig in diverse Nederlandse steden werd ingericht, zou anno 2017 ‘niet meer van deze tijd’ zijn.
Nu de oorspronkelijke functie vervallen is verklaard, rijst de vraag wat er nu met het gebouw moet gebeuren. Heemschut heeft architectuurhistoricus Michiel Kruidenier verzocht om het gebouw uitvoerig te onderzoeken en te beschrijven. In zijn rapport concludeert hij, dat het een zeldzaamheid is in zijn soort en dat het een eervolle vermelding verdient in de moderne Architectuurgeschiedenis ook al contrasteert het met de Amsterdamse School architectuur van de buurt.
Met zulke contrasten heeft Heemschut geen moeite als er maar rekening wordt houden met de maat en schaal van de buurt. Het gebouw vertegenwoordigt voor Amsterdam een aanzienlijke architectuur- en cultuurhistorische betekenis. Herbestemming van het bijzondere gebouw moet zeker mogelijk zijn voor deze parel van de buurt.