Home Overzicht Cruquius, hotspot van de stad

Cruquius, hotspot van de stad

0
Sander van Tienhoven op zijn balkon.

Het heeft een tijd geduurd, maar nu wordt ook het laatste grote stuk van het Oostelijk Havengebied ontwikkeld. Op de plaats waar tot een paar jaar geleden betonfabriek Albeton zat, op het Cruquiuseiland, zijn de eerste woningen opgeleverd. IJopener ging er op bezoek.

Tekst Tineke Kalk | Foto Marcel de Cnock | IJopener

Sander van Tienhoven is de allereerste bewoner van het allerlaatste eiland van het Oostelijk Havengebied dat de komende jaren van industriegebied in woon- en werkgebied verandert: het Cruquiuseiland tussen Entrepothaven, Amsterdam-Rijnkanaal en Nieuwevaart/Lozingskanaal.

‘Zo rustgevend als ik thuiskom van mijn werk op Schiphol’

Bijzonder aan dit gebied is dat het toenmalige stadsdeel Zeeburg als eerste stadsdeel in Nederland een opmerkelijk experiment aanging: in plaats van een dichtgetimmerd bestemmingsplan werd een aantal beleidsuitgangspunten vastgelegd in een spelregelkaart. Duurzaamheid maar ook het behoud van het industriële karakter van het gebied was een belangrijke voorwaarde voor projectontwikkelaars die hier hun plannen wilden realiseren. Een van de spelregels was dat karakteristieke gebouwen behouden moesten blijven (‘stijlvol met een rauw randje’). Een andere spelregel was dat het water – tot dan ontoegankelijk – opengesteld zou worden, niet alleen voor de toekomstige bewoners maar voor iedereen.

Vooral jonge mensen
Op 16 december jongstleden verhuisde Sander naar het eerste appartementencomplex aan de Zeeburgerkade dat gereed is. Als IJopener bij hem op bezoek komt, begin januari, is zijn 59 vierkante meter tellende huurappartement al aardig ingericht. Vanuit zijn woon- en slaapkamer heeft hij uitzicht over het weidse water van de Entrepothaven. ‘Zo rustgevend als ik thuiskom van mijn werk op Schiphol.’ En in de verte Amsterdam-Noord.

Opgegroeid in Maarssen, woonde Sander aanvankelijk in onderhuur in Amsterdam-Zuid. Dit stukje van de stad leerde hij bij toeval kennen doordat een vriend hem in zijn boot er mee naartoe nam. Die vriend had plannen om op deze plek te gaan wonen. Nu woont niet hij hier, maar Sander. Wie zijn buren zijn, weet hij nog niet. De meeste mensen moeten nog verhuizen. Op de kijkersdag zag hij wel dat het voornamelijk jonge mensen zoals hijzelf waren die hier een appartement hebben gehuurd.

Voor zijn boodschappen moet hij op de fiets naar winkelcentrum Brazilië. Voor een koffietentje ook. De enige horeca op het eiland is de Harbour Club. Maar in de toekomst zal Sander voor een bakje pal achter zijn complex terecht kunnen, in het Insulindehuisje. De NV Oliefabrieken Insulinde groeide na de Eerste Wereldoorlog uit tot een van de grootste bedrijven van Nederlands-Indië. In 1922 ging de onderneming failliet. Het Insulindehuisje was een van de weinige panden van deze multinational die overbleven.

Blijft die rust?
Nu mag er dan weinig te beleven zijn op het eiland, de posters in het gebied beloven iets anders. Het Cruquiuseiland moet de hotspot van de stad worden. Heel lang was het Cruquiuseiland een gebied waar het ’s avonds en in het weekend stil was. Dat kan over een paar jaar wel eens afgelopen zijn. Voor de Zeeburgerkade en dus ook voor Sanders deur komt bijvoorbeeld een boardwalk te liggen. Niet alleen hijzelf en zijn buren kunnen er gebruik van maken, maar alle Amsterdammers. Of Sander dan nog zo van zijn rust kan genieten?

Vorig artikelCabaret Oriëntale, een bonte Balkan muziekavond
Volgend artikelEén, twee…, drie fietsbruggen?