Eens moet er een Rob Zwetslootmuseum komen. Een museum over mij. Waarin ik centraal sta. Een eigen museum, over mijn bewogen bestaan. Over al die goede en mooie werken die ik voor de mensheid tot stand heb gebracht. Daar heb ik recht op.
Nee, het is geen zelfverheerlijking. Het is rechtvaardigheid. Volledig terecht. Dat zal er waarschijnlijk pas na mijn dood komen, als de mensheid mijn werkelijke culturele betekenis erkent. En tegelijk biografieën en documentaires over mijn leven. Allemaal tekens dat alle moeite niet voor niks is geweest.
Daar moest ik aan denken toen ik las dat Studio Drift hun eigen museum ging openen in de van Gendthallen op Oostenburg. Met iets hips, iets moderns en iets echt van deze tijd waarvoor ze miljoenen bezoekers verwachten. Stinkend jaloers ben ik.
Zij hebben de poen ervoor. Zij zijn rijk en ik ben arm. En ze hebben een rijke patser die zijn poen in hun zwarte gat wil gooien. Dus nu of nooit. Dit is het moment. Of niet.
Als het maar niet zo afloopt als met het Techlab op de Plantage Middenlaan, dat een paar maanden na opening geruisloos de deuren sloot. Dat was ook hip. modern en echt van deze tijd.
De tijd zal ook leren of het Studio Drift museum tijd van leven krijgt of dat ze hun tijd te ver vooruit zij.