Home Overzicht Floor Milikowski: ‘Deze stad corrigeert zichzelf’

Floor Milikowski: ‘Deze stad corrigeert zichzelf’

0

Floor Milikowski schrijft al jaren over het exploderende toerisme en de overspannen vastgoedmarkt in Amsterdam. In haar boek Van wie is de stad roept ze op tot bezinning: voor wie is de stad bestemd? Inmiddels is duidelijk dat het nieuwe college van B&W niet langer lijdzaam wil meebewegen met de flow van de markt. Aan Milikowski’s boek kunnen ze de nodige inspiratie ontlenen.

Tekst Hansje Galesloot | Foto Marcel de Cnock | IJopener

Onderzoeksjournalist en geograaf Floor Milikowski schreef een boek vol met zorgelijke verhalen over snelle vastgoedjongens, inhalige Airbnb-verhuurders en wethouders met megalomane plannen. Je zou er bijna moedeloos van worden. De macht van de markt is op bijna elke bladzijde voelbaar. Daardoor is de tweedeling in de stad in de afgelopen dertig jaar flink toegenomen. En door de extreme groei van het aantal hotelbedden en Airbnb-overnachtingen raakte de stad overvol met toeristen. De gemeente worstelt met de macht van het grote geld. Het verweer was tot dusver pover, constateert Milikowski, te lang liet men de ontwikkelingen op z’n beloop.

Amsterdam is sinds de vooroorlogse wethouder Wibaut altijd een stad geweest met een sociaal woningmarktbeleid. Nu groeit de tweedeling. Waardoor ging het mis?

‘Allereerst door het rijksbeleid. Al acht jaar lang is de VVD-invloed op het beleid dominant. Er is sterk ingezet op privatisering en liberalisering van de woningmarkt. Minister Stef Blok reisde naar buitenlandse beurzen om het Nederlandse vastgoed bij beleggers aan te prijzen. Zorgen voor fatsoenlijk wonen is geen issue meer in het rijksbeleid. De invloed van de crisis kwam er nog bovenop, de bouw zakte in. Door de oplopende schaarste stegen de woningprijzen explosief. Maar Amsterdam had meer kunnen doen om tegenwicht te bieden.’

 Hoe dan? Want het rijksbeleid heeft op de woningmarkt grote invloed. Zo is de WOZ-waarde gaan meetellen in de berekening van de sociale huur. Zo versterk je juist de invloed van de markt.

‘Ja, dat drijft de huren op. Maar Amsterdam heeft zich te veel als slachtoffer opgesteld. Er is wel degelijk speelruimte op lokaal niveau. Alleen kon het vorige college niet tot daadkrachtig beleid komen. Voor het middensegment bouwen mochten de corporaties niet van SP-wethouder Joris Ivens. Hij wilde meer sociale huurwoningen, maar dat lag dan weer niet goed bij de VVD. Zo werkte men elkaar tegen. D66 was bijna liberaler dan de VVD, daar is iedereen door overvallen.

 Amsterdam heeft wel degelijk instrumenten om de markt tegenspel te bieden

De gemeente heeft allerlei instrumenten om de vastgoedmarkt en de toeristenbranche te reguleren. Allereerst valt er met het grondbeleid te sturen, zeker in Amsterdam waar de gemeente eigenaar is van 80% van de grond. Helaas kiest Amsterdam tegenwoordig altijd voor de hoogste bieder, dat was vroeger anders. Daarnaast zijn bestemmingsplannen een goed middel, daarmee kun je bijvoorbeeld de groei van de horeca beteugelen of bepaalde winkels ongewenst verklaren. En je kunt extra belastingen heffen.

De gemeente heeft de afgelopen jaren vooral aandacht besteed aan het aantrekken van hoogopgeleide inwoners met talent en ambitie. In mijn boek citeer ik de toenmalige VVD-wethouder Eric Wiebes (nu minister) die voorstelde de sociale huursector te halveren. Want Amsterdam moest in zijn ogen volop ruimte bieden aan wat hij “keien” noemde: “mensen die slim zijn, innovatief en ondernemend. Die nieuwe zonnepanelen ontwikkelen, nieuwe winkelconcepten bedenken, apps maken of spijkerbroeken ontwerpen.” Het is een veelzeggende uitspraak, die de vraag oproept wat de positie is van bewoners die niet aan dat beeld voldoen.’

 Sommige deskundigen stellen hun hoop op doorgaande groei in Amsterdam. Dat zal de problemen op het vlak van tweedeling oplossen.

‘Het tegendeel blijkt het geval. Naarmate een stad sneller groeit, krijg je meer segregatie. Er willen veel meer mensen in Amsterdam wonen dan realistisch is, misschien wel 1,3 miljoen. Je moet dus helemaal niet inzetten op alsmaar groeien. Amsterdam moet beter gaan samenwerken met de omliggende gemeentes om de groei te verdelen. Diemen bijvoorbeeld is zo dichtbij! Vanaf Oost is het minder dan tien minuten fietsen. Maak zo’n gemeente gevoelsmatig onderdeel van de stad, noem het bij wijze van spreken Amsterdam-Diemen. Ook Zaandam is steeds populairder aan het worden onder vertrekkende Amsterdammers. Trek dus de metro door, dan word de gevoelsmatige afstand kleiner.’

Gentrification, de opwaardering van oudere buurten, heeft twee gezichten. Zo is de Javastraat veel aantrekkelijker geworden. Maar prompt stijgen de vastgoedprijzen, waardoor de minder bemiddelde bewoners en winkeliers worden verdreven.

‘Ja, het proces van gentrification is moeilijk te beheersen. Ik hoorde vorig jaar iemand over de Javastraat zeggen: “Nu is het zo’n mooie balans, we zouden het nú moeten kunnen bevriezen!” Maar zo werkt het helaas niet. De Javastraat is inderdaad erg opgeknapt en er zijn meer geslaagde voorbeelden: de Jan Pieter Heijestraat, de Czaar Peterstraat. De gemeente heeft hier soms een actief aandeel in, men beïnvloedt dan welke winkels er komen. Maar dit kan ook doorslaan. Aan het Van der Pekplein in Noord staan nu alleen nog maar hipsterzaken. De gemeente en woningcorporatie Ymere wilden een homogeen horeca-aanbod om een nieuw publiek te trekken. Voor bijvoorbeeld een dönerzaak of een Turkse cateraar was geen plek. Maar met die keuze voor hipsterzaken straal je wel iets uit naar de oorspronkelijke bewoners toe. Die voelen zich niet welkom. Gentrification is in het begin een privaat proces, maar in Amsterdam zie je nu een gekke combinatie van maakbaarheid en marktwerking. De Van der Pekbuurt was een arbeidersbuurt, maar je ziet dat de buurt nu wordt ingericht naar de wensen van de nieuwe bevolking.’

Beleggers en de grotere Airbnb-verhuurders verpesten de woningmarkt. Wat zijn de middelen om hier iets aan te doen?

‘Je kunt nooit helemaal de effecten van maatregelen uitdenken, dus het is ook een kwestie van uitproberen. Een zelfbewoningsplicht in bepaalde buurten om beleggers de wind uit de zeilen te nemen, kan een interessant experiment zijn. Een voorstel om Amsterdammers voorrang te geven bij de toewijzing van sociale huur vind ik eng klinken, dat zie ik niet voor me.

In Amsterdam keert de wal altijd het schip – de bewoners zijn zo betrokken dat ze het niet uit de hand laten lopen.

Moet je Airbnb verbieden? Dat zou ik een zwaktebod vinden. Ik ben ook niet principieel tegen het concept van het af en toe verhuren van je woning. De problemen ontstaan vooral door mensen die te vaak verhuren of door woningeigenaren die hele panden in de Airbnb doen. Dan heb je het in feite over illegale hotels. Ik zou de oplossing eerder zoeken in serieuze handhaving. Het opsporen van illegale hotels gaat al beter. En per 1 januari 2019 gaat het maximum van zestig dagen Airbnb-verhuur naar dertig dagen. Een ander middel is dat Verenigingen van Eigenaren het steeds vaker in hun reglement opnemen dat verhuur via Airbnb verboden is. Laten we eerst afwachten of we er met deze instrumenten komen.’

Om de prijzen te beteugelen moet veel gebouwd worden. In de Sluisbuurt op Zeeburgereiland komen 17 woontorens. Zijn die noodzakelijk of is het een megalomaan plan?

‘Ik zie niets in die plannen voor maar liefst 5.500 woningen. Ze zijn ingegeven door haast, de grond is al bouwrijp, dus men denkt daar snel te kunnen scoren met veel woningen. Maar er zijn twee grote problemen. Ten eerste is dit stuk land extreem slecht bereikbaar. Het kost járen om dat op te lossen met de aanleg van openbaar vervoer. Ten tweede heeft de gemeente geen helder beeld van wie daar moeten gaan wonen en is het zeer de vraag welke kwaliteit de gebouwen en de openbare ruimte krijgen. Met de huidige overspannen woningmarkt zullen de woningen wel in trek zijn, maar als de economie of de woningmarkt afkoelt, kan dat voor grote problemen zorgen. De Bijlmer is ook mislukt door veranderende omstandigheden en bezuinigingen op de uitvoering.

Het Oostelijk Havengebied en IJburg zijn succesvolle wijken omdat is aangesloten bij Amsterdamse tradities van stedenbouw. Maar de hoge woontorens van de Sluisbuurt zijn afgekeken van Vancouver, Chicago en Toronto. Men ging in de VS en Canada op werkbezoek en raakte verblind door deze voorbeelden. Maar je kunt die grootschalig opgezette steden niet vergelijken met onze stad. Amsterdam heeft een traditie hoog te houden van gemengd bouwen en mooie architectuur, afgewisseld met veel openbare ruimte en groen.’

Je beschrijft veel zorgelijke trends in je boek. Zijn we er nog op tijd bij?

‘Het is zeker niet te laat. Toen ik voormalig voorzitter Els Iping van stadsdeel Centrum in 2012 sprak, zei ze: in Amsterdam keert de wal altijd het schip – de bewoners zijn zo betrokken dat ze het niet uit de hand laten lopen. Zo zie ik het ook. Het zelfcorrigerend vermogen van deze stad is heel groot. Het bestuur en de burgers staan in Amsterdam nog altijd heel dicht bij elkaar, ook nu de stadsdeelraden zijn opgeheven. Het is bizar dat op landelijk niveau zoveel mensen op neoliberale partijen stemmen, terwijl ze juist last hebben van dat beleid. Maar in Amsterdam lijkt nu met deze verkiezingsuitslag een kentering ingezet.’

Op de laatste bladzijde van je boek noem je Amsterdam de mooiste stad ter wereld. Waarom precies?

‘Het dorpse en het kosmopolitische gaan zo mooi samen in Amsterdam. De stad heeft een menselijke en leefbare schaal, maar tegelijk is ze een poort naar de wereld. Dat evenwicht tussen het internationale en het kleinschalige spreekt me aan. En gezien de trek naar Amsterdam ben ik de enige niet.’