Home Groen Gedenk het erfgoed van Mien Ruys

Gedenk het erfgoed van Mien Ruys

0
Foto uitgeverij De Hef.

Een onlangs verschenen biografie van tuinarchitecte Mien Ruys brengt ook haar werk in het Oostelijk Havengebied onder de aandacht: het KNSM-plantsoen. Bekend bij buurtactivisten die voor het behoud van dit parkje streden, maar onbekend bij veel mensen die buiten de directe omgeving wonen.

Tekst Joost van der Vaart | IJopener

In het Oostelijk Havengebied, niet gezegend met veel groen, ligt een parkje van internationale naam en faam. Het is het KNSM-plantsoen, een creatie van Mien Ruys (1904-1999). Het lijkt wat weggedrukt tussen een botenloods aan de Levantkade, het Piraeusgebouw en de KNSM-laan. En het wekt daarmee een wat verweesde indruk: geen eigen herinneringsplaquette, nergens in het park een zichtbare verwijzing naar de vrouw die nog steeds als de bekendste en meest vooraanstaande tuin- en landschapsarchitect van ons land geldt. Ze wordt alleen terloops genoemd op het grote overzichtsbord over het Oostelijk Havengebied, op de hoek van de KNSM-laan en het Azartplein.

Over Mien Ruys, afkomstig uit een chique geslacht van reders, cargadoors en ondernemers die Nederlandse veengebieden hebben ontgonnen, is onlangs een lijvige biografie verschenen, geschreven door tuinhistoricus Leo den Dulk. In zijn boek staat Den Dulk in woord én beeld uitvoerig stil bij ontwerp en totstandkoming van het KNSM-park. Daarover later meer. Maar allereerst: wie was Mien Ruys en waarom was ze belangrijk?

Ruys was in Nederland een van de eersten die het tuinieren bij de gewone man en vrouw thuis brachten. Volgens Den Dulk heeft deze feministe met groene vingers het tuinieren ‘gedemocratiseerd’. Anders gezegd: mede door haar zijn we in Nederland van onze tuintjes gaan houden, en van het werken daarin.

Gedenk het erfgoed van Mien Ruys
Mien Ruys was al vroeg met bloemen en planten in de weer. Ze leerde tuinieren van haar vader, Bonne Ruys, oprichter en eigenaar van de Koninklijke Kweekerij Moerheim in Dedemsvaart. Bij het grote publiek werd ze later bekend onder de bijnaam Bielzen Mien, door het veelvuldig gebruik van spoorwegbielzen in haar tuinontwerpen. Ze is samen met haar man oprichtster van het kwartaalblad Onze Eigen Tuin, een magazine waarvoor nu haar biograaf Leo den Dulk schrijft. Ruys, die graag werkte met rechte hoeken en heldere lijnen, heeft talloze tuinontwerpen op haar naam staan: van grotere parken tot achtertuinen in nieuwbouwwijken. Algemeen wordt ze gezien als pionier op het gebied van de moderne tuinarchitectuur.

Het is de verdienste van Den Dulk dat hij Mien Ruys een biografie heeft bezorgd die uitblinkt in volledigheid en accuratesse. Hij heeft jaren gewerkt aan dit boek (320 pagina’s en bijna anderhalve kilo zwaar). Paar puntjes van kritiek: er ontbreekt een namenregister, voor een biografie haast onontbeerlijk. Verder is het zó volledig en gedetailleerd dat het zicht op de grote lijn verdwijnt. Maar zonder die volledigheid had het KNSM-plantsoen er misschien niet in gestaan. En juist dat maakt het boek voor lezers van IJopener interessant, naast natuurlijk de aandacht voor ander werk van Ruys in Amsterdam (o.a. aan de Javastraat in de Indische Buurt).

Niet blij met de fontein
Mien Ruys ontwierp het parkje omstreeks 1952. Het lag bij de toegangspoort van de KNSM en de ingang van de Kompaszaal in Loods 6 en was bedoeld als bedrijfstuin voor personeel dat in het kantoor aan de overkant werkte. Drie jaar na oplevering kwam ter ere van de honderdjarige rederij de beeldengroep met fontein ‘Amphitrite’ erbij, een samenvoeging waarmee Ruys niet blij was, schrijft Den Dulk. Wat er daarna gebeurde is snel verteld. De KNSM vertrok en fuseerde met Nedlloyd in Rotterdam; op het bedrijfsterrein kwamen stadsnomaden en later werden er woningen gebouwd. Het plantsoen verdween op die plek, en aan Ruys werd begin jaren negentig gevraagd een nieuw ontwerp te maken waarin het westelijk deel van het parkje zou worden gereconstrueerd, met een vijver en diagonale lijnen als uitgangspunt. De binnentuin van het Piraeusgebouw moest er onderdeel van worden.

Zo is de situatie nu – min of meer. Het plantsoen zelf valt nauwelijks op, de toegankelijkheid ervan is matig en nergens in het parkje wordt Mien Ruys geëerd. Het is een lap grond zonder historische context. De bijbehorende binnentuin van Piraeus is afgesloten en begint bij het hek met een grindvlakte waarin de mansdikke pilaren van dit appartementencomplex staan. Het nettoresultaat van het geheel stemt ontevreden.

Mien Ruys, belangrijk om het landschappelijke oeuvre dat ze naliet, heeft een interessante biografie gekregen. Nu verdient haar erfgoed in het Oostelijk Havengebied nog een beter lot.

Leo den Dulk, Zoeken naar de heldere lijn. Mien Ruys, tuinarchitect 1904-1999. De complete biografie. Uitgeverij De Hef, Rotterdam. 320 blz, € 39,90.

Vorig artikelKunst als cadeautje voor onderweg
Volgend artikelStadsloket op 8 maart plek voor inspiratie en ontmoeting op Internationale Vrouwendag