Als in 1934 wordt begonnen met de bouw van stadion De Meer, het houten Ajax stadion, wordt één van de oudste schooltuinen naar de Kruislaan verplaatst. Toen de Weesperzijde en de Wetbuurt werd gebouwd, is een terrein vrijgemaakt om de Amsterdamse jeugd een aanvulling te geven op het karige menu van die crisisjaren.
Door Dick Feenstra
Na 1940 is er geen geld meer. Gerrit Kalff, bankier, ziet het enorme belang daarvan en blijft, gedurende vijf oorlogsjaren, de schooltuinen van de stad en het personeel financieren. Daarmee verdampt hun familiekapitaal. Om deze weldoener te eren draagt de tuin zijn naam: Gerrit Kalff.
Door het financieren van de schooltuinen van de stad verdampt hun familiekapitaal
Quiz en diploma
Amsterdam heeft dertien schooltuin-complexen. Zesdegroepers van alle basisscholen kunnen meedoen en daardoor kennis maken met tuinieren. Zeshonderd leerlingen hebben op de Gerrit Kalffschooltuin een lapje grond van 6,5 m2. Tijdens de eerste drie maanden van het kalenderjaar krijgen ze een les over de tuin, de grond en over zaden. In april volgen buitenlessen, elke week 1,5 uur tot aan de zomervakantie en daarna, als ze in groep 7 zitten, tot in oktober. Na lessen over de herfst, planten en dieren in de winter wordt het schooltuinjaar feestelijk afgesloten met een quiz, over wat geleerd is en een diploma. Ze doen ervaring op met tuinieren, weten dat je zelf voedsel kan verbouwen, hoe dat groeit en wat daar verder bij komt kijken: klimaat, bodemgesteldheid, bemesting, milieu, gereedschappen, bodembewerking en meer.

Wat groeit wel, want niet
De kinderen maken een jaaroverzicht, een plattegrond van hun tuintje, leren namen van planten en wat je er zoal mee kan doen. Ze ervaren wat er wel of niet wil groeien, werken met een thermometer, een regenmeter en maken weerrapporten. Aandacht wordt besteed aan grondsoorten, waterdoorlaatbaarheid ervan, of er lucht in de grond zit en waarom dat belangrijk is voor de planten. Dat een regenworm aan beluchting en compostering bijdraagt gaan ze begrijpen en ook het verschil tussen zaden en vruchten, de levenscyclus van een plant, wat kieming is en wat de onderdelen van een bloem zijn. Bodemdiertjes komen aan bod en grotere dieren die in de omgeving aanwezig zijn. Schimmels en paddenstoelen zorgen voor afbraak en compost in de kringloop van het leven. Ze leren dat bijen stuifmeel overbrengen, planten bevruchten, waardoor vruchten groeien, waarvan wij leven.
Denken over toekomst
Er wordt door de kinderen gespit, gemest, gezaaid, onkruid gewied, water gegeven, gediefd, geoogst of geplukt. Bonen, maïs, radijzen, aardappels, courgettes, wortelen, uien, sla, bieten, kruiden en snijbloemen als zonnebloem, cosmea, dahlia en anjer gaan mee naar huis. De Gerrit Kalffschooltuin laat kinderen natuur beleven, erin werken, ervan proeven en ruiken en ervaren waar ons voedsel vandaan komt en hoe belangrijk het is om daar goede zorg aan te besteden. Ook is er een natuurpad, een composthoop, een fruithoek, er zijn bijenkasten en een enorm enthousiasme. Over de toekomst wordt nagedacht: de stad die zijn eigen voedsel moet gaan produceren met verticaal tuinieren en daktuinen.
Gelukkig hoeven schooltuinen het karige menu niet meer aan te vullen. Amsterdamse kinderen van nu, leren en beleven op de schooltuin, ervaring en kennis van leven en groeien, waar geen biologieboek mee kan concurreren.
