Struiken niet meer terugsnoeien en bomen planten in het Diemerpark? Meer ruimte voor sportactiviteiten? De veiligheidsremmen in het grootste park van Amsterdam kunnen een tandje minder.
Tekst Lieneke Koornstra | Foto’s Leen Pauwels | IJopener
‘Nee, gij zult niet… dat was eigenlijk de standaardreactie als mensen met ideeën kwamen wat betreft de inrichting van het Diemerpark.’ Aan het woord is Jacques de Jong, adviseur bodem, grond en ontwikkeling, werkzaam bij de Gemeente Amsterdam. In het Waterzuiveringsgebouw waar hij een deel van zijn werktijd doorbrengt, hangt een tekening van wat hij noemt: ‘De doos van Pandora’. Over de complete afvalberg uit de zestiger jaren is een soort schoenendoos aangebracht, bestaande uit zestig centimeter dikke cementbentonieten schermwanden en een schermdeksel van trisoplast, met daaroverheen verschillende zandlagen. ‘De struiken die er inmiddels groeien, worden nog altijd teruggesnoeid tot een bepaalde hoogte. Er zou er maar eens eentje omwaaien en een gat veroorzaken in de onderliggende trisoplastlaag, waarna stortmateriaal vrij komt te liggen en in geval van hoog staand grondwater een fontein ontstaat en het water ongecontroleerd vrijkomt. Maar hoe erg is het als op minder vervuilde plekken water omhoog borrelt?’

Chinese Muur
‘Omdat er snel met de bouw van IJburg moest worden begonnen, is er destijds overgereageerd met het inpakken van de aangrenzende vuilstortplaats’, stelt Jacques. ‘De plek waar chemisch afval werd gedumpt, bevindt zich aan de oostkant van het Diemerpark, bij het meertje. Daar ligt echt gemeen spul, zoals zuurteer. Terecht geldt hier het allerhoogste veiligheidsregime. De gifstort betreft 20 procent van de totale oppervlakte van het Diemerpark. Maar het hele park wordt op dezelfde manier behandeld. En dat hoeft dus niet.’ Jacques wijst naar een andere tekening, een plattegrond van het Diemerpark. De omtrek van het park is gemarkeerd met een rode lijn. ‘Hier loopt de schermwand’, zegt hij. ‘Deze Chinese Muur, zoals we hem hier noemen, bevindt zich in de meeste gevallen onder de fietspaden. Het is veel te zwaar geschut. Overal om het park heen groeit riet. Onder die rietkraag hoopt zich dood plantenmateriaal op, waardoor veenvorming ontstaat. Vervuiling blijft hangen in veen en kan daardoor niet in de buiten gelegen omgeving naar binnen dringen. Het afval in de overige 80 procent van het Diemerpark is niet schoon, maar van hetzelfde soort als op honderden andere stortplaatsen in Nederland. De situatie daar rechtvaardigt alle buisjes, pijpjes, putjes en verboden niet, de rietkraag is afdoende. Monsters zullen er echt niet naar boven komen. De veiligheidsremmen kunnen een tandje minder.’

.
Vos of hond
‘Onze nieuwe insteek is mee te kijken naar wat kan in plaats van meteen met een nee te komen. We gaan faciliterend werken, afhankelijk van de maatschappelijk gewenste invulling’, vervolgt Jacques. ‘Valt de keus op uitbreiding van de sportvelden en de parkeerplaatsen, dan was het eerst altijd “ho, ho” van onze kant, want we moeten wel bij de putjes kunnen. Maar die putjes zullen gaandeweg beduidend minder worden. En als de keus ten gunste van de natuur uitpakt? Niemand hoeft het hart ervoor vast te houden dat een zeearend misschien door de trisoplast pikt. Voordat de stortplaats werd afgedekt, leefden er allerlei dieren, alle chemische troep ten spijt. De plek kende de grootste ringslangenpopulatie. Natuur heeft het meeste baat bij rust. Trimtoestellen zijn leuk voor mensen, niet voor ongerepte natuur. Je kiest voor de vos of voor de hond, voor groen of voor kunstgras.’ Hij benadrukt dat er vanuit het beheer van de verontreiniging op termijn minder belemmeringen en meer mogelijkheden zijn voor het verder vormgeven aan een mooi park.

Groene wig
VVD-wethouder Eric van der Burg die de portefeuilles Zorg en Welzijn, Sport en Recreatie, Ouderen, Ruimtelijke Ordening en Grondzaken beheert, heeft in de raadscommissie aangegeven voor meer sportvelden in het Diemerpark te zijn, zij het wel met de aantekening niet voor meer parkeerplaatsen te zijn. Met zijn insteek bedient hij echter één gebruikersgroep. Het Algemeen Bestuur van Stadsdeel Oost beoogt een breder draagvlak en wil herhaling van claimen en protesten door voorstanders van natuurbehoud voorkomen. Daarom vinden er consentkringgesprekken plaats met vertegenwoordigers van de betrokken organisaties en enkele belanghebbende IJburgers, waaronder een hondenbezitter. Landschapsarchitect en stedenbouwkundige Johan Vlug: ‘Bij de aanleg van IJburg is destijds bepaald dat het Diemerpark in de aanwezigheid van voldoende groen moest voorzien. Het park maakt deel uit van de ecologische hoofdstructuur van Amsterdam, het vormt een van de groene wiggen. Het is een uniek park met een binnenduinlandschap. De bebouwing nabij dit park rukt almaar verder op en de bewoning wordt steeds intensiever. Op het Haveneiland zijn er 80 woningen per hectare, op het Centrumeiland worden dat er 100 en voor de Sluisbuurt 150. Daarbij worden op het niveau van de gehele toekomstige wijk IJburg (inclusief het Zeeburgereiland en de nieuwe eilanden van fase 2) geen plannen gemaakt voor structurele voorzieningen. Een klein veldje waar je een balletje kunt trappen, komt niet tegemoet aan de nog steeds toenemende behoefte aan sportaccommodaties. Als we over vijftig jaar nog vogels, insecten, konijnen en vossen willen zien, is het zaak zuinig te zijn op het weinige groen dat het Diemerpark nog biedt.’
