Home Overzicht Het geweten van de Indische Buurt

Het geweten van de Indische Buurt

0

Mensen helpen en voor ze klaarstaan met raad en daad. Dat is al jarenlang het leven en werk van Neeltje Wiedemeijer. Ze is actief in de Indische Buurt, kent de geschiedenis ervan als geen ander en waarschuwt ervoor dat het door de toenemende gentrificatie geen tweedelingswijk mag worden. ‘De Indische Buurt moet voor gewone mensen blijven.’

Tekst Joost van der Vaart | Foto Marcel de Cnock | IJopener

Jarenlang woonde ze in de Sumatrastraat, midden in de Indische Buurt, toen nog een echte arbeiderswijk. Ze schreef vlammende artikelen over gemeentelijke sloopplannen, waar ze het helemaal niet mee eens was, in het veelgelezen en nu allang opgeheven buurtblad de Tong-Tong. Ze gaf adviezen aan buurtbewoners door haar baan bij wat destijds Opbouwwerk heette. Zo stond ze gewone mensen bij in de strijd om het bestaan die toen nog, een kwart eeuw en langer geleden, bij vlagen hard en rauw kon zijn.

‘De Indische Buurt is een wijk waar nog steeds echte armoede voorkomt, laten we dat niet vergeten’

Nu is ze zelf door het leven getekend: Neeltje Wiedemeijer, 74 jaar en opmerkelijk vitaal; een vrouw die zich nog steeds ouderwets kwaad kan maken om maatschappelijke misstanden, om gemeentefunctionarissen die er toch voor de mensen zouden moeten zijn, maar die – nota bene betaald door de gemeenschap – bewoners met bureaucratische middelen danig kunnen dwarsbomen. Zie haar verhalen in de IJopener over de kafkaëske avonturen van een alleenstaande vrouw op leeftijd, Carla, die een traplift naar de derde verdieping probeert te krijgen. Na jarenlang soebatten, smeken en zelfs een gang naar de rechter is dat begin dit jaar eindelijk gelukt. Maar als het aan de gemeente had gelegen, had Carla nu nog naar haar bovenwoning mogen sjokken.

Geëngageerd journalist
Neeltje Wiedemeijer is opbouwwerker en geëngageerd journalist. Ze is dan wel officieel met pensioen, maar haar werk gaat door. Ze schrijft, ze helpt, ze praat. Hoewel ze na een ruzie met haar bovenbuurman niet meer in de Sumatrastraat woont maar in Nescio’s Linnaeushof, is de Indische Buurt haast vanzelfsprekend het gebied gebleven dat haar speciale aandacht heeft. Neeltje is het geweten van de Indische Buurt. Ze kan er mooi en meeslepend over vertellen. Over hoe het was en over hoe de buurt nu is geworden.

Ze is er na haar afstuderen terechtgekomen en vond er ook haar werk. ‘In de Tong-Tong, het buurtblad van Opbouwwerk, zag ik een advertentie. “Talent gezocht, betalen doet het niet”, was ongeveer de strekking.’ De Tong-Tong, genoemd naar het stuk bamboe waarop ooit de dorpsomroeper in de Indonesische kampong roffelde als hij nieuws te vertellen had, heeft een belangrijke rol in Neeltje’s leven gespeeld. In deze krant schreef ze een aantal van haar geruchtmakendste artikelen. De Tong, zoals het blad door iedereen werd genoemd, is een van de twee voorlopers van de IJopener; de andere is de Kadekrant van het Oostelijk Havengebied. ‘De Tong was links, uiteraard, en zeer politiek; veel politieker dan wat nu bij buurtbladen gebruikelijk is. Maar zo was die tijd nu eenmaal’, vertelt Neeltje. ‘Vijfentwintig, dertig jaar geleden was iedereen in de Indische Buurt links. Er woonden nog veel echte arbeiders, die allemaal op de PvdA stemden. Ik was ook lid van die partij.’

Berlageblokken
Een van haar wapenfeiten, geregisseerd vanuit de redactie van de Tong-Tong, is het behoud geweest van de zogenoemde Berlageblokken, een U-vormige groep woningen in de Javastraat ter hoogte van het Javaplein. Ontworpen door de bekende Amsterdamse architect Hein Berlage (1856-1934), die graag zelf iets aan sociale woningbouw wilde doen. Zijn huizen waren bedoeld voor de allerarmsten in de Indische Buurt.

‘De Berlageblokken stonden bekend als het “Fort van Sjakoo”, genoemd naar een beruchte struikrover die ooit Amsterdam onveilig maakte’, zegt Neeltje. ‘In de jaren tachtig en negentig begon de boel ernstig te vervallen, na een eerdere renovatie in 1974. Uiteindelijk kwam de gemeente met het arrogante plan om de blokken te slopen. Er moesten koopwoningen voor in de plaats komen. Ik heb toen in de Tong een van verontwaardiging rokend stuk geschreven, tegen de sloop en tegen die koopwoningen. Zo hebben we de buurt gemobiliseerd. Vervolgens begon een groep gerenommeerde architecten zich ermee te bemoeien. Zij wezen op het monumentale karakter van Berlage’s woningen. Er werd gelobbyd tot op het hoogste niveau: de minister zelf. Met als eindresultaat dat de Berlageblokken gered zijn en behouden zijn gebleven’, vertelt Neeltje, die nog steeds innig tevreden is over deze opmerkelijke gang van zaken en haar bemoeienis daarmee.

Gentrificatie in de buurt
Intussen is de Indische Buurt allang geen arbeiderswijk meer. De samenstelling van de bevolking verandert, zoals de hele stad verandert en zich doorlopend probeert aan te passen aan steeds wijzigende omstandigheden. ‘Vroeger was het hier voor 95 procent sociale woningbouw. Dat percentage is in de loop der jaren fors gedaald. Nu is de buurt aan het gentrificeren, met enerzijds peperdure koopwoningen voor jonge mensen met een baan en een goed inkomen, of ouders met geld die huizen voor hun kinderen kunnen kopen. En anderzijds immigranten en oorspronkelijke bewoners zonder geld, vaak ouderen. De Indische Buurt dreigt een tweedelingsbuurt te worden’, waarschuwt Neeltje. ‘Het is een wijk waar nog steeds echte armoede voorkomt, laten we dat niet vergeten.’

Die tweedeling dateert niet van vandaag of gisteren, maar is rond 1989 in gang gezet. Toen ontstond een feitelijke scheiding tussen politiek en woningbouwverenigingen, een breuk die met name de Partij van de Arbeid – in de grote steden decennialang bepalend op het gebied van volkshuisvesting – heeft moeten bezuren. Immers, door de volkshuisvesting uit handen te geven en grotendeels aan de markt over te laten, hebben de sociaal-democraten een van hun belangrijkste electorale instrumenten tenietgedaan. De sociaal bewogen Neeltje Wiedemeijer heeft die ontwikkeling met lede ogen moeten aanzien. Ze stemt allang geen PvdA meer. ‘Wim Kok heeft het sociaal-democratische gedachtengoed om zeep geholpen.’ Ze stemt nu op de Socialistische Partij en is daar ook lid van.

Sociale cohesie
Neeltje hoopt dat de Indische Buurt een buurt kan blijven voor gewone mensen. Haar baan als opbouwwerker, jaren geleden, heeft haar geleerd dat sociaal-maatschappelijk werk ook en vooral voor groepen moet gelden, en niet alleen voor individuen. ‘Je moet proberen zoveel mogelijk mensen bij elkaar te brengen. We moeten de sociale cohesie bevorderen. Maar de gemeente heeft de afgelopen jaren juist het tegenovergestelde gedaan. De samenhang in de buurt is langzaamaan de nek omgedraaid, dat is dieptreurig.’

Neeltje Wiedemeijer zou zichzelf niet zijn als ze ook vandaag de dag geen mensen meer kon helpen. Ze is nog steeds regelmatig te vinden in buurtcentrum De Meevaart (Balistraat 48a), waar ze de problemen van buurtbewoners helpt op te lossen. Ze doet dat invoelend, maar ook met humor. En een dominee met een scherp oordeel en een zwaaiende vinger is ze niet. Lezers van de IJopener, waarvoor ze schrijft en illustreert, weten dat. Haar boodschap is soms hard, maar haar stijl is lichtvoetig en niet moraliserend. Ze houdt niet van zeuren; Neeltje wil iets tot stand brengen. Een traplift voor een oudere bewoner, het behoud van een blok sociale woningen. Geen wonder dat ze een bekende verschijning in de Indische Buurt is geworden. Ze schenkt een glas wijn in en zegt glimlachend: ‘Mensen houden me graag staande als ik door de buurt loop. Mijn wandeling duurt hier altijd langer dan gepland.’

 

Vorig artikelHuurders kunnen zelf aan de slag met bouwkavel op Centrumeiland
Volgend artikelDriegangenmenu voor een prikkie