Home Lezen en schrijven Historie van nu

Historie van nu

0

Oostelijk Havengebied-bewoner Philip Dröge schrijft bestsellers. Zijn nieuwste boreling Pelgrim is vers van de pers en domineert nu al de boekhandel. Desondanks blijft hij de bescheidenheid zelf. Bij Café de Zuid verhaalt hij over zijn onverwacht succesvolle transformatie van onderzoeksjournalist naar auteur die historische boeken weer ‘in’ maakt.

Tekst Simone Slotboom | Foto’s Marcel de Cnock | IJopener

Philip Dröge vertelt even boeiend als hij schrijft. Net terug uit Wenen en Berlijn waar zijn boek in het Duits verscheen, is hij alweer op tournee voor de promotie voor Pelgrim in Nederland. Tussendoor maakt hij tijd voor IJopener: het enige buurtblad dat hij cover to cover leest en niet zonder pardon in de papierbak deponeert. Een geweldig compliment van een dito auteur. Al zegt hij zelf dat de fans niet in groten getale voor de deur liggen. Sterker nog, Dröge vindt het nog steeds onwerkelijk als hij zijn naam groot voorbij ziet komen. ‘Niet dat ik vals bescheiden wil zijn, maar pas gisteren, toen ik op het station de poortjes van de AKO zag, bekleed met de cover van Pelgrim, realiseerde ik me: het begint serieus te worden.’

Malle mensen en malle landjes
‘Schrijven is een eenzaam proces: ik en mijn laptop. Dan druk je op de knop en is het opeens een heel circus. Ik vraag me nog steeds af: is dit allemaal voor mij? Zo moeilijk als het als beginnend auteur is om je debuut gepromoot te krijgen, zo hectisch is het als je eenmaal goed verkoopt. Ik ben ook makkelijk met ja-zeggen tegen van alles. Ik spreek graag mensen om te horen wat ze wel en niet leuk vinden aan mijn werk.’

Dröge volgt zijn hart, zijn passie. Historische verhalen fascineren hem. Dat wat hem persoonlijk boeit ook het grote publiek aanspreekt, blijft hem verrassen. In zijn voorkeur voor, zoals hij zelf zegt: ‘Malle mensen en malle landjes,’ is hij duidelijk niet alleen. Waar zijn succes in zit? Dröge brengt historie als een spannend verhaal. ‘Ik wil de lezer pakken, meenemen, grijpen.’ En dus lezen zijn boeken als een thriller.

Valkuilen
Het grote publiek kent Dröge vooral van Tambora en Moresnet, maar hij timmert al jaren flink aan de weg als onderzoeksjournalist, schrijver, columnist en initiatiefnemer van wetenschappelijk persbureau FAQT. Daarnaast treedt hij geregeld op als gastspreker en als commentator in actualiteits- en discussieprogramma’s op radio en televisie. Als ik vraag of zijn vijfentwintig jaar in de journalistiek de reden is voor zijn succes als auteur, geeft hij alle credits aan zijn vrouw.

‘Zij leest en becommentarieert alles wat ik schrijf, weet exact waar mijn valkuilen zitten en schroomt niet me daarop te wijzen. Een nieuwsbericht schrijf ik met twee vingers in mijn neus, maar bij het schrijven van een boek komt meer kijken. Zoveel zijlijnen en -paden waardoor je van de kerngedachte af raakt en zoveel tekst die je uiteindelijk moet schrappen voor het beste resultaat.’

Hoe hij op het idee komt voor zijn boeken? Volgens Dröge is dit de moeilijkste vraag die je hem kunt stellen. Al geeft hij rap antwoord: ‘De laatste drie boeken waren ideeën waar ik heel lang mee rondliep. Al in 1996 schijn ik tegen mijn schoonvader gezegd te hebben: “Moresnet, daar ga ik ooit een boek over schrijven.” Kennelijk is opeens de tijd rijp. Op dit moment heb ik nog tien ideeën in mijn hoofd die waarschijnlijk nooit uitgevoerd worden, want een mensenleven is kort. Al weet je het nooit.’

Output
De kans zit er zomaar in, want Dröges output is enorm. ‘Zonder twijfel is deze bevlogen historieschrijver alweer voor een volgend meesterlijk boek in de archieven gedoken’, voorspelde NRC terecht na Moresnet. Zijn titels volgen elkaar in een rap tempo op. Tambora lag in februari 2015 in de schappen, Moresnet exact een jaar later en nu ligt Pelgrim alweer in de winkel. In dit boek duikt hij in het vergeten leven van Christiaan Snouck Hurgronje; wetenschapper, spion en avonturier in een tijd waarin het onbekende nog lonkte en de kans bood om in exotische oorden naam te maken. Dröge ontdekt dat Christiaans dubbelleven voortkomt uit een complex en dubbelzinnig karakter, dat hem evenveel roem als problemen bezorgt.

Al eerder verschenen Beroep: Meesterspion, over het geheime leven van prins Bernhard (2002), Tycoons – portretten van de superrijken (2003), Het Oranjekapitaal (2004) en Ondeugend Oranje (2007). Voor FAQT schreef hij onder andere: Meer geld, vaker seks en nooit meer in de file – hoe wetenschap jouw dag maakt (2011) en Daten is Meten – wat wetenschappers weten over liefde, romantiek en wie voor jou de ware is (2012). En dan is er nog: Bye Bye Babyboomers, een essaybundel met onder anderen Paul van Liempt, James Kennedy en Philip Dröge (2010).

Twee procent
Er prijken nog meer titels van Dröge in de kast, al zullen we nooit weten welke precies. Als ghostwriter voor bekende en minder bekende Nederlanders, verkeert hij in de schaduw. Namen noemt hij niet. Dat wil hij niet en mag ook niet. Geheimzinnigheid is hem niet vreemd. Hij wijdt het aan zijn Indische bloed. ‘Bijgelovig zijn wij.’ Opdrachten houdt hij liever onder de pet. Al hoort hij daardoor vaak: Daar heb je hem weer met zijn geheimzinnige projecten. ‘Maar als je mensen vertelt waarmee je bezig bent, gaan ze vragen hoe het ermee gaat.’ In het geval dat hij de gevreesde vraag toch krijgt, is zijn antwoord: ‘Ik ben twee procent opgeschoten.’ Grinnikend voegt hij toe: ‘En dan weten ze nog niets.’

Gunfactor
Dröge is gezegend met goede, om niet te zeggen, lovende kritieken. NRC noemt zijn werk ‘historische schakelvertelkunst van het hoogste niveau.’ Een kleine selectie quotes uit de vele recensies: meeslepend, levendig, verbijsterend, leerzaam, geweldig verhaal, het leest als een sprookje, maar alles is waargebeurd. Dröge lijkt lieveling van de pers te zijn. Veelzeggend, want recensenten zijn kritisch van aard. De gunfactor speelt wellicht ook een rol. Dröge schrijft niet alleen bijzonder aangenaam, maar heeft een bijpassende persoonlijkheid. Veel belang aan goede kritieken hecht hijzelf niet. ‘Ik probeer me niet te veel van recensies aan te trekken. Ik volg mijn eigen kompas. Als ik tevreden ben, is het goed. Sowieso kun je altijd kritiek verwachten. Dat volgt onvermijdelijk uit de beslissing om iets op een bepaalde manier te doen. Schrijf je beschouwend, dan is er automatisch een gebrek aan vaart. Kies je voor een reportagestijl, dan gaat dat ten koste van de diepgang. Een schoolvoorbeeld van Johan Cruijffs: “Elk nadeel heb zijn voordeel.”

Philip Dröge, thuis in het Mien Ruysplantsoen.

Vaart erin
Dröge houdt letterlijk en figuurlijk de vaart in zijn boeken. Hij schrijft in de tegenwoordige tijd, al vinden de gebeurtenissen plaats in een grijs verleden. ‘Je bent er bij en leeft mee met de hoofdpersoon. Ik probeer historische boeken een uitstraling te geven van nu.’ Niet alleen met zijn schrijfstijl overigens. Hij bemoeit zich ook met het boekomslag, wat vrij uitzonderlijk is voor een auteur. Maar Dröge heeft zelf een stem in het kapittel en werkt altijd samen met zijn favoriete ontwerper Dirk van der Burgh. ‘Moresnet bijvoorbeeld zie je meteen liggen. Een voorbeeld van hoe een cover hoort te zijn. Je wilt gelezen worden, dus moet je opvallen tussen de stapels. Dat begint ermee dat mensen je boek oppakken omdat het hun aandacht trekt. Dus moet je niet in clichés vervallen.’ Geschiedenisboeken met een schilderij op het omslag zijn hem dan ook een gruwel. ‘Fantasieloos. Zo van: het gaat over de achttiende eeuw, dus zetten we maar een achttiende-eeuws schilderij op de cover. Geschiedenis is te leuk om saai te verpakken.’

Vrijheid
De combinatie inhoud en vorm werkt, getuige de verkoopcijfers. Duurde Tambora nog vier jaar om te schijven naast zijn betaalde werk, nu kan hij fulltime aan een nieuwe titel werken. ‘Een luxe positie’, zegt hij. ‘Al was de druk voor dit boek behoorlijk groot. Het moest met kerst in de boekhandel liggen. Dat is de periode waarin de meeste titels gekocht worden. Maar snelheid mag nooit ten koste gaan van kwaliteit.’

Zijn ondernemersgeest schrijft hij toe aan zijn vader, zijn onderzoeksgeest aan zijn moeder. Als hij over haar praat, straalt de liefde van hem af. ‘Mijn moeder liet mij uren kijken in de atlas, zo was ze zelf ook. Als we over het strand wandelden, pakte ze elk steentje op. Mijn nieuwsgierige aard heb ik van haar.’ Van jongs af aan kreeg hij de kans zich te ontwikkelen op zijn eigen manier.

‘Als nakomertje in het gezin, ben ik met een gouden lepel in mijn mond geboren. Ik was het kersje op de taart. Mijn moeder was fantastisch, zij bood mij alle vrijheid. Of ik nu in mijn eigen wereldje zat, of juist erop uit wilde om de wereld te verkennen.’ Na zijn middelbareschooltijd ging hij er bijvoorbeeld drie jaar tussenuit. Om te reizen. Dat raadt hij jonge mensen ook aan. ‘Leer eerst de wereld kennen.’ En: ‘Ga vooral werken, maakt niet uit waar.’ Zelf deed hij dat ook en werkte als jongeman zelfs in een dierencrematorium. ‘Zo leer je het meest. De rest komt later’, zegt hij vol overtuiging. Een advies dat rechtstreeks uit zijn hart en zijn eigen leven komt.

www.philipdroge.nl