Home Rob Zwetsloot Ilja Leonard Pfeijffer en ik in Genua

Ilja Leonard Pfeijffer en ik in Genua

0

Ilja Leonard Pfeijffer is de grootste Nederlandse nog levende schrijver van columns, romans, gedichten en nog veel meer. Dat denk ik althans. Misschien is er nog een grotere nog levende schrijver, maar die heb ik nog niet ontdekt. Hij is een literaire reus.

De schrijvers die ik zag in de talkshow ‘Dwars door Oost in de Jungle’ leken dwergen vergeleken met hem. Ik zag zijn rijzige gestalte in de VPRO serie Via Genua en op de cover van zijn boek Brieven uit Genua, dat ik leende van de bibliotheek op het Oosterdok. Volgens mij is hij wel 2 meter.

Toevallig was ik afgelopen week in Genua, wat een uitermate aantrekkelijke en vriendelijke en heel erg Italiaanse stad bleek. Volgens Ilja Leonard Pfeijffer vergis ik me, want volgens zijn mening, zo sprak hij voor die linkse VPRO, is dit Afrika. En daaruit blijkt dat zijn veelvuldig, exorbitant en afschrikwekkend drankgebruik, waarover hij in brieven uit Genua voortdurend opschept, zijn hersens in lichtelijk verwarring hebben gebracht, want hoewel hij zich erop voorstaat gepromoveerd te zijn in de klassieke talen, is de fundamentele aardrijkskundige kennis dat Genua in de Italiaanse provincie Ligurië ligt hem blijkbaar ontschoten. Misschien heeft hij wel de ziekte genoemd naar de man wiens naam ik altijd vergeet. En bij die linkse VPRO wisten ze ook blijkbaar niet beter.

Gezeten op een terras onder een palmboom die ik bereikte door het nemen van een de liften, die deel uit maken van het openbaar vervoer in Genua, las ik Brieven uit Genua. Ilja Leonard Pfeijffer schrijft over zijn leven als  alcoholist, over zijn talloze droeve verhoudingen met vrouwen, zijn nachten met Katje Schuurman en Ellen ten Damme op Ibiza, zijn lunch  met de koning, zijn bezoek aan prostituees, de sores in de uitgeverswereld, de cafés in Amsterdam, dichtersfestivals, nominaties voor belangrijke literaire prijzen, zijn talloze kleinere collega’s, het voetbal in Italië en de paus. Bij tijden is het boek hilarisch. Maar soms is het ook onleesbaar. Dat boek telt maar liefst 700 pagina’s. Daar had flink in geschrapt moeten worden. Een strenge redacteur of een gewiekste uitgever hadden zeker die overbodige franje  eruit gesneden.

Ik besloot  Ilja Leonard Pfeijffer te gaan helpen en te vertellen wat hij beter had kunnen doen. Volgens Brieven uit Genua zat Ilja Leonard Pfeijffer iedere dag trouw op hetzelfde terras op de Piazza del Erbe vanaf klokslag 5.00 uur aan hetzelfde tafeltje te schrijven. Dus ik daar welgemoed heen. Om Ilja Leonard Pfeijffer een paar onmisbare adviezen te  geven. Geheel gratis en voor niks zou ik de grootste levende schrijver Ilja Leonard Pfeijffer helpen zijn literair werk naar een hoger niveau te tillen en nog meer prijzen en onderscheidingen te verwerven. De Nederlandse literatuur zou me dankbaar zijn. De verkoopcijfers zouden omhoog gestuwd worden en het aantal lezers van dikke boeken zou toenemen en niet langer beperkt blijven tot ongelukkige huisvrouwen in de provincie.

Na lang zoeken, verdwalen, en zakkenrollers, junkies, oplichters, straatverkopers en prostituees van me afslaan bereikte ik vermoeid en uitgeput het juiste plein, vond het juiste terras, het juiste tafeltje, de juiste stoel. Het was klokslag 5.00 uur. En wat trof ik daar? Geen Ilja Leonard Pfeijffer. In geen velden of wegen te bekennen. Een gemiste kans voor hem. Vervuld met medelijden voor Ilja Leonard Pfeijffer ging ik zitten op de juiste stoel op het juiste terras op het juiste plein met achter het raam  een foto van  Ilja Leonard Pfeijffer en zijn roman La Superba over de stad Genua. Ik vroeg me vertwijfeld af of de Nederlandse literatuur dit moment  zou overleven.

En het is maar dat u dat weet…