‘Elke dag, even op dit bankje zitten, samen met mijn hondje. Jammer, maar dat kan niet meer. Alle banken en dat waren er zes, die hier stonden, met vier prullenbakken, zijn uit de grond gerukt. Daar heb je toch wel zo’n 6 man voor nodig om dat te laten lukken…’
Door Dick Feenstra
Hij kijkt me aan met een blik, alsof hij niet kan geloven wat hij waarneemt. ‘Hoe heet uw hond?’ vraagt hij om even afgeleid te zijn van die werkelijkheid. ‘Prince,’ antwoord ik. ‘Wat een lieve golden retreiver heeft u.’ Vervolgens zegt hij: ‘Mooi hè, om vanaf deze heuvel, uit te kijken over het Voorlandpark. Prachtig is het geworden. De plas, die er destijds lag, is dicht gegooid, om de ring te verbreden. Ik heb daar vaak in gevist op karpers, brasem en ook snoek. Na lange tijd, is het park nu, net een jaar klaar. Grote en bijzondere bomen zijn aangeplant. Nieuwe struikjes, betere afwatering, een paddenpoel en soms, gooi ik hier nog, in een gracht, mijn hengeltje uit.’

Kleine vakantie
‘Bent u in deze wijk geboren?’ ‘vraag ik. ‘Jawel meneer, ik ben vijfentachtig en toen, als jongeman, was alles, wat ik zag, vanaf hier, wijds, groen, met boerderijen en molens. Nu heb ik AOW, een klein pensioen en geniet van dit parkje, de vogels en de vele bloemen, die er bloeien. Het is mijn dagelijkse uitje, mijn vakantie in het klein. Gisteren, zat een jonge Vlaamse gaai, voor mijn voeten, die nog niet kon vliegen. Bijna dagelijks zie ik in het parkje een ijsvogel vliegen. Op die momenten kan mijn dag niet meer stuk. Die ijsvogel broedt hier vast ergens in de buurt. Woont u vlakbij?’ is zijn plotselinge vraag. ‘Ja,’ zeg ik en wijs hem waar.
Ooievaar
‘Mooie plek om te wonen.’ ‘Zeker weten,’ zeg ik en hij vervolgt: ‘Vijf jaar geleden, toen Park de Meer tien jaar bestond, werd naast de Dierenambulance, een nest geplaatst en sindsdien hoop ik dat er ooievaars gaan broeden. Weggevlogen ooievaars van de nesten op de Zaaiersweg en die van Frankendael, komen in het voorjaar, terug uit Senegal. Ieder jaar zoeken ze takjes, of voedsel in het park. Maar verder dan het nest verkennen, komt het niet. Vanuit mijn huis op de Anfieldroad, heb ik er zicht op en blijf hoop houden. Altijd. Ook als er vijf banken en vier vuilnisbakken uit de grond gerukt, beschadigd, de heuvels worden afgegooid.’
Sprakeloos
Terwijl we van de plek, waar ooit die vijf banken en vier vuilnisbakken stonden naar het bruggetje lopen zegt hij: ‘Vindt u het niet erg, om naar mijn klaagzang te luisteren?’ ‘Nee, helemaal niet’, zeg ik en hij vervolgt zijn verhaal: ‘Dit is mijn lievelingsplek en het doet pijn, als dat moedwillig vernield