Home Kunst Lang leve de IJburgfanfare!

Lang leve de IJburgfanfare!

0

Toen Axel Schappert in 2011 op IJburg kwam wonen, richtte hij een fanfare op. ‘Ieder dorp heeft een fanfare, dus IJburg moest er ook een.’ Het orkest bestaat inmiddels zes jaar en heeft elf leden. Ze willen uitbreiden. IJopener woont een repetitie bij en moet een toontje hoger spelen.

Tekst Hannie Raaff | Foto Kees Hoogeveen | IJopener

Woensdagavond half acht, de dagen zijn kort en er staat een stevige wind. De feestdagen komen eraan! De elf leden van de IJburgfanfare komen De Binnenwaai binnenwaaien, pakken hun instrumenten uit en trekken hun blauwe jasje aan voor de fotograaf. Als stukjesschrijver voor IJopener heb ik behalve pen en papier ook mijn klarinet meegenomen. Ik heb nog geen jaar les, maar Sinterklaas- en Kerstliedjes speel ik uit mijn hoofd. En noten lezen kan ik ook, dus een partijtje meeblazen moet lukken. Zeker als ik tussen twee ervaren klarinettisten in mag zitten.

Bucovina is als eerste stuk aan de beurt. Het is Balkanmuziek en het gaat hard, zowel qua volume als tempo. Dirigent Axel tikt drie keer af. Het moet anders, beter. Aan mij ligt het niet, ik heb het na twee maten al opgegeven. Dus heb ik de tijd om niet alleen te luisteren, maar ook om rond te kijken.

Ik tel twee trombones, twee altsaxofoons, één tenorsaxofoon, twee klarinetten, drie trompetten en een snaredrum. Axel geeft het tempo aan op een grote drum. Een paar muzikanten blazen een solo en niemand lijkt moeite te hebben met dit stuk. Het tweede stuk dat gerepeteerd gaat worden heet Mutter, een Klezmernummer. Nu kan ik al vier maten meespelen. Kerst- en Sinterklaasliedjes hoeft deze fanfare niet te oefenen, die spelen ze met twee vingers in hun neus. Hun repertoire ligt op een hoger niveau. Ze zijn dan ook meer een straatorkest, vergelijkbaar met de bekende Fanfare van de Eerste Liefdesnacht.

Musiceren verleer je niet
Na de repetitie komen flesjes bier op tafel en een wijntje. Het interviewen van een complete fanfare valt niet mee, na iedere vraag vallen ze alle elf in. Af en toe wijs ik een solist aan en zo kom ik het volgende te weten.

Het repertoire bestaat uit Balkan, jazz, funk, rock, soul en een beetje klassiek. Ze treden op bij de intocht van Sinterklaas, op het strand van Blijburg, op de 4 Mei-herdenking en één keer per jaar met een concert in Theater Vrijburcht. Er zijn ook optredens buiten IJburg.

Ze zijn tussen de veertig en zestig jaar oud, de meesten zijn ‘herintreders’. Als kind speelden ze een instrument, hingen dat in de puberteit aan de wilgen en haalden het er weer uit toen hun eigen kinderen stopten met de muziekschool. En dan blijkt voor musiceren hetzelfde te gelden als voor fietsen: je verleert het niet, maar je moet wel weer even wennen. En les nemen.

Het aantrekkelijke van lid worden van de fanfare is dat je met samenspelen veel sneller vooruitgaat. Je trekt je op aan de betere muzikanten. En Axel is een heel goede repetitor. Maar je moet wel trouw op repetities komen en thuis oefenen. Alle min of meer gevorderde muzikanten zijn welkom.

Tubaspeler gezocht
De fanfare wil niet alleen groter worden, maar ook beter. Hun tubaspeler is verhuisd en nu missen ze het basgeluid dat je niet alleen met je oren, maar ook met je maag kunt horen. Maar waar vind je een nieuwe?

De IJburgfanfare oefent iedere woensdag van 19.30-21.00 uur in De Binnenwaai, Ed Pelsterpark 2. Lidmaatschap 150 euro per jaar. Informatie en aanmelden bij Henriëtte Lakmaker |  [email protected]

In de plaats waar ik tot voor kort woonde, wisten ze daar wel raad mee. De dirigent spot een goede tubaspeler in het Zuidelijk Blazersensemble of de Koninklijke Harmonie. Vervolgens komt hij erachter dat de tubaspeler een gedateerde badkamer heeft, geen geld én twee linkerhanden. Bij een ‘toevallige’ ontmoeting in het café doet de dirigent een voorstel. ‘Onze klarinettist heeft een installatiebedrijf en onze saxofonist werkt bij een tegelfabrikant. Die komen jou helpen en dan heb jij tijd om bij ons te spelen.’

Maar dat was Limburg en niet IJburg. Hier doen ze zoiets niet. Toch? Axel?

 

Vorig artikel‘Of heb ik het verzonnen?’
Volgend artikelHistorie van nu