Helaas, ze zwemmen niet in een aquarium maar bivakkeren op donkere plekjes in je huis. In een rap tempo schieten ze weg zodra je het licht aandoet. Soms kom je ze tegen in de badkuip, de keukenla of onder een stapel oude kranten. In de vrije natuur zal je dit ongewenste bezoek niet aantreffen, of je moet ervoor naar (sub)tropisch gebied afreizen.
Tekst Lieneke Koornstra | Illustratie Winny Ros | IJopener
Het gemeentehuis Tytsjerksteradiel haalde het nieuws vanwege een plaag van deze beestjes die zich, hun naam ten spijt, niet voortbewegen met vinnen maar op pootjes. Een ijverige ambtenaar liet enkele dozen vallen die kort daarvoor nog in een archiefkast stonden. Aanvankelijk kwam er één zo’n griezel uit, daarna volgden er honderden. Alvorens de ongediertebestrijding het geschubde volkje met gif kon benevelen, moest in het gemeentehuis flink worden opgeruimd. Karrenvrachten papier verlieten het pand om te worden vernietigd. Stukken die niet waren te digitaliseren, zijn bestraald. Zo is er grondig afgerekend met de bezetters van het stadhuis. Al verslonden deze lastposten graag zo veel mogelijk leesvoer, toch betrof het geen boekenwurmen. Het waren papiervisjes. Samen met onder meer zilvervisjes en ovenvisjes worden ze als franjestaarten ondergebracht in de groep van primitieve, ongevleugelde insecten. De eerste beschrijving dateert van 1914.
Vooral papiervisjes
‘Om onderscheid tussen de diverse visjes te kunnen maken zijn een microscoop en goed getrainde ogen nodig’, aldus Jan Buijs, GGD Amsterdam, afdeling Dierplaagbeheersing. ‘De antennes en staartdraden (franjes) waarover ze beschikken verschillen in lengte en de tekeningen van de schubbenkleedjes zijn anders.’ Alle uit de Indische Buurt, het Oostelijk Havengebied en IJburg afkomstige visjes die Buijs in de afgelopen acht jaar te zien kreeg, bleken papiervisjes, de watervlugge beestjes uit douche- en toiletruimten incluis. Landelijk worden nog zelden zilvervisjes gezien, alleen wanneer er echt sprake is van vochtproblemen.
‘Cellulose- en zetmeelhoudende producten vormen het belangrijkste voedsel voor papiervisjes’, zegt Buijs. ‘Veruit favoriet is papier, maar ook andere materialen die uit plantaardige vezels bestaan, zoals textiel en kunstzijde, worden graag gegeten. Stukjes van groene planten, schimmeldraden, dode insecten en verzwakte soortgenoten staan bovendien op hun menu om in een goede conditie te blijven. Omdat de visjes regelmatig vervellen hebben ze verder nog de keus uit vervelhuidjes. Tijdens de verbranding van die voedingsstoffen maken hun lijfjes water aan. In geval van vochttekort zoeken ze vochtige plekken op, waarbij ze directe aanraking van het lichaam met water vermijden. Vandaar dat je ze soms tegenkomt in badkamer en toilet.’
Een sterk geslacht
Omdat de diertjes lichtschuw zijn, leven ze op donkere plekken. Gedwongen blootstelling aan meer dan een uur zonlicht overleven ze niet. Pas bij hogere temperaturen dan 41,5 °C leggen ze na een uur het loodje. Een temperatuur van 1°C wordt in verstijfde toestand maanden overleefd. Dat we hier met een sterk geslacht hebben te maken blijkt ook uit het feit dat deze franjestaart minstens 300 dagen zonder voedsel kan. Bij de voor de mens meest prettige temperaturen zijn de omstandigheden voor hen optimaal en leggen ze jaarlijks 59 roomkleurige eitjes, die na twee maanden uitkomen. Na negen maanden zijn deze borelingen geslachtsrijp. Papiervisjes kunnen acht jaar oud worden. Tel uit je winst!
De beestjes laten zich ook makkelijk verslepen. Hun voorkeur voor golfkarton maakt ze zeer geschikt voor verhuizingen. Zo verspreiden ze zich gemakkelijk in allerlei windrichtingen. Met hun slangachtige bewegingen zijn ze vervolgens goed in staat om op eigen kracht lange afstanden te overbruggen van de ene woning naar de andere. De meterkast functioneert daarbij als centraal station.
Wegvangen
Omdat het reukvermogen van de visjes beperkt is, is het zinloos lokaas klaar te leggen, zoals een aardappel in een plastic zakje. ‘Wegvangen is de meest praktische oplossing’, aldus Buijs. Dat kan allereerst met de stofzuiger. Het is niet de bedoeling dat de franjestaarten in de stofzuigerzak belanden maar in het teenstuk van een nylonkous die is vastgemaakt tussen de buis en een koppelstuk. Omdat de visjes niet tegen gladde oppervlakten kunnen klimmen, kun je ook glazen potjes neerzetten, die aan de buitenkant ruw zijn gemaakt door er papier op te plakken. Andere mogelijkheden zijn het plaatsen van lijmvalletjes en het sprayen met chemische bestrijdingsmiddelen. In alle gevallen is het belangrijk goed in beeld te hebben waar de insecten huizen. Inspecteer alle donkere ruimtes, ook losse plinten. Vergeet vooral de boekenkast niet. Plaats potjes en lijmvalletjes voor de achterwand. Een assistent in de strijd kan de lijmspuiter zijn, de enige (huis)spin die de franjestaarten de baas is en ze ongemerkt besluipt. Buijs: ‘Het is zeer lastig papiervisjes helemaal uit huis weg te krijgen. Huizen zitten vol onbereikbare holle ruimtes waarin ze van alles vinden om hun voortbestaan te garanderen.’