Home Overzicht Maak kennis met… Marli Huijer

Maak kennis met… Marli Huijer

0

‘Als het even kan, reageer ik en ga ik in gesprek met de afzenders.’

Voor Marli Huijer betekende de benoeming tot Denker des Vaderlands een meer dan fulltime baan: ze combineert het met wetenschappelijk werk als hoogleraar en lector. Dat ze kortgeleden werd overvallen door hatelijke reacties na haar vluchtelingenmanifest met een pleidooi voor een open samenleving was wennen.

Door Wil Merkies | Beeld Dineke Rizzoli

Precies op de afgesproken tijd loopt Marli Huijer (61), klein en kwiek op zwarte sportschoenen en met een zwart colbert, het Volkshotel aan de Wibautstraat binnen. Omdat het café op de begane grond vol en rumoerig is, stelt ze voor met de lift naar de zevende verdieping te gaan. Het is haar niet aan te zien dat ze op deze maandag al een drukke dag achter de rug heeft.
‘Met de trein op en neer naar Tilburg, daarna twee besprekingen en nu hier voor het interview. Het komt mooi uit dat ik vlak bij de Wibautstraat woon. En al 25 jaar met veel plezier.’ Ze wijst naar het mooie uitzicht en bestelt een flesje rabarbersap dat haar als ‘iets nieuws en lekkers’ wordt aanbevolen.

Hoe bevalt het na Hans Achterhuis en de overleden René Gude als eerste vrouwelijke Denker des Vaderlands?
‘Daar ben ik supertrots op. Vrouwen zijn nog steeds in de minderheid in de wetenschap en zeker ook in de filosofie. Daar probeer ik tegenwicht aan te bieden in mijn werk als bijzonder hoogleraar filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en als lector filosofie aan de Haagse Hogeschool.’

‘In ons handelen zijn we over het algemeen gastvrij’

Ze praat enthousiast over het feminisme in de jaren zeventig toen ze in het Amsterdamse Vrouwenhuis kwam. ‘Ik ben aan de universiteit bij vergaderingen van mijn vakgroep filosofie vaak de enige vrouw tussen verder mannen en ik probeer al jaren vrouwen meer mogelijkheden te bieden.’
Ze heeft een dochter en zoon die ook in Oost wonen. Haar partner is eraan gewend dat ze veel uren maakt: ‘Ik werk zes tot zeven dagen in de week en publiceer regelmatig.’

U krijgt weer meer tijd als de erebaan stopt…
Huijer, ontspannen: ‘Het is druk naast een fulltime baan, maar ik vind het Denkerschap eervol en je krijgt er veel waardering voor terug.’

Maar ze krijgt niet alleen waardering. Als Denker neemt ze soms standpunten in die indruisen tegen wat sommigen als goed voor het ‘vaderland’ zien. Zoals met het manifest waarin ze samen met 180 ondertekenaars pleitte voor een open houding tegenover vluchtelingen. Niet de vraag ‘Hoe houden we zoveel mogelijk mensen tegen’ zou voorop moeten staan, maar: ‘Hoe kunnen we mensen zo goed mogelijk opvangen?’ Boze reacties worden vaak in de nachtelijke uren verstuurd, vertelt Huijer, vooral door heren op leeftijd. ‘Als het even kan reageer ik en soms ga ik in gesprek, zoals onlangs in de Volkskrant met vier van de schrijvers die boos reageerden op het manifest.’

Marli Huijer: ‘Ik ben er supertrots op dat ik de eerste vrouwelijke Denker des Vaderlands ben’
De benoeming als Denker des Vaderlands geldt voor twee jaar, ze heeft nog negen maanden te gaan. ‘Maar de kans dat dan al het werk ophoudt is klein. Een van mijn voorgangers, Hans Achterhuis, stopte ruim drie jaar geleden als Denker, maar hij heeft het er nog steeds druk mee.’

Is filosofie belangrijk?
‘Ja, filosofie is zeker belangrijk en ook hard nodig. De behoefte om over zaken door te denken is groot en de belangstelling groeit.’
Ze praat bevlogen over een van haar inspiratiebronnen, de Duitse filosofe Hannah Arendt. ‘Haar werk en boeken, vooral De menselijke conditie, geven inzicht in wat ons tot mens maakt, welke condities dan vervuld moeten zijn. Ik geef college over haar en schreef onlangs mee aan een lesbrief over Hannah Arendt voor middelbare scholen.’

U publiceerde veel boeken. Komt u als Denker des Vaderlands nog aan schrijven toe?
‘In september of oktober verschijnt mijn nieuwe boek Achterblijven. Het gaat over mensen die achterblijven als hun familie of vrienden emigreren. Wat betekent emigratie voor de achterblijvers?’

Huijer betoogt in haar boek dat achterblijven en vertrekken door het ‘kleiner worden van de wereld een heel nieuwe betekenis krijgt, het definitieve afscheid lijkt verleden tijd.’ Ze kent het gevoel van achterblijven. ‘Bijna al mijn familieleden zijn geëmigreerd en wonen buiten Europa.’ Lacht: ‘Het boek is nog niet klaar, hoor.’

In de afgelopen jaren verschenen van haar Het leven is niet leuk als je je mond houdt, Discipline – overleven in overvloed en Ritme – op zoek naar een terugkerende tijd.

Huijer is geboren in Amsterdam en woont al 25 jaar in de buurt van de Wibautstraat. ‘Ik heb die buurt waar tot in de jaren negentig veel druggebruikers vertoefden, zien veranderen in een keurige toeristenwijk. Maar zowel toen als nu voel ik me er thuis. In mijn straat woonden in de jaren negentig asielzoekers, vooral uit Afrika, en dat ging prima.’

Voor Huijer was de studie filosofie na de middelbare school niet haar eerste keuze. ‘Ik wilde huisarts worden, maar er was geen werk toen ik afstudeerde in de jaren tachtig. Toen koos ik voor de studie filosofie.’

U noemt zichzelf een tussendenker. Wat houdt dat in?
Huijer neemt nog een slok van het rabarbersap dat goed smaakt. ‘Ik wil niet preken hoe de wereld eruit moet zien, maar wel mensen prikkelen om na te denken over wat er tussen hen gebeurt. Hoe is het om in Amsterdam-Oost tussen veel verschillende mensen te leven? Wat antwoord je als iemand je op straat vraagt wie je bent of waar je voor staat? Hoe kun je samen in actie komen? Onder “tussen” valt ook de ruimte tussen mensen: hoe kunnen we de openbare ruimte in Oost zo inrichten dat het makkelijk is om met mensen die je niet kent in gesprek te komen? Wat draagt ertoe bij dat een onbekende vreemdeling een vertrouwde vreemdeling wordt? Hannah Arendt zegt: “Je bent altijd onderdeel van een netwerk van menselijke relaties.”‘

Ik zag u bij het vluchtelingendebat van Dwars door Oost in Q-Factory. Zijn we wel gastvrij voor vluchtelingen?
‘In ons handelen zijn we over het algemeen gastvrij, ook al lijkt het in de media alsof dat niet zo is. Ik heb het afgelopen jaar heel wat vluchtelingen en vrijwilligers gesproken en ben onder de indruk van wat er allemaal tussen mensen gebeurt. Zo sprak ik mensen bij de noodopvang aan de Flierbosdreef in Zuidoost, bij de recente opening van het initiatief Ondertussen op de Plantage Middenlaan en in het opvangcentrum Heumensoord bij Nijmegen.’

Ze kijkt op haar horloge. ‘We moeten helaas afronden. Het eten staat klaar, een luxe als je na zo’n lange dag thuiskomt.’ Na een uitwisseling van gemeenschappelijke herinneringen aan contacten in de vrouwenbeweging en het voormalige Vrouwenhuis aan de Nieuwe Herengracht loopt ze naar de lift om op tijd thuis te zijn.