Een voorzichtige maar tevreden man blikt terug op de afgelopen vier jaar als stadsdeelvoorzitter van Amsterdam-Oost. Eén die graag de komende vier jaar verder wil als bestuurder. Het maakt niet uit dat hij dan, in plaats van gekozen door de burgers, benoemd zal zijn door het college. Sterker nog, het past beter bij zijn streven om de burger te laten beslissen: Ivar Manuel en zijn ontwikkelagenda voor lokale democratie.
Tekst Lisa Scheerder | Foto’s Marcel de Cnock | IJopener
Ivar Manuel is sinds 1994 actief in de Amsterdamse politiek. Eerst als deelraadslid in stadsdeel Oost-Watergraafsmeer, later als gemeenteraadslid en de laatste vier jaar als stadsdeelvoorzitter. Geboren in de Amsterdamse Rivierenbuurt, inmiddels al bijna de helft van zijn leven woonachtig in Amsterdam-Oost. Binnen het stadsdeel is hij regelmatig verhuisd; op dit moment woont hij in het Cruquiusgebied.
‘Er wordt vaak gezegd: die stadsdeelpolitiek gaat alleen maar om stoeptegels. Voor een deel is dat natuurlijk ook zo. Het gaat om zaken die de bewoners heel direct aangaan, die heel dichtbij zijn. Waarom zou je dan niet zelf over je straat mogen beslissen?’ Manuel zit aan zijn werktafel op de vierde verdieping van het stadsdeelkantoor aan de Oranje-Vrijstaatkade. Zo meteen zal hij een nieuwe brug gaan openen op het Sciencepark. Een loop- en fietsbrug, met een geïntegreerde waterkerende deur. Die moet ervoor zorgen dat de bewoners van de lager gelegen Watergraafsmeer droge voeten houden.
De brug zelf wordt vernoemd naar Maria Sklodowska-Curie, de Pools-Franse wetenschapper die in de vorige eeuw tweemaal een Nobelprijs won. Wat Curie precies te maken heeft met de beheersing van het waterpeil, is niet meteen duidelijk. Voordeel is wel dat het een vrouw betreft en daar is een storend gebrek aan in Amsterdam-Oost. Dat wil zeggen, voor zover het vrouwen betreft die zo’n staat van dienst hebben dat er een bouwwerk naar vernoemd kan worden. Het is een van de terugkerende gespreksonderwerpen geweest de afgelopen vier jaar in de bestuurscommissie Oost. De commissie is inmiddels vervangen door de stadsdeelcommissie.
Nieuw stelsel is beter
Als je puur naar de bevoegdheden van de nieuwe stadsdeelcommissie kijkt, is dit een commissie met aanzienlijk minder bevoegdheden dan de bestuurscommissie. Deze nieuwe stadsdeelcommissie zal met minder wapens het gesprek moeten voeren met het dagelijks bestuur van het stadsdeel. Overigens is ook het dagelijks bestuur niet meer hetzelfde: niet langer gekozen door de burgers maar benoemd door het college. Vanuit bevoegdheden gekeken en vanuit het stemrecht van de burger kun je dit een achteruitgang noemen.
Maar Ivar Manuel ziet dat anders. ‘Niet de bevoegdheden van de stadsdeelcommissie zijn mijn uitgangspunt, maar de mogelijkheden voor de bewoners om te kunnen beslissen over zaken die hen direct aangaan. Zoals de inrichting van hun straat, waar komen de fietsenrekken en hoeveel zijn er nodig? De mogelijkheden voor bewoners om hierover zelf te beslissen, zijn veel groter in het nieuwe stelsel. Er is als het ware ruimte gemaakt voor de bewoner. Door te depolitiseren. In het nieuwe stelsel hebben we geen gekozen stadsdeelraad meer. Partijpolitieke belangen spelen geen rol meer. De opdracht van de stadsdeelcommissie is om te luisteren naar de bewoners, om op te halen wat er bij hen speelt. Er zal minder afstand zijn, juist omdat de stadsdeelcommissie minder eigen bevoegdheden heeft.’
Door de ontwapening van de stadsdeelpolitiek krijgen de bewoners meer invloed?
‘Ja. Een voorbeeld: eind 2016 hebben we besloten om een nieuwe vorm van bewonersparticipatie uit te gaan proberen. In de Tilanusstraat in Oud-Oost zijn we daarmee begonnen. De inrichting van deze straat was toe aan vernieuwing, zo eens in de 25 jaar is elke straat aan de beurt. In de Tilanusstraat hebben we dat moment vervroegd, het zag er niet goed meer uit. Door loting is een groep bewoners samengesteld en die heeft de opdracht gekregen om varianten voor de inrichting van de straat te ontwerpen. Dat was niet makkelijk. De bewoners kwamen er onderling niet goed uit en dat heeft ertoe geleid dat een deel is afgehaakt. Dat moet de volgende keer anders. Maar goed, de voorstellen zijn er gekomen en er is door de bewoners over gestemd. De respons was voor Amsterdamse begrippen hoog, 45 procent heeft gestemd. Het is nu aan het dagelijks bestuur om het besluit van de bewoners uit te voeren en eventuele obstakels die er zijn, uit de weg te ruimen.’
Zitten er obstakels aan het door de bewoners gekozen voorstel?
‘Die zitten eraan. Want de bewoners zijn niet totaal vrij om de straat zo te ontwerpen als zij willen. Er zijn financiële randvoorwaarden, het moet binnen een budget passen, en over zaken als parkeerdruk heeft de centrale stad van alles te zeggen. Het is belangrijk om dat van tevoren goed aan de bewoners uit te leggen. Je moet voorkomen dat er een besluit wordt genomen dat in strijd is met die kaders. In dit geval is dat niet gelukt. Het plan van de bewoners haalt meer parkeerplaatsen weg dan mag bij deze parkeerdruk in de buurt. Van tevoren hebben we bewoners laten weten dat als ze zouden kiezen voor deze variant, het plan eerst nog langs de wethouder moet gaan voor toestemming. Ik moet dus binnenkort overleggen met de stedelijke wethouder en het wordt nog een flinke klus om hem te overtuigen, maar stadsdeel Oost en de bewoners van de Tilanusstraat ondersteunen deze variant, dus ik zal mijn best moeten doen.’
Zitten de bewoners wel te wachten op participatie?
‘Dat is wel mijn ervaring. Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is. Een deel van de projectgroep van de Tilanusstraat bijvoorbeeld voelde zich overstemd door een ander deel van de projectgroep. Iets soortgelijks zie je bijvoorbeeld ook bij de plannen van Waterhart rondom winkelcentrum Brazilië. Het proces zo laten verlopen dat iedereen gehoord wordt en dat er door de bewoners een breed gedragen besluit wordt genomen, is zeker niet makkelijk. We gaan deze projecten ook nog goed evalueren, maar duidelijk is al wel dat een goede gespreksleider, iemand die iedereen aan tafel kan krijgen en houden, heel belangrijk is voor het slagen van deze nieuwe vormen van bewonersparticipatie. Ik denk dat we meer moeten doen om de bewoners te bereiken. Naar mijn gevoel is er toch nog een groot deel dat nog niet betrokken is bij politieke besluitvorming. De zwijgende meerderheid. Het is van belang dat die zich ook gaat uitspreken En deze nieuwe vormen van bewonersparticipatie helpen ons om hen te bereiken.’
Is de dagelijks bestuurder een uitvoeringsmachine geworden?
‘Dat is precies wat we moeten zijn. In Oost hebben we de afgelopen bestuursperiode de beleidsvorming al losgelaten. Daar bedoel ik mee dat wij als verlengd bestuurder niet de taak hebben om beleid te maken, maar dat we ons tot doel hadden gesteld om het bestuursakkoord dat we met elkaar in de hele bestuurscommissie hadden gemaakt, uit te voeren. Dat is eigenlijk heel harmonieus verlopen. We hebben ons aan de afspraken die we met elkaar hadden gemaakt, gehouden. We wisten goed wat we aan elkaar hadden, we wisten van elkaar wat we belangrijk vonden en we hebben daar rekening mee gehouden. Partijpolitieke verhoudingen die ontwikkelingen tegenhouden, hebben we buiten de deur kunnen houden. Ik vind dat we in Oost minder aan politiek en meer aan democratie doen.’
Hoe gaat het nieuwe, door het college benoemde dagelijks bestuur eruit zien?
‘Het is mogelijk dat het een afspiegeling vormt van de partijen die in het college terechtkomen. Vanuit democratisch oogpunt vind ik dat niet de meest ideale oplossing. Ik vind dat het een afspiegeling moet zijn van de stemverhoudingen in het stadsdeel. Er zullen per stadsdeel drie dagelijks bestuurders zijn. Deze zouden als het aan mij ligt afkomstig moeten zijn uit de drie grootste partijen in het stadsdeel.’
Zien we u terug in de komende bestuursperiode?
‘Vier jaar is eigenlijk te kort, heb ik gemerkt. Naast je inwerken ben je als bestuurder de eerste tijd nog bezig met het afmaken van lopende plannen. Dat was bijvoorbeeld het geval met het Oosterpark en het evenementenbeleid. En alle dingen die je start, zoals de bewonersparticipatie waar we het over hadden, beginnen pas net te lopen. Die kun je niet afmaken. Dat is erg jammer. Ook vergen sommige onderwerpen een lange adem. Dat is bijvoorbeeld zo met de verkeersstromen in Oost. Heel erg belangrijk voor de bewoners: bereikbaar zijn en blijven. Daar staan we voor een grote opgave, zeker doordat we inmiddels weer behoorlijk groeien als stadsdeel. Zeeburgereiland en IJburg hebben grote problemen op dat gebied. Ik wil graag werken aan oplossingen hiervoor. Ik ben dan ook beschikbaar voor een nieuwe bestuurstermijn.’
Wat een smerige crap. Deze politicus is verantwoordelijk geweest voor een volcontinue verkeerschaos in Tuinwijck. Scooters die wegens ontbreken van verkeersborden over speelplaatsen voor 5 jarigen rijden. Auto’s en zwaar vrachtverkeer op fietspaden enz. enz. enz. enz. enz. enz.
Het prototype van een doorgedraaide sociaal democratische en neo liberale bestuursdictatuur die zijn weerga niet kent.
Een aanfluiting voor het begrip democratie. Een politieke hypocriet van de eerst orde zonder enig vorm van moreel.
Een nul. En dat durft nog een grote bek te hebben ook. Een onverbeterlijke klootzak dus.