East of Eden, Museum en de Ponteneur: drie cafés in de Dapperbuurt die decennialang toon- aangevend waren. Ze bestaan niet meer. Nu zijn er op die locaties Louie Louie, de Biertuin en Bar Botanique. De zogeheten Drie Wijzen uit Oost hebben verbouwd en veranderd. En het moet gezegd: toonaangevend zijn of worden de drie locaties ook nu weer.
Door Arie van Tol | Beeld Hans Heitgeert
Van (valse) bescheidenheid is geen sprake: Piet van der Graaf, Riad Farhat en Jason Berg koesteren en gebruiken zelf de naam ‘Drie Wijzen uit Oost’. Het is ook niet niks wat zij binnen een klein decennium op de horecakaart hebben gezet in Amsterdam Oost. Alle zaken die ze zijn begonnen lopen zeer goed. Wat de drie onderscheidend maakt is de vraag. Een groot en divers aanbod, goed personeel en een optimale prijs-kwaliteit verhouding – factoren die volgens Riad Farhat, mede het suc- ces bepalen – zijn kwaliteiten die menig minder succesrijke horecaondernemer evengoed zal noemen als kenmerkend voor zijn zaak. Het inspelen op de behoefte van de buurt vinden de Wijzen zelf de belangrijkste factor van hun succes. In de Dapperbuurt zien zij kennelijk een sterk teruglopende behoefte aan (frequent) cafébezoek van de al wat op leeftijd rakende bewoner. En het jongere cafépubliek is er volop, maar zoekt een andere sfeer dan de voormalige cafés boden.
Broodje Carribean Cod bij Louie Louie
Het is een willekeurige woensdag aan het eind van de ochtend. Twintigers en dertigers hebben de overhand in het goed bezette Louie Louie. Veel laptops, veel smartphones en veel Lattes Macchiato. Ook in de zon op het terras zijn al mensen uit de buurt neergestreken. De eerste roereieren komen uit de keuken tevoorschijn. Omdat gekozen is voor een wat Latijns-Amerikaanse sfeer worden zo direct ook een broodje Carribean Cod en de sandwich Louie Louie Torta Cubana geserveerd. Voor gewone koffie en een tosti hoef je hier niet aan te komen. In de loop van de dag zal het consumptiepatroon veranderen. Van koffies naar bieren, met onder andere het eigen merk witbier Louie Louie. En van broodjes naar taco’s en spiezen. En het zal nog veel drukker worden, binnen en op het terras. Het pand is overigens prachtig opgeknapt. Er mag dan met het slopen van de uitbouw aan de straatkant geen recht zijn gedaan aan de welstandswetten. De enorme raampartij die nu de toon zet aan de Linnaeuskant is modern, stijlvol en transparant. En ook de inrichting van de totale ruimte is opvallend mooi.
Het pand van Louie Louie is prachtig opgeknapt.
Het was leeg bij East of Eden
Het contrast met het East of Eden van de laatste jaren kan niet groter zijn. Ik kwam er soms: overdag, om in een afgelegen hoekje een soort van werkbespreking te hebben. Ik kwam er omdat ik wist dat het er leeg was, dat er dus meer dan voldoende plek was en er geen al te nabije buren in de buurt van mijn bruine tafeltje zouden zitten. In de buurt had het toen al een steeds slechtere naam. Wat doorslaggevend is voor het stempel ‘slecht’ is onduidelijk. Is het de toename van het aantal verlopen types, een toename van het aantal dronken figuren? Is het de slechte kwaliteit van het bier, zure wijn of kleffe broodjes? Is het de bediening die alsmaar botter wordt? Of is het simpelweg een ‘selffullfilling prophecy’: er komen nog maar weinig mensen, dus is het slecht. Van langer geleden herinner ik me een debat. In het zaaltje boven het café was er een verkiezingsdebat. Het was er groezelig en eenvoudig, betaalbaar dus ook. Dat gebrek aan decorum en ambitie heerste toen ook al beneden en op het terras. Dat het een bruine kroeg was en donkere hoekjes had vergoedde te weinig.

Verleden tijd: café Museum
Van café Museum ben ik frequent bezoeker geweest. In meerdere periodes. Eigenaar Cor Hameleers zwaaide de scepter in de tijd dat een overleg of een vergadering in de buurt dikwijls een informele voortzetting kreeg in Museum. We spreken van even na de eeuwwisseling. Er was een lunch- en een dinerkaart in wat heette een gezellige, vriendelijke bruine kroeg. Jazzsessies in het weekend, van tijd tot tijd exposities. Een café dat indertijd de buurtfunctie waarmaakte. Van langer terug herinner ik me geen namen, maar wel gezichten. De vrouw die dag in, dag uit háár klanten op heel eigen gastvrije wijze onthaalde, de man die zeer regelmatig achter de draaitafel zat en zijn platen, vooral in de jazzhoek, liet horen. Café Museum was een begrip. Wat overigens niet altijd garant stond voor een optimaal bezoekersaantal.
Na de verbouwing is de Ponteneur straks veranderd in Bar Botanique.
Ponteneur wordt Bar Botanique
Sluiting van de Ponteneur afgelopen december heeft tot meer verontwaardiging geleid dan het einde van Museum en East of Eden. In de ruim 25 jaar dat het café uiteindelijk heeft bestaan is de binding met de buurt dan ook sterk geweest. Alle bevolkingsgroepen uit de Dapperbuurt hebben zich er welkom gevoeld. Tot de laatste dag was de Ponteneur met haar multiculturele klantengroep het schoolvoorbeeld van geslaagde verbinding. Zelf kwam ik er soms overdag voor een koffie, soms ’s avonds voor een biertje. Maar vooral heb ik het ook lange tijd een ideale eetplek gevonden, een eetplek voor een gezinnetje dat niet al te keurig wilde zijn, de shabby stoelen wel kon waarderen en tevreden was met de niet al te dure, niet al te exclusieve gerechten. Dat er iets moest gebeuren, dat er een opknapbeurt nodig was, dat het minder ging de laatste tijd kon ook de niet al te regelmatige bezoeker niet ontgaan. Uitbater Ben van Noort erkende het ook volmondig, maar een ingrijpende renovatie kon híj niet betalen. Maar de conclusie trekken dat er aan een café als de Ponteneur geen behoefte meer is in de Dapperbuurt is vooral voorbarig en opportunistisch.
Bar Botanique Binnenkort opent op de plek van de Ponteneur Bar Botanique haar deuren. Maar voor wie?