Het Parool was onder de indruk van Parklicht, de lichtkunsttentoonstelling die aan het eind van het vorige jaar te zien was in het Oosterpark. Met een foto over twee pagina’s gaf de krant een indruk van de expositie.
De eerste twee van de drie dagen waren de weersomstandigheden niet zo best, maar de derde dag was het én zacht én droog en viel alles op zijn plek. Parklicht trok veel publiek en de sfeer was uitstekend. Organisator John Prop van de stichting Polderlicht kijkt met plezier op de lichtkunsttentoonstelling terug.
‘Van alle acht buitententoonstellingen die we tot nu toe realiseerden was Parklicht ongetwijfeld de meest consistente, tevens de meest subtiele en van een uitstekend gemiddeld artistiek niveau’, stelt John Prop vast. ‘Van de vijftien lichtinstallaties – allemaal ‘stil’ werk op basis van wit licht en/of blacklight – viel er helaas één uit. Maar de overige veertien deden wat ze moesten doen: verbazen, plezieren, intrigeren.’

Acht keer buiten
Parklicht is niet het eerste initiatief van John Prop en Loes Diephuis in de open lucht. Met de stichting Polderlicht organiseerden zij inmiddels acht buitententoonstellingen waarvan vijf in het voormalige Polderweggebied. Nadat deze buurt was getransformeerd tot Oostpoort verplaatsten John Prop en Loes Diephuis de lichtkunsttentoonstellingen naar parken. Onder de titel Parklicht plaatsten zij in januari 2015 zestien lichtinstallaties in Park Frankendael. Bezoekers gingen met een plattegrond op ontdekkingstocht, ze wandelden van kunstwerk naar kunstwerk door het historische park en bezochten daarbij onder meer de kruidenkas van restaurant De Kas, een heuse folly en het statige Huize Frankendael.
Uitstapje naar Vijfhuizen
In oktober 2015 maakte stichting Polderlicht een uitstapje naar Vijfhuizen. Een aantal historische lichtobjecten van lichtkunstpioniers uit de jaren ‘60, ‘70 en ‘80 werd op vrij intuïtieve wijze gecombineerd met lichtinstallaties en lichtsculpturen uit de periode erna. Kleinere objecten werden afgewisseld met grotere, soms ruimtevullende installaties. Ruim twee maanden lang was Polderlicht zo actief in de Haarlemmermeerpolder.
Het begon in de rafelrand van Oost
De eerste editie van Polderlicht in 2001 was bedoeld om nog een laatste keer het Polderweggebied te laten zien zoals het was: een rommelige rafelrand met veelal vage bedrijfjes tussen prachtig cultureel erfgoed waar je in de avonduren niet voor je plezier een wandelingetje maakte. Dat alles zou spoedig plaatsmaken voor de nieuwbouwwijk Oostpoort.

Eenvoudig concept
‘Het concept was eigenlijk uiterst eenvoudig’, legt John Prop uit, ‘grotere en kleinere licht-, geluid- en videowerken gingen een relatie aan met het gebied en stukjes ervan. Ze vormden samen een route en toonden het Polderweggebied op een nieuwe manier: nog steeds een obscuur, rafelig stukje stad maar met verrassende veel charme en vol verrassende hoekjes. Met een plattegrond in de hand kon de bezoeker van kunstwerk naar kunstwerk lopen: er was geen vaste volgorde, men kon overal beginnen.’
Grote en kleine kunstwerken
Polderlicht verzamelde een aantal kunstenaars die samen voor een verrassend mooi geheel zorgden. Er waren kunstwerken bij van monumentale afmetingen, zoals het geprojecteerde hoofd van Peter Zegveld, en er waren minuscule werkjes zoals het stemmetje in de boom dat Hi! How Are You? zei, van Christiane de Jong. Ook werden een paar paar ‘grote jongens’ gestrikt, waaronder Peter Zegveld en de wereldvermaarde fotograaf Erwin Olaf. Deze eerste editie was een succes. Het weer was aangenaam, de sfeer was lekker schimmig en er werden zo’n 1.500 bezoekers geteld.

Om de twee jaar
De sanering van het Polderweggebied liet op zich wachten en twee jaar later en op dezelfde basis kwam er een tweede editie van Polderlicht. Het evenement werd langzaamaan een traditie. En weer twee jaar later in 2005 kwam er opnieuw een Polderlicht. De bodemsanering van het Polderweggebied was inmiddels in volle gang en er was al het nodige gesloopt. Dat maakte terrein van de expositie een heel stuk kleiner. Geen echte ‘route’ deze keer, meer een ommetje.
Tussen bouwactiviteiten
Ook de vierde editie van Polderlicht in 2007 speelde zich af in het Polderweggebied. De bodemsanering die ook al zo bepalend was voor de derde editie, was nog steeds in volle gang. Ondertussen werd er al voortvarend gewerkt aan nieuwe gebouwen. Een groot deel van het gebied leek nog het meest op een maanlandschap en was slechts ten dele toegankelijk. Polderlicht was opnieuw een boeiende, gevarieerde tentoonstelling met ruim twintig licht- en geluidskunstwerken die vrijwel allemaal een relatie aangingen met hun omgeving.
Amsterdam Dance Event
Polderlicht 2007 overlapte met het Amsterdam Dance Event (ADE) en had ook ADE-bezoekers het één en ander te bieden. Er waren verschillende geluidsobjecten en muziekperformances te zien en te horen in het casco van het toekomstige stadsdeelkantoor aan de Oranje-Vrijstaatkade. Het casco, op dat moment niet méér dan een betonnen skelet, en de overal aanwezige bouwmaterialen bleken de perfecte ambiance voor ‘uitgeklede’ kunstwerken als de gitaren-zonder-band van Steven Vinkenoog, de diaprojectoren-zonder-dia’s van Wessel Westerveld en de orgelpijpen-zonder-orgel van Volfango Pecoraio.

Het laatste Polderlicht
Het ritme van iedere twee jaar een tentoonstelling werd nog één keer volgehouden. In 2009 was de vijfde en laatste editie van Polderlicht. Het gebied was inmiddels van alle kanten toegankelijk, de eerste openbare gebouwen waren in bedrijf genomen en de eerste ‘gewone’ straatjes met ‘gewone’ straatverlichting waren aangelegd. Ruim twintig licht- en geluidskunstwerken en installaties vormden opnieuw een ‘ontdekkingstocht’ door het Polderweggebied: een wandeling van kunstwerk naar kunstwerk.
Binnen en buiten
Net als tijdens voorgaande edities was ook in 2009 een groot deel van de kunstwerken vanaf de straat te zien of te horen. Maar de bezoeker kon nu ook een aantal nieuwe gebouwen betreden, waar kunstwerken binnen stonden opgesteld. Zo waren er werken te zien in de Brede School, Muziekmakerscentrum muzyQ, de nieuwe behuizing van Sporthal Wethouder Verheij en op én onder nieuwe Stadsdeelhuis. Het Centrum Beeldende Kunst (CBK) Amsterdam vulde Polderlicht aan aan met een kleine maar fijne expositie van lichtkunstwerken uit eigen collectie.

Veel opmerkelijke exposities
Na de serie lichtkunsttentoonstellingen in het Polderweggebied ontwikkelde de stichting Polderlicht ook elders in Oost activiteiten waarbij licht een rol speelde. De toren van verzamelgebouw de Borneohof bij het Javaplein werd een opvallend lichtbaken. Ook het Seinhuis naast het Muiderpoortstation werd omgetoverd tot kunstobject. Polderlicht keerde terug naar het Polderweggebied, dat inmiddels was omgedoopt in Oostpoort, en veroverde daar CBK Amsterdam, waar een aantal interessante tentoonstellingen veel aandacht trokken. Met Ontroerwoud van kunstenaar Wim Vonk, de expositie Lichtbaden en het verrassende Hanging Around met ‘hangende kunst’ zette Polderlicht zichzelf en de kunsthal op de kaart.
Met dank aan de stichting Polderlicht.