Volgende maand gaat Amsterdam naar de stembus om onder andere een nieuwe gemeenteraad te kiezen. Het Netwerk OuderenAdviesRaden, waaraan ook de OAR-Oost deelneemt, heeft de praktijk van de belangrijkste politieke partijen onderzocht en de verkiezingsprogramma’s doorgenomen.
Tekst Ouderen Adviesraad Oost | Illustratie Ruud Meijer
Vier jaar geleden kreeg Amsterdam te maken met een coalitie van D66, VVD en SP. Er is toen fors bezuinigd op subsidies voor organisaties van ouderen en gehandicapten. Kleinschalige buurtvoorzieningen moesten sluiten en het openbaar vervoer verloor haltes en lijnen. Over de financiering van de Noord/Zuidlijn willen we het aftredend college niet hard vallen, want die besluitvorming is van eerdere datum. Maar nu, bij de afronding, wordt er weinig met ouderen en slecht lopenden rekening gehouden.
VVD bezuinigt
Speciale regelingen zoals het Aanvullend Openbaar Vervoer en bij de zorg de Hulp bij het Huishouden waren bij de twee VVD-wethouders niet in goede handen. Ze hebben die bezuinigingen voortgezet. En zelfkritiek is niet aan de orde. Dat Eric van der Burg door de rechter moest worden teruggefloten nadat hij WMO-voorzieningen had ‘vereenvoudigd’ zullen de ouderen niet vergeten.
D66 zet buurtinitiatieven op dood spoor
De D66-wethouders zijn net als de VVD-ers erg tevreden over de nu weer aantrekkende economie, maar hebben wel oog gekregen voor de nadelen van de te grote drukte die daardoor in de stad is ontstaan. Hen valt echter zwaar te verwijten dat zij de stadsdelen geen goed functionerend bestuur gunden. De straks in 22 wijken gekozen adviescommissies zullen in de Stopera weinig kunnen bereiken. De wijze waarop D66 het stadsbestuur concentreert en zodoende welzijn, zorg en buurtinitiatieven op dood spoor zet, is schadelijk. Dat gaat ten koste van prettig samenleven met buurtgenoten van alle leeftijden, afkomst, opleiding, inkomen of wat dan ook.
SP heeft veel gedaan maar is nu wat eenzijdig
De SP wethouders hebben hard gewerkt en bijvoorbeeld veel gedaan voor bijstandgerechtigden, voor mensen met een te hoge huur en voor ouderen die moeten verhuizen vanwege het traplopen. Het nieuwe SP-verkiezingsprogramma valt wat tegen. Het is eenzijdig gericht op steun en aandacht voor minima-gezinnen met kinderen. Onze kritiek beperkt zich echter vooral tot het stemgedrag van de fractie. De SP vindt de lokale politiek minder belangrijk dan de landelijke. In buurtacties staat de fractie wel achter de buurtbewoners, maar zij blijven de andere wethouders steunen als er gestemd wordt.
Groen Links en PvdA voerden goede oppositie
Over Groen Links en de PvdA kunnen we kort zijn. Zij waren goede oppositievoerders. De PvdA heeft veel aandacht voor ouderen die een andere woning zoeken of die door de bezuinigingen het risico lopen om te vereenzamen, terwijl Groen Links meer aandacht heeft voor gehandicapten.
Andere partijen
De ouderenpartij van Wil van Soest doet haar best, maar het is niet gelukt echt voor ouderen iets te bereiken. Dat valt ook niet mee, als de wethouder ouderenbeleid, Eric van der Burg, een VVD-er is. Hij zoekt aansluiting bij de internationale Age Friendly Cities, maar stelt geen geld beschikbaar en wijst een poging tot een goede inspraak-structuur van de hand. Over de andere kleine partijen is weinig te melden. In de ouderenadviesraden wordt over het nut van de kleinere fracties verschillend gedacht.
Wonen in twee aanbevelingen
De gemeenteraad heeft onlangs een rapport besproken van de Rekenkamer over het Amsterdamse woningbeleid. We lichten twee aanbevelingen uit de discussie om kiezers de mogelijkheid te geven om gefundeerd hun stem op 21 maart uit te brengen.
1. Voor wie bouwen we woningen?
Maak een discussienota over de vraag voor welke bewoners Amsterdam een thuis wil bieden. De VVD, D66 en ook het CDA willen dat woningen beschikbaar komen voor hen, die de stad nodig heeft om de huidige economische groei in stand te houden. Dat betekent vrije vestiging van jonge mensen vanuit de hele wereld waaraan de kenniseconomie behoefte heeft. Maar de statistieken geven aan dat deze mensen over tien jaar grotendeels al weer vertrokken zijn.
Het huidige nieuwbouwbeleid met een verdeling 40% sociale sector, 40% middensector en 20% duurdere sector past bij het voorgestane beleid van VVD, D66 en CDA. Immers bij de woningen in de middensector en bij de 20% duurdere koopwoningen is er vrije vestiging.
De uitgangspunten van de drie linkse partijen, Groen Links, PvdA en SP, zijn minder gericht op wat de economie verlangt, maar meer sociaal. Zij willen een stad met een evenwichtige bevolkingsopbouw. Het wegtrekken van gezinnen met kinderen vinden zij ongewenst. Zij zien het aantrekken van een groot aantal wereldburgers als een risico voor verlies van structuur en communicatie. Wellicht vinden zij ook de huidige verdeling van de nieuwbouw in 40-40-20 een probleem. Zij benadrukken dat een aanbod van 40% sociaal nu en in de nabije toekomst te weinig is. Immers bijna alle Amsterdamse jongeren hebben als starter een laag inkomen. Voorts zijn er extra woningen nodig voor statushouders en voor ouderen die een meer passende woning zoeken. En tenslotte zijn er ook steeds meer huishoudens waarvan de partners uit elkaar gaan. Die huishoudens zijn vaak aangewezen op een of twee woningen in de sociale sector.
De drie linkse partijen willen de Amsterdamse woningzoekenden niet vergeten. Zij leggen daarbij de nadruk op het feit, dat het woningaanbod in de middensector en in de koopsector nu voor meer dan de helft terechtkomt bij niet-Amsterdammers. Plannen om daar verandering in aan te brengen zijn er wel, maar echt gereguleerd toewijzen gebeurt tot nu toe uitsluitend in de sociale sector.
2.Besteed aandacht aan de stad die Amsterdam wil zijn.
De Universiteit van Amsterdam gaat het aantal buitenlandse studenten verminderen omdat de UvA het eigen onderwijssysteem door deze te grote instroom in de gevarenzone ziet belanden. Daar is dus aandacht voor het functioneren van de universiteit. Voor de stad Amsterdam is een discussie over hoe wij onze toekomst zien ook heel wezenlijk. Blijven wij een lastige, maar lieve stad? Met aandacht voor gezinnen die dat nodig hebben? En ook voor hen die geen behoefte aan feesten in de parken hebben en/of op fijnmazig openbaar vervoer zijn aangewezen? Of willen we een stad die bovenaan de lijstjes staat op het gebied van hoge huisvestingsprijzen, van een lage leeftijdsverwachting en van veel onderling geweld?
Conclusie
De Ouderadviesraad Oost raadt u aan dit keer op een linkse partij te stemmen. Het is spannend, maar heel goed mogelijk dat er na 21 maart door Groen Links, de PvdA en de SP een coalitie gevormd kan worden. Maar dan moeten we wel gaan stemmen. Deze drie partijen vormen in den Haag een oppositie-verbond. Dat geeft ons enig vertrouwen in een goede samenwerking in Amsterdam. VVD en D66 verdienen de eerstkomende jaren in Amsterdam een bescheiden oppositieplekje.