Broedplaatsen vind je vaak in oude bedrijfsgebouwen en verlaten scholen. Kunstenaars en kleine, vaak startende en creatieve bedrijven namen er bezit van. Maar de rafelrandjes in de stad verdwijnen, de huurprijzen schieten omhoog. De behoefte aan permanente broedplaatsen is groot. De eerste permanente broedplaats in een nieuwbouwproject komt tegenover het Amstelstation. Het wordt een broedplaats van 500 m2 met minimaal vijftien permanente ateliers. In 2021 moet de broedplaats beschikbaar zijn.
De broedplaats tegenover het Amstelstation wordt onderdeel van de voorraad aan ateliers en broedplaatsen die een permanent karakter hebben. Het komt in een nieuwbouwcomplex waarbij de projectontwikkelaar verplicht wordt een deel als broedplaats te verhuren. Volgens wethouder Simone Kukenheim van Kunst en Cultuur zijn broedplaatsen nodig om de stad toegankelijk te houden voor kunstenaars en creatieven. Het draagt bij aan de creatieve gemengde stad.
Grote behoefte aan broedplaatsen
Waardering voor broedplaatsen onder kunstenaars, creatieve ondernemers en ambachtslieden is groot. Ze waarderen de contacten met anderen om expertise en kennis uit te wisselen, zij kunnen samen opdrachten aannemen en zijn elkaars klanten en leveranciers. Bekende voorbeelden van permanente broedplaatsen in Oost zijn Tugela85, Pakhuis Wilhelmina, Marci Panis, en Plantage Doklaan.
Amsterdamse inzet op broedplaatsen en ateliers
Amsterdam is de enige stad ter wereld die in die samenhang met het Amsterdams kunstbeleid, atelier- en broedplaatsenbeleid kent. Sinds 2000 heeft de gemeente € 48 miljoen vrijgemaakt voor het realiseren van nieuwe (tijdelijke) broedplaatsen. De ruim 60 broedplaatsen die mede door de gemeente zijn ontstaan, bieden ruimte aan duizenden kunstenaars en creatieve/culturele ondernemers en ambachtslieden. In 2017 zijn vijf nieuwe broedplaatsen gerealiseerd met ruim 140 ateliers. Deze broedplaatsen blijven voor langere tijd bestaan.