Iedere laatste zondag van de maand strijkt Pure Markt neer in Park Frankendael. Zo’n 75 ambachtelijke ondernemers stallen er hun waren uit. Hoe is het om als kraamhouder op de markt te staan en hoe ervaren de bezoekers de markt? Dwars ging op pad.
Door Hella de Groot
‘Je mag me alles vragen,’ zegt Silvia van den Heuvel terwijl ze de frituurbak op de tafel van haar kraam plaatst. ‘Ik zeg er maar meteen bij dat dit mijn laatste keer is, ik stop met de markten.’ Een verrassende mededeling: Silvia heeft immers een mooie plek vlakbij de entree van het terrein waar altijd wel klanten staan die trek hebben in haar biologische geitenvleeskroketten. Haar conclusie na vier jaar markten luidt niettemin: het loont niet. Tegen de tarieven voor een standplaats valt niet op te frituren, zegt ze. ‘Nu zijn ze op de Pure Markt nog heel schappelijk, maar op andere plekken betaal je de volle mep als het bijvoorbeeld regent. Bij regen komt er niemand en je hebt er wel veel werk in zitten.’ Silvia blijft wel cateren en zet nu een interactief opVOEDprogramma op waarmee ze ouders en kinderen aan het denken wil zetten over gezond eten. Als het elf uur is komen de eerste klanten aan haar kraam staan. Aan hen is Silvia’s missie om Nederland met biologisch geitenvlees in aanraking te brengen niet verloren gegaan.

Honing
Een paar kramen verderop zit Tim (20) relaxed achter zijn kraam met potten honing van het bedrijf van zijn vader, Imkerij van Randen uit Westzaan. Eén hoek heeft Tim ingeruimd voor stuifmeel, een bijvangst van honing. Opgelost in bijvoorbeeld yoghurt heeft stuifmeel een heilzame werking op mensen met hooikoorts. Tim herkent inmiddels de klanten die er speciaal voor naar hun kraam komen op Pure Markt in Oost, de enige markt in Amsterdam waar Van Randen staat. Biologisch is de honing niet (die is in Nederland moeilijk te maken), Tim gebruikt wel het woord ‘ambachtelijk’. Zijn vader – die onderweg is met meer potten honing – imkert, zijn moeder en hij ‘slingeren’ de honing los. Zijn moeder is ‘verslingerd’ aan het maken van honing, vertelt Tim, maar ze kan helaas niet komen: ze zit thuis met een nekhernia. Wat de oorzaak precies is, is niet bekend, maar, vermoedt Tim, ‘het tillen van al die kisten met potjes zal niet hebben geholpen.’

Frambozen
Het ambacht van het maken van een product is de bindende factor van de kraamhouders; Pure Markt afficheert zichzelf niet als biologische markt, al zijn er wel biologische producenten, zoals Henny van Bergeijk van Raspberry Maxx uit Brabant. Het bedrijf maakt allerlei lekkers waar frambozen in verwerkt zijn: jam, saus, taart, toetjes. Henny echter is terughoudend met het voeren van het predicaat ‘biologisch’: ‘Zeker, we zijn helemaal biologisch, maar dat schreeuwen we niet van de daken. Voor sommige mensen zit ‘biologisch’ nog in de geitenwollensokkensfeer. Wij laten zien dat frambozenproducten vooral lékker zijn’, benadrukt ze terwijl ze voor een klant drie stuks panna cotta met frambozensaus inpakt. Henny heeft ook een felbegeerde plek op de biologische zaterdagmarkt in Oud Zuid. De zaken gaan goed maar alle zeilen moeten bij. ‘Het is heel hard werken, ik ben er zeven dagen per week mee in de weer’.
Empenada’s voor Volendam
De sportief ogende dertiger Nick uit Volendam heeft zijn vork gezet in een stukje (biologische) taart, terwijl vriendin Martine geniet van een hartige hap. Ze zijn voor het eerst op de Pure Markt in Oost en zeker niet voor het laatst. ‘Ik heb hier al allerlei lekkere dingen gezien, olie, pasta…’ zegt Nick. ‘Empenada’s… die gaan we ook proberen‘ vult Martine aan. In gedachten heeft Nick ‘al twee shoppers’ met boodschappen gevuld. Goed dat ze met de auto zijn gekomen. Ze zijn speciaal voor de Pure Markt uit Volendam gekomen. In hun woonplaats is men niet zo bezig met het ‘biologische gebeuren’. Nick en Martine worden toegeknikt door een passerende man en zijn vrouw. De heer en mevrouw Van der Steenstraeten (respectievelijk 69 en 70 jaar) uit Diemen blijken trouwe bezoekers te zijn van de Pure Markt. Opgewekt bekennen ze dat ze ‘hier echt nooit iets kopen. Nóóit’. Proeven doen ze alleen van de sfeer. ‘Het is hier zo gezellig, wij vinden de mensen zo ontzettend aardig,’ zegt mevrouw Van der Steenstraeten. Eten doen ze pas als ze weer in Diemen zijn, legt meneer Van der Steenstraeten uit: ‘Ik ben een kritische eter, ik eet graag waar ik aan gewend ben.’

Wit
‘Ze mag wel maar ze durft niet,’ zegt Annemarie (35) over haar oudste dochtertje, terwijl ze de jongste in de babywagen hapjes voert. Haar dochter durft niet in de draaimolen. De schoorsteen op het terrein wordt als vanouds weer bezet door een ooievaarsgezin, op die hoogte moet goed te zien zijn dat de markt met het uur drukker wordt. Annemarie woont ‘om de hoek’ bij Park Frankendael, de Pure Markt is voor haar een plek om vrienden te ontmoeten met wie ze tot het eind van de middag geniet van de sfeer, met een goed glas wijn in de hand. Het dochtertje kijkt naar de zwierende kindjes in de kleine draaimolen, terwijl op het grasveld ernaast groepjes mensen zitten te praten en te zonnen. Opnieuw valt op dat de meeste bezoekers witte dertigers zijn uit de Watergraafsmeer.
Het ambacht van het maken van een product is de bindende factor van de kraamhouders
Ook de meeste standhouders zijn wit. ‘De producten op de Pure Markt zijn niet goedkoop, je trekt er een bepaald welstandig, overwegend wit publiek mee,’ bevestigt Boukje, partner van Paul Wiering van biologische bamboe- en tuinplantenkwekerij Wiering. Hun kraam op de Pure Markt wordt goed bezocht, op IJburg ook, ‘maar daar is nog niets op het gebied van markten’. Paul en Boukje kozen voor IJburg toen hun aanvraag voor de populaire Zuidmarkt resulteerde in een plek op een lange wachtlijst. Alle planten en bloemen die ze op de markten verkopen zijn door Paul Wiering zelf gekweekt op zijn stuk grond in Weesp –zonder chemische bestrijdingsmiddelen, ook de bloembollen die voor de vorst de grond in gaan. Door zijn grote ervaring kan Paul Wiering klanten haarfijn uitleggen wat er komt kijken bij het kweken van biologisch groen en hoe je het thuis onderhoudt. Kom daar eens om bij de jongens en meisjes van het tuincentrum! ‘Weet je dat er in dat tuincentrum planten staan die het zonlicht niet eens kunnen verdragen omdat ze teveel kalk hebben gezien?’