Home Dwars nieuws Revolverhelden

Revolverhelden

0

 Verhaal Melissa Plomp | Illustratie Ruud Meijer

‘Als ’ie zich verzet schiet ik hem voor zijn raap. Ik maak een zeef van hem!’ Grimmig kijken de vijf elkaar aan in het schemer van het zolderkamertje. Op de tafel tussen hun in ligt een berg wapens en munitie. ‘Wij zijn gangsters. En laten we dit afspreken: echte gangsters laten zich niet levend pakken!’

Betondorp komt langzaam tot leven op deze zomerse ochtend. In de slagerij in de Landbouwstraat staat een huisvrouw haar inkopen te doen. In de sigarenwinkel ertegenover helpt de winkeldame een klant bij de toonbank. De postagentschaphouder staat achter zijn loket. Vandaag worden de pensioenen uitbetaald en de dikke pakken bankbiljetten liggen keurig klaar in vakjes boven het loket. Op de vloer ligt Astor, zijn grote Duitse herder te slapen.

Voor de deur stopt een groene Ford Mercury. Met draaiende motor blijft hij staan. Vier jongemannen stappen uit. De winkeldame glimlacht vriendelijk naar een jongeman met zijn grote, warrige kuif. Maar ze komen niet voor sigaretten. Ze lopen rechtstreeks naar het postloket. De beambte kijkt op. ‘Je geld of je leven!’ Hij kijkt recht in de lopen van vier pistolen. De winkeldame slaakt een gil. ‘Mij kunnen jullie krijgen!’ Met een sprong komt de breedgeschouderde beambte uit het loket. Hij slaat op het viertal in. De beambte geeft twee van de jonge gangsters een duw. Van schrik vuren ze hun pistolen af. Een kogel vliegt rakelings langs de beambte in het hout. Een tweede kogel schampt zijn been. Een derde kogel verbrijzeld het bot in zijn arm. Maar hij vecht door. ‘Kom Astor!’ roept hij. Maar de Duitse herder blijft veilig zitten waar hij zit, met de staart tussen de poten. Hulp is ook niet meer nodig. De jongens rennen de winkel uit en springen in de Ford, die met gierende banden de straat uitrijdt. De dame die de slagerij net uitkomt met een tas karbonades, noteert vlug het kenteken op haar boodschappenbriefje.

In stilte rijden de vijf door Oost. ‘Ik schoot hem recht in zijn donder. Zagen jullie dat?’ vraagt het zwartharige knulletje van nog maar net zestien vanaf de achterbank. Hij mocht meedoen omdat hij zijn vrienden had getipt dat het postloket in de sigarenwinkel vaak grote sommen geld in huis had. Dat was hem opgevallen toen hij als schoenmakersleerling in Betondorp werkte. En nu had hij zomaar iemand neergeschoten.

‘Verdorie!’ Een passerende politieauto remt af, keert om en zet de achtervolging in. Rooie Karel trapt het gaspedaal diep in. Hoewel hij pas 22 is, heeft hij al vaak in gestolen auto’s gereden en is hij een ervaren chauffeur. Zijn broertje ‘pistolen-Toon’, slechts achttien jaren oud, met zijn wilde kuif is het brein achter de bende. Net als zijn blonde vriend ‘Slimme Cor’, twintig jaar oud, in het dagelijks leven een keurige typograaf, is hij verzot op pistolen. Ze hebben alle drie al vaak vast gezeten. Hun flinke verzameling pistolen, automatische en semi-automatische wapens, hebben ze gestolen bij verschillende wapendepots in Amsterdam. In het Vliegenbos in Noord oefenen ze ’s nachts hun schietvaardigheden. Daar is ook hun vriend Cornelis, een 18-jarige, zenuwachtige gereedschapsmaker met donker haar en een grote bril, vaak bij.

De Ford scheurt onder het spoorwegviaduct door richting Molukkenstraat. De politiewagen zit hen op de hielen. Wild draait Karel aan het stuur, rechtsaf de Valentijnkade op. En dan plots… loopt de weg dood. Ze remmen. De jongens stappen uit, hun pistolen zenuwachtig voor zich uit geklemd in hun knuisten. De agenten springen uit hun wagen en richten eveneens hun pistolen. ‘Handen omhoog, stelletje cowboys. Gooi je wapens neer.’ Zwijgend laten de jongens hun wapens zakken. Alleen de jongste ‘held’ heeft een paar waarschuwingen nodig voordat hij zijn pistool op de grond legt. Bedremmeld laten ze zich boeien en afvoeren. Van al hun bravoure is nu niet veel meer over.

Deze wildwestfilm-achtige overval vond plaats op een zaterdagmiddag in mei, 1959. De 52-jarige postagentschaphouder werd opgenomen in het OLVG met twee schotwonden. Hij had die dag 53.000 gulden in kas. Tegen de vijf ‘gangsters’ werden lange gevangenisstraffen geëist.