Het nieuwe H’ART Museum ontving vandaag de 50.000ste bezoeker voor Kandinsky. Het waren Paulien Oldenburger uit Diemen en Julietta Tiemeijer uit Amsterdam die vanmorgen met een bos bloemen en een catalogus feestelijk werden ontvangen door adjunct-directeur Paul Mosterd.
De expositie is een ode aan de grootmeester van abstracte kunst. Een uitzonderlijke overzichtstentoonstelling waarin bezoekers worden meegenomen langs het rijke oeuvre van de kunstenaar. Van a tot z, op weg naar het toppunt van abstractie. De tentoonstelling is in samenwerking met Centre Pompidou gemaakt – partner van het Amsterdamse museum.
De tentoonstelling wordt bezocht door kunstliefhebbers. Zij vergapen zich aan de bekende publiekslievelingen van Centre Pompidou. Het zijn topstukken die zelden reizen. Maar ook bewonderaars van de impressionistische stijl komen op de tentoonstelling af. Zij waarderen juist weer de schilderijen uit de vroege periode van Kandinsky. Een collectie die haast nooit wordt getoond. Compleet met Hollandse taferelen die zeker tijdens de zomermaanden tot de verbeelding spreken. Zoals een Schevenings strandgezicht en een Rotterdamse haven uit de vorige eeuw.
Exceptioneel is ook de grote Salon (1922). Waarin bezoekers als het ware in een schilderij stappen. De gigantische muurschilderingen die de Salon vormen zijn ontworpen door Kandinsky en zijn Bauhaus-studenten. Hoewel de originele versie verloren is gegaan, gaf weduwe Nina Kandinsky toestemming om de Salon te reconstrueren voor de opening van Centre Pompidou in 1977. Na de opening in Parijs is hij zelden te zien geweest, maar voor de tentoonstelling in Amsterdam is de kamer speciaal weer opgebouwd door deskundigen van Centre Pompidou.
Kandinsky is te zien in H’ART Museum tot en met zondag 10 november