In het kader van honderd jaar Betondorp sprak Dwars met Alie Lagard (98): over haar leven en de vele veranderingen in de afgelopen eeuw. Eenmaal op haar praatstoel, zit de Betondorpse vol verhalen, steekt ze haar ongezouten mening niet onder stoelen of banken en blijkt ze over een vlijmscherp geheugen te beschikken.

Wendy Danser | Foto Eddy Ellert

Alie woont in een van de karakteristieke witte eengezinswoningen in een hofje in het hart van Betondorp. Ze staat nog middenin het leven en piekert er niet over om te verhuizen. Haar moeder werd 93 en woonde ook tot het eind van haar leven zelfstandig in Betondorp. Omdat het lopen wat minder gaat, heeft ze een scootmobiel, is haar wenteltrap voorzien van een traplift en doet haar oudste zoon (73) wekelijks de boodschappen. Verder redt ze zich prima.

SDAP
Alie is in 1926 geboren in de toenmalige kraamkliniek in de Camperstraat. Vier jaar eerder kwamen haar ouders en haar broer in Betondorp (Tuindorp Watergraafsmeer) wonen. ’Mijn ouders waren een van de eerste bewoners en hebben alle spullen met een bakfiets verhuisd. Ze moesten daarbij door het zand fietsen omdat er nog geen wegen waren,’ vertelt ze. Haar  vader werkte als metaaldraaier bij Werkspoor en maakte onderdelen voor boten. Betondorp was destijds een socialistische wijk en stond bekend als een ‘rood dorp’ en een ‘arbeidersutopie’. Ook Alies ouders waren socialisten in hart en nieren. Haar vader maakte onder andere verkiezingsborden voor de SDAP, was actief lid van de Metaalbewerkersbond en 1 mei – de Dag van de Arbeid – was voor het gezin een belangrijke feestdag. Een traditie die Alie in ere houdt: ’Op 1 mei zet ik nog altijd een bos rode tulpen voor het raam.’

Ook ging ze een tijdje naar de PvdA-bijeenkomsten in het Willem Dreeshuis om 1 mei te vieren. Maar sinds er oranje taartjes worden uitgedeeld, gaat ze niet meer. Alie: ’Dat hoort niet! Het koningshuis kan van mij de pot op. Het kost alleen maar kapitalen.’

Room
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog was Alie dertien. Er volgde een onzekere tijd waarin Joodse vriendinnetjes met onbekende bestemming van school werden weggehaald. Voedsel werd steeds schaarser en Alie en ging regelmatig met haar vader ‘de boer op’. ’We reden dan op een fiets zonder banden naar een boerderij in Ouderkerk aan de Amstel om melk te halen. Een keer hadden we geluk en kwamen we er thuis achter dat we per ongeluk geen melk, maar een fles room hadden meegekregen. Die hebben we gelijk opgeklopt en op de koffie gedaan. Dat was een traktatie.’

Tijdens de oorlog werd een van haar tantes die ook in Betondorp woonde, opgepakt en gevangengezet. Alie: ’Mijn oom en tante hadden verzetskrantjes in huis, maar gelukkig was alles goed verstopt in een opening in de trap, waardoor de Duitsers niets konden vinden. Mijn oom lag in een tuin aan de overkant in het gras en zag dat mijn tante werd meegenomen. Tot onze opluchting is mijn tante later wel weer vrijgelaten.’

Eldorado
De Betondorpse ontmoette haar ex-man en de vader van haar twee zoons in een dansschool aan de Plantage Middenlaan. Tijdens haar huwelijk woonde ze een aantal jaar in de buurt van het Muiderpoortstation. Maar toen haar zoons anderhalf en vijf jaar oud waren, gingen zij en haar man uit elkaar. Ze vertelt: ‘Wij woonden in een kleine benedenwoning waarvan de woonkamer in tweeën was gedeeld door een glazen wand. We sliepen in de achterkamer en er was alleen een klein keukentje en geen douche. Ik had toen het geluk dat ik via een woningruil naar Betondorp kon terugverhuizen. Het was echt een eldorado toen ik hier terechtkwam.’

Haar twee zoons groeiden op in Betondorp, vlogen uit en gingen hun eigen weg. Inmiddels is Alie grootmoeder en overgrootmoeder en ze toont vol trots een muur vol foto’s van haar zoons, schoondochters en klein- en achterkleinkinderen.

Zonnebloem
Alie verveelt zich niet snel. Zo is ze onder andere medeoprichter van ‘Wij doen het samen’: een vrijwilligersorganisatie die in het gebouw van Dynamo activiteiten organiseert voor buurtbewoners. Daar is ze nog vaak te vinden. Daarnaast puzzelt ze, houdt ze van handwerken en tuft ze regelmatig op haar scootmobiel naar het winkelcentrum in Diemen. Ook maakt ze graag uitstapjes en in oktober gaat ze met de Zonnebloem naar een hotel in Lunteren.
Kort maar krachtig vat ze haar manier van leven samen: ’Ik blijf niet in huis zitten. Als er iets te doen is, ga ik erop uit.’