De Ouderen Advies Raad (OAR) omarmt de uitgangspunten van Age Friendly City [AFC]. Op verschillende leefgebieden stimuleert de AFC-aanpak ouderen om zelfredzaam te blijven en maatschappelijk actief te zijn. Langer zelfstandig thuis wonen is een van die principes.
Annette Wiese, Els Nicolas en Thomas Kos | Foto Annette Wiese
Uit de AFC-domeinen kiezen we nu voor communicatie en taalgebruik in de digitale zorg. Door een tekort aan zorgpersoneel is hulp op afstand met gebruik van digitale middelen in een stroomversnelling gekomen. Hoe kunnen we ouderen in het proces van digitalisering meenemen?
Communicatie en informatie
Op verschillende manieren kun je informatie overbrengen:
A – verbaal: met woorden in gesproken of geschreven taal
B – non-verbaal: met gebaren, muziek, met beeldmateriaal.
Beide vormen van communicatie kunnen ondersteund worden met digitale middelen.
Er is een verschil in taalgebruik van de overheid, instituties zoals ziekenhuizen, zorg- en welzijnsinstellingen, de belastingdienst of van gewone mensen zoals je naaste buren, enzovoort.
Om de burger te informeren is het belangrijk dat die begrijpt waarover het gaat. Hoe zorg je dat de informatie aansluit? Wat is het gemiddelde taalniveau van degenen op wie je je richt? Het ABC-model van taalvaardigheid komt dan in beeld.
Het ABC-model
Deze indeling gaat van A1 voor beginners tot C2 voor zeer taalvaardige mensen. Ertussen liggen de niveaus A2, B1, B2 en C1. Iemand met het laagste taalniveau A1 begrijpt woorden of zinnen die gaan over vertrouwde onderwerpen. Het zijn vaak eenvoudige korte zinnen. Je kunt jezelf bijvoorbeeld voorstellen en uitleggen waar je woont. C2 is het taalniveau van zeer taalvaardige lezers. Ze begrijpen alle teksten.
B1 is het niveau dat de meeste Nederlanders begrijpen en uit veelgebruikte woorden bestaat. Het is de doorsnee taal op het werk of in de vrije tijd. Zeg maar eind VMBO-niveau. De Nederlandse overheid schrijft veel op het niveau van B1. Toch valt daar nog een wereld te winnen. Een voorbeeld is het cryptische taalgebruik bij het laatste referendum van Amsterdam. In stemming wordt gebracht ‘Het voorgenomen besluit over de Hoofdstructuur’. Moet je hier nu ja of nee op zeggen, en wat heb je dan gezegd over de verdere vergroening van de stad waar het referendum over gaat? Dat kan beter en eenvoudiger met de volgende taaladviezen.
Taaladviezen
De meest voor de hand liggende taaladviezen zijn:
– denk eraan voor wie de informatie is bedoeld
– vermijd moeilijke woorden, lange zinnen en tussenzinnen
– schrijf in heldere en duidelijke taal
– vermijd vaktaal en afkortingen
– plaats opsommingen onder elkaar
– zorg voor een logische opbouw
– schrap overbodige woorden.
Spreekwoorden en zegswijzen vragen een hoog niveau van taalvaardigheid:
‘Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.’
Digitale zorg
Steeds meer instanties vragen ouderen gebruik te maken van de computer. De ontwikkelingen gaan zo snel dat weglopen geen optie is. Wat is dan de beste manier om senioren te bereiken?
Om ouderen over de drempel te helpen en bekend te maken met digitale zorg is het belangrijk het gesprek hierover aan te gaan. Wat weerhoudt hen en wat hebben ze nodig om ook de voordelen te zien? De VU en RIVM doen hier onderzoek naar. De OBA kan een belangrijke rol spelen om digitale vaardigheden te oefenen.
Voor- en nadelen
Het is belangrijk om de plaats van digitalisering in de zorg te bepalen. Het blijft een hulpmiddel en kan nooit het persoonlijk contact met de huisarts of andere zorgverleners vervangen.
De voordelen
– een gevoel van zelfstandigheid
– langer thuis kunnen blijven wonen
– meer beschikking over eigen tijd, omdat je niet hoeft te wachten
op het spreekuur of andere zorgmomenten
– je hoeft de deur niet uit en met video bellen kunnen op afstand klachten met de huisarts worden besproken
– een veiliger gevoel als de alarmknop is doorgeschakeld naar een zorginstantie.
De nadelen
– minder persoonlijk contact
– het niet hebben van een computer, laptop, etc
– problemen met inloggen en het gebruik van Digid
– de techniek laat je soms in de steek
– handleidingen zijn vaak moeilijk en voor laaggeletterden niet te begrijpen
– motorische beperkingen
– vergeetachtigheid
Een belangrijke voorwaarde voor senioren om de overstap te maken is dat het inloggen in het zorgportaal eenvoudig is, met een duidelijke handleiding.
Het ZorgDomein
Het ZorgDomein is een digitaal platform dat vrijwel in de hele zorg gebruikt wordt. Online brengt het patiënten, huisartsen, ziekenhuizen en andere zorgprofessionals met elkaar in contact. De technologie hiervoor heeft zich de afgelopen 20 jaar in razend tempo ontwikkeld en neemt een steeds grotere plaats in. Vanuit de huiskamer kan een afspraak gemaakt worden, kunnen klachten worden doorgegeven en vragenlijsten worden ingevuld ter voorbereiding van het consult.
ZorgDomein heeft koppelingen met verschillende zorginformatiesystemen en met het Elektronisch Patiëntendossier (EPD). Na verwijzing van de huisarts is het met DigiD mogelijk je online aan te melden bij bijvoorbeeld het OLVG om een afspraak te maken.
Het ZorgDomein is de grootste speler in het digitale aanbod van de Nederlandse zorg. Regelmatig zijn er langdurige storingen en vertragingen. Alle gebruikers hebben daar last van. Dat toont aan hoe kwetsbaar het Platform is.
Patiëntvriendelijke taal
Het is de bedoeling dat dokter en patiënt elkaar begrijpen en dat de arts niet vervalt in vaktaal. De Taalunie heeft aan Nictiz (Nationaal ICT-instituut in de Zorg) voor hun project ‘Patiëntvriendelijke Termen’ de Zorgtaalprijs 2024 toegekend. Nictiz is de Nederlandse kennisorganisatie voor digitale informatie-uitwisseling in de zorg. Met deze toekenning spreekt de Taalunie de waardering uit voor begrijpelijke communicatie in de zorgsector.
Digitale zorg blijft echter een hulpmiddel en zal het persoonlijk contact met de dokter en hulpverlener niet vervangen. Om meer ouderen bij de digitalisering te betrekken is eenvoud het sleutelwoord. Laagdrempelige locaties zoals de OBA kunnen kansen bieden om ouderen in de vaart der volkeren mee te nemen.
Reageren?
Annette Wiese [email protected] | Els Nicolas [email protected] | Tunny Jongejan-Maat[email protected] | Frank Stork 020 665 10 63