Aan het uiterlijk zie je het niet af, maar achter de klassieke gevel van Nieuwe Keizersgracht 94 gaat een van de charmantste hofjes van Amsterdam schuil. Al bijna 250 jaar biedt het Occo Hofje woonruimte aan uit Amsterdam afkomstige dames van katholieken huize. Op 30 mei 1774 werd de eerste steen gelegd in de toen nog vrijwel lege polder ten oosten van de Amstel. Op 21 september vierden de bewoonsters de 250e verjaardag van hun hofje.
Erik Hardeman Magazine 1018 | Foto Björn Martens
In het timpaan boven de ingang kijkt de adelaar uit het wapen van de familie Occo met gespreide vleugels neer op de bezoeker, die binnenkomt in een hal waar heden en verleden elkaar treffen. Terwijl een eeuwenoud wapenschild aan de wand getuigt van de lange geschiedenis van het complex, maakt de glazen toegangsdeur, die de bewoonsters automatisch vanuit huis kunnen openen, duidelijk dat ook de moderne techniek er ruimschoots is vertegenwoordigd.
Die deur geeft toegang tot een riante tuin die wordt omzoomd door 23 woningen en een kapel, vertelt bestuurssecretaris en beheerder Els Wenselaar die er samen met huismeester Joop Schevers voor zorgt dat de zaken in het Occo Hofje soepel marcheren. ‘Het complex is gesticht op initiatief van Cornelia Occo, een ongetrouwde Amsterdamse zakenvrouw die zoals veel van haar tijdgenoten iets goeds met haar geld wilde doen. Zij overleed in 1758, maar had in haar testament bepaald dat uit haar nalatenschap de bouw van een hofje moest worden betaald, bedoeld voor Arme Weduwen sonder kinderen of arme Vrijsters booven de vijfftig jaaren oud, van de Roomse Religie, met preeferentie soo veel mogelijke van Burgers van Amsterdam.’
Dat laatste is nog steeds een criterium om toegelaten te worden, vervolgt Wenselaar, maar de leeftijdsgrens is opgetrokken naar zestig en je hoeft niet meer arm te zijn om hier te mogen wonen, al wordt er wel gekeken of bewoonsters de inkomensgrens voor sociale huurwoningen niet overschrijden. ‘Maar belangrijker vinden wij de vraag of kandidaten qua instelling in deze woonvorm passen. Het zijn weliswaar zelfstandige woningen, maar van de bewoonsters wordt wel verwacht dat ze een beetje naar elkaar omkijken.’
‘Dat doen we zeker’, zegt Anne Walsemann die in 2007 in het hofje kwam wonen. ‘Het voelt een beetje alsof we allemaal zussen van elkaar zijn. Je leert elkaar hier best goed kennen, hoewel we toch maar weinig bij elkaar over de vloer komen. We ontmoeten elkaar meestal in de tuin. Dat is veel ongedwongener dan als je bij elkaar op visite gaat.’
In het kader van het jubileumjaar is de bewoonsters ter gelegenheid van de geboortedag van Cornelia Occo een uitje aangeboden. Anne Walsemann kwam toen met het voorstel voor een bustocht naar een beeldentuin in ’s Graveland. ‘Dat was heel gezellig, maar verder doen we hier maar weinig dingen samen. Er is ooit een leesclub geweest, maar die is een zachte dood gestorven. Enkele bewoonsters organiseren af en toe een filmavondje in de bibliotheek op zolder. En wat we soms ook nog met een groepje doen is samen eten. Er is hier in het complex een zaaltje met een keuken, waar vrijwilligers uit de buurt af en toe komen koken. Daar kan iedereen die dat wil, aanschuiven.’
Om het katholieke karakter van het Occo Hofje te onderstrepen wordt in de kapel vier keer per jaar een hoogmis gehouden, onder meer op 8 juni, de geboortedag van Cornelia Occo. Bij elke mis is standaard muziek en de dienst wordt gevolgd door een feestelijke maaltijd. Ook het 250-jarig bestaan zal op 21 september worden gevierd met een mis en een feest voor genodigden in de voor die gelegenheid geheel overdekte tuin.
Daarna zal de rust er weerkeren en dat is precies wat de bewoonsters graag willen, zegt Els Wenselaar. ‘Er kloppen regelmatig toeristen aan die de tuin willen bekijken en we krijgen ook aanvragen voor foto’s in de tuin, voor huwelijken en begrafenissen in de kapel, echt voor van alles, maar ik zeg altijd nee. We hebben het schrikbeeld voor ogen van het Begijnhof waar Jan en alleman bij de bewoonsters naar binnen lopen te kijken. Dat willen we hier ten koste van alles voorkomen.’
De familie Occo
De familie Occo was een rijke Amsterdamse koopmansfamilie. Stamvader was de uit Duitsland afkomstige bankier Pompejus Occo (1483-1537), wiens zoon Sybrand tussen 1556 en 1573 verschillende malen [een jaar] burgemeester van Amsterdam is geweest. Nazaten van deze Occo’s waren de eerste regenten van het hofje, maar al vlak na de bouw maakte ook een lid van de familie Gillès deel uit van het college van regenten. En omdat de laatste Occo’s in de negentiende eeuw kinderloos zijn gestorven, is het die familie die het Occo Hofje sinds die tijd bestuurt, vertelt Els Wenselaar.
‘De familie Gillès is begin 19e eeuw naar België vertrokken. Daar kregen ze als dank voor bewezen diensten de titel baron. Ze heten nu Gillès de Pélichy. Leden van die familie leveren dus al bijna 250 jaar bestuursleden aan het Occo Hofje, maar ze zijn geen eigenaar, want het hofje is een stichting. Ze zijn overigens zeer belangstellend en bereiden ook hun kinderen voor op het bestuurslidmaatschap. Laatst zijn er twee hier een week op stage geweest. Goed dat ze dat doen.’
Omdat het hofje een rijksmonument is, mag er weinig aan het uiterlijk worden veranderd. Dubbel glas bijvoorbeeld is streng verboden, maar gelukkig bleek het een paar jaar geleden wel mogelijk om de woningen via achterzetramen (!WOON heeft het zelf over voorzetramen) wat beter te isoleren. ‘Dat was een kostbare grap’, zegt Wenselaar, ‘maar de verhoging van het comfort en vermindering van de energiekosten waren het meer dan waard.’
Ter gelegenheid van het jubileum wordt een boek geschreven over het Occo Hofje door twee historici. Wenselaar: ‘Zij kunnen daarbij gebruikmaken van het archief van de familie Occo en met name van de dagboekjes, correspondentie en boekhouding van Cornelia, die nog bijna compleet aanwezig zijn in de Regentenkamer op de eerste verdieping. Dat is heel uitzonderlijk. Het boek komt tegen het eind van het jaar uit en dat wordt een prachtige bekroning van dit jubileumjaar.’
Anne Walsemann in de tuin waar de bewoners van het Occo Hofje elkaar doorgaans ontmoeten.