Nu steeds meer mensen een stukje openbaar groen in 1018 gezamenlijk onderhouden, ben ik benieuwd hoe zij met de onderlinge contacten omgaan. Voor dit stukje interviewde ik meerdere personen die vier heel verschillende ‘tuinen’ met verschillende afmetingen onderhouden. Eén tuin bevindt zich op privégrond van een instelling en drie op grond van de gemeente: een leeg veldje, grond om een woongebouw of langs een weg. Hoe verloopt dat gezamenlijke onderhoud?
Heleen Verschuren
Als kind woonde ik in een wijk met huizen met woeste bostuinen. Ik herinner me buren die zich in het zweet werkten om gladde gazons te maken, anderen die alleen bloeiende perken wilden of klaagden over de buren waar de brandnetel welig tierde. Mijn moeder zei soms “het is net Beverley Nichols.” Dat was de schrijver van het beroemd geworden boek Langs Het Tuinpad uit 1932, waarin hij onder het mom van tuinieren vooral de buren beschrijft die langskomen. Bij online-boekwinkeltjes vind je de volgende omschrijving: “Voor elke engelachtige Miss Hazlitt wacht er een onuitstaanbare Miss Wilkins in de coulissen. Naast elke tot nadenken stemmende professor is er een opdringerige mevrouw M, wier voornaamste overtreding misschien wel is dat ze een ‘verdomd efficiënte’ tuinman is.”
Blijf ervan af als je ’t niet zeker weet
De tuiniers vertellen dat er altijd wel één persoon bij het groepje is die veel van planten weet. Die krijgt vanzelf veel autoriteit. Door zo iemand krijgt iedereen langzamerhand inzicht in tuinieren, leert namen en krijgt al doende kennis van planten. Bij gebrek aan die kennis is voor de beginnende tuinier een plantenapp op de telefoon een oplossing. Daarmee ontdek je snel wat iets is én hoe je het behandelt. Dat is ook wel nodig want één van de tuiniers weet zich te herinneren dat ze met een beginnend groepje gingen wieden. Na afloop bleek dat niet alleen opkomend gras was weggehaald, maar ieder groen sprietje dat boven de aarde uitstak, waardoor veel opkomende bolletjes en jonge plantjes grondig waren verwijderd. Daarna werd het devies: blijf ervan af als je ’t niet zeker weet!
De tuinflow: Dat je bezig bent en niet op kunt houden
Mooier maken en waardering krijgen
Het sociale aspect heeft een grote en soms ook onverwachte rol in het gezamenlijk tuinieren. Er zijn tuiniers die beginnen voor het plezier in het buiten zijn. Zij staan er vaak niet bij stil dat met elkaar tuinieren ook betekent dat je met verschillende karakters te maken krijgt. Anderen willen juist gezellig met een groepje hun buurt opfleuren. En sommigen ontdekken dat hun medetuiniers heel anders denken over wat mooi is. Vaak is er wel een oplossing: een tuin wordt in vakken verdeeld waarvoor ieder de zorg heeft. Anderen sluiten zich af van de communicatie, maar zijn er wel bij als er even gezamenlijk gepauzeerd en gekletst wordt. De positieve ervaring is, naast het buiten met je handen bezig zijn, dat je al doende toch elkaar leert kennen waardoor onverwacht lief en leed wordt gedeeld. Een prettige ervaring is ook het contact met mensen uit de buurt die langslopen en het krijgen van complimenten.
De groepsapp is goud waard
In iedere groep doet zich ook een natuurlijke organisator en regelaar voor. De ene groep tuiniers komt wekelijks bij elkaar, op een vaste dag en tijd. Anderen werken liever met e-mail of een groepsapp. Als de organisator een oproep doet met een agendaplanner erbij, kan gekeken worden op welke dag en tijd de meeste mensen willen komen. Zo’n
groepsapp heeft een bijkomend voordeel: er wordt duidelijk wie snel, nooit of positief reageert, maar toch steeds niet komt. Zo’n tweemaal per jaar groter uitpakken met koffie, thee of limonade en wat lekkers is een manier om buren te betrekken bij het onderhoudswerk en de tuin. Handig als er veel moet gebeuren, zoals bollen zetten in het najaar, wieden in het voorjaar. Ook organisatoren kennen ergernissen: mensen zeggen toe dingen te doen, maar doen het niet, vergeten afspraken en natuurlijk zijn er mensen die zich overal mee bemoeien, ook in de app, maar nooit iets doen. En niemand wil hun taak overnemen!
Eén van die taken is het bewaken van de financiën. Zij die een stuk grond van de gemeente onderhouden en daarvoor een contract tekenden, krijgen een budget voor het onderhoud. Maar er moet wel met bonnetjes verantwoording over worden afgelegd aan de gemeente. Meestal is er één iemand die aanbiedt dat te doen. Maar dat is nog wel een klusje: van iedereen bewaarde bonnetjes vragen, administreren en digitaal inleveren om het terug te krijgen. Lastig is dat je dit geld dus eerst zelf moet voorschieten en dan terug krijgt. Niet iedereen heeft die financiële reserve waardoor je dit onderling goed moet zien te regelen.
De mooiste ergernis
Tja, we kennen de grootste ergernis: hondenpoep. Maar ook de eigenaars die hun honden dwars door en over de bloeiende bollen laten lopen of jonge plantjes uit de grond laten krabben (na het poepen). Studenten die hun fietsen midden tussen de planten kwakken of mensen die de kortste weg over de planten nemen. Maar de mooiste ergernis: een automobilist die zijn auto midden in het bloemperk langs de waterkant en op de beplante boomspiegel parkeert zodat de afstand van de auto tot zijn bootje zo kort is, dat hij de accu van zijn boot kan opladen met de auto. Dat had Beverley Nichols nooit kunnen bedenken.