Het Stadsarchief viert de nacht met een tentoonstelling die je meeneemt op reis door de Amsterdamse clubscene. Met schitterende foto’s van onder anderen Claudie Crommelin en Ronald Schmets, nieuwe kunstwerken van Bogomir Doringer en Juha van ’t Zelfde, en VJ-installaties van Heleen Blanken en Gerald van der Kaap, bijzondere documenten uit het Stadsarchief en persoonlijke verhalen en herinneringen van clubbezoekers
van toen en nu.

Meerdere generaties clubgangers hebben in het Amsterdamse nachtleven hun identiteit ontwikkeld, vriendschappen gesloten en liefdes gevonden. In de club kan schaamte worden afgeschud en tellen de regels van de dag niet. Een spannende club vormt een universum op zich: een plek waar je alle besef van tijd en plaats verliest en volledig opgaat in het hier en nu. Het is een plek van uitproberen, mislukken en weer opnieuw proberen.

Met deze tentoonstelling, samengesteld door gastconservator Manique Hendricks, wil het Stadsarchief Amsterdam het publiek inspireren en belangrijke aspecten van clubcultuur in Amsterdam onderzoeken. Wie waren de spelers? Hoe gingen ze te werk? Wat is de impact van clubs geweest op makers en bezoekers? En hoe heeft de nacht de dag beïnvloed? Wie danst is vrij verkent de belangrijkste aspecten van clubcultuur in Amsterdam van 1980 tot nu aan de hand van foto’s, persoonlijke verhalen, flyers, video, muziek, beeldende kunst, documenten en unieke objecten. Herinneringen uit onder meer de RoXY, iT, Mazzo, Club11 en Trouw uit Oost worden gecombineerd met de verhalen achter hedendaagse clubs en organisaties zoals Paradiso, Spielraum, 3X en Garage Noord.

In het historische gebouw De Bazel spreidt de tentoonstelling zich uit over meerdere verdiepingen, van de tentoonstellingszaal tot de tussenverdiepingen en de machinekamer. Zo wordt zichtbaar wat de nacht zo belangrijk maakt voor de stad: het is de plek voor innovatie, emancipatie, experiment en creativiteit, van bevrijding en vrijheid die hun weg vinden naar de dag.