De weidsheid en het zand geven me het gevoel alsof ik over het strand loop,’ zegt de een. ‘Mij doet de kleur groen van de gebouwen aan Scandinavië denken,’ zegt een ander. ‘Met die houten wanden en plafonds waan ik me in een Zwitsers chalet,’ voegt een derde daaraan toe. Broedplaats Baggerbeest is misschien niet zo een, twee, drie te plaatsen, maar waar iedereen het over eens lijkt te zijn, is dat Amsterdam er een unieke plek bij heeft.
Sara Kee | Foto’s Jimena Gauna
Als allereerste gebouw van de nog te verrijzen Sluisbuurt op Zeeburgereiland gaat Baggerbeest de komende tien jaar het sociale en kunstzinnige middelpunt van deze nieuwe wijk zijn. Er is een horecavoorziening met een terras, een grote zaal voor optredens en workshops en genoeg buitenruimte voor makers-markten, misschien zelfs wel kleine festivals. Deze maand druppelen de eerste huurders hun spiksplinternieuwe ateliers binnen. Terwijl sommigen nog dozen uitpakken, zijn anderen al aan het werk. Wie zijn deze pioniers op de zandvlakte? Wat bracht ze hier en wat brengen zij naar deze plek?
Als eerste kloppen we aan bij Edson Bruno Filho en Peter Kist. Zij zitten in het allerachterste atelier. Bruno: ‘Deze ruimte was degene die mij het meeste aansprak toen we kwamen kijken. Een vriendin had ons op deze nieuwe broedplaats gewezen, zij heeft nu een atelier in het andere gebouw.’ Peter: ‘We zaten in een loods op Zeeburgereiland, hier vlakbij. De gemeente wil daar in de nabije toekomst gaan bouwen, ze stellen dat steeds uit, maar het is geen fijn gevoel dat elk moment het einde kan worden aangekondigd. Hier hebben we de zekerheid dat we kunnen blijven en daardoor hebben we kunnen investeren in een mooie vloer en stevige stellingkasten die we met hulp van een vriend getimmerd hebben.’ In de grote kasten kan Bruno zijn kunstwerken veilig stallen en ze achter een gordijn uit het zicht houden. Bruno: ‘Want je kan niet aan iets nieuws werken, terwijl je naar oud werk kijkt.’
De liefde bracht Peter en Bruno samen. Bruno was al kunstenaar en Peter begon hem te helpen door materialen en contacten te organiseren. Wanneer Bruno voor grote beelden of andere opdrachten een extra paar handen nodig heeft kan hij op Peter rekenen. Beide mannen zijn al in de zestig, maar van stoppen met werken is geen sprake. Ze verheugen zich juist op deze nieuwe plek, met nieuwe mensen om zich mee te verbinden. Bruno: ‘We kunnen hier weer in een nieuwe stroom komen.’
Hoewel de Braziliaanse Bruno al dertig jaar in Nederland woont, stralen de felle kleuren en de vele dieren en andere fantasiewezens in zijn werk een tropische speelsheid uit. Bruno: ‘Ik ben een beetje infantiel.’ Hij lacht: ‘Ik ben altijd heel blij als ik kan werken met kinderen, met hen voel ik me echt vrij om iets te creëren.’
Naast het maken van beelden en schilderijen geeft Bruno workshops voor volwassenen en kinderen, al vanaf 4 of 5 jaar. Hij werkt het liefst met papier waarmee hij laagje voor laagje boetseert. Niet alleen is papier een fijn materiaal, het leent zich ook uitstekend voor recycling. In een workshop is er altijd een thema, vaak maken ze beestjes of insecten: iets dat je na afloop mee naar huis kan nemen. Toevalligerwijs werken Bruno en Peter vaak samen met De Rode Loper, een organisatie die zich specialiseert in kunst en kindereducatie. Zonder dat ze het van elkaar wisten zijn beide naar Baggerbeest verhuist, hun ateliers liggen zelfs naast elkaar. Bruno: ‘We kennen behoorlijk veel andere atelierhouders hier, mede doordat we in Oost wonen en daar al twintig jaar aan het werk zijn. Ik vind het heerlijk al die mensen. Mijn vorige studio lag erg verborgen, niemand wist waar ik was. Hier heb ik ramen aan de straat, iedereen komt langs. Het lijkt wel alsof ik een patatzaak heb!’
Ons volgende bezoek is aan de drie ateliers van collectief De Derde Plaats. Het collectief bestaat uit: Jelly Hogendorp, Sifra Coulet, Vivian Mac Gillavry, Werner de Valk, Ronald Boom en Jef Nollet. Ze ontmoetten elkaar op de vijfjarige avondopleiding van de Rietveld waar ze alle zes in 2021 afstudeerden. Sifra is conceptueel kunstenaar, binnen haar (collectieve) onderzoeksproject Drift. Oefeningen in de-automatiseren, organiseert ze dit najaar een socratisch gesprek waarin het concept veilige ruimte wordt bevraagd. In het atelier van schilder Ronald hangen vele schilderijen van stoelen aan de muur, naar eigen zeggen ervaart hij veel vrijheid in het schilderen door het kiezen van één specifiek onderwerp. Vivian maakt o.a. grote tekeningen met metaalsculpturen erin, haar bureau in Baggerbeest is vooral om ideeën uit te denken, ze gaat naar een andere werkplaats om te lassen en ets apparatuur te gebruiken. Jelly maakt poëtische installaties met objecten, foto’s en tekst. Werner werkt als audiovisueel kunstenaar en maakt films en geluidsinstallaties. Jef maakt als interdisciplinair kunstenaar o.a. videowerken sculpturen. Ze hebben als collectief al drie exposities gehouden. Jelly: ‘De eerste twee keer presenteerde ieder zijn eigen project, de derde keer hebben we samen één werk gemaakt. Die expo heette: ‘Nee, het was zo.’ We waren een dag met elkaar door de stad gaan lopen, een dwaaltocht zonder telefoon, bijna geen geld op zak en aan het einde vroegen we ons af: waar ging deze dag over? Toen kregen we zes verschillende visies die we in de expositie hebben neergezet.’ Vivian zegt: ‘Eigenlijk zijn we op zoek naar wat het inhoud om een collectief te zijn.’ Sifra: Om de week komen we op woensdagavond met z’n allen bij elkaar. Tussendoor zien we elkaar natuurlijk ook. Onze drie ateliers in Baggerbeest liggen naast elkaar, we hebben onszelf zo verdeeld over de ruimtes dat je soms samen bent, maar ook tijd hebt om alleen te werken.’
Voordat ze in Baggerbeest neerstreken had het collectief een werkplaats in De Rechtbank, een antikraak locatie. Vivian: ‘Het is geen fijn gevoel dat je binnen een maand weggestuurd kan worden. Vlak voor de verhuizing naar Baggerbeest kregen we te horen dat we anders in november hadden moeten vertrekken.’ Sifra: ‘Bovendien leefde iedereen daar langs elkaar heen. Hier is het totaal anders. We hadden laatst een BBQ, mensen zeggen hoi op de gang. Het is leuk om te ontdekken wat voor mensen en disciplines hier zitten. Ik hoop dat we echt een community worden, met een tuin enzo.’
Vanuit hun ramen op de eerste verdieping hebben de leden van De Derde Plaats uitzicht over de vlakte die straks de Sluisbuurt wordt. Ronald: ‘In Almere woon ik al jaren in een steeds veranderende omgeving. Ik vind dat leuk om naar te kijken: Hoe komt het tot stand? Wie zijn erbij betrokken? Heel prikkelend.’ Sifra: ‘Het sleutelwoord in mijn werk is constructie, dus dat past hier goed.’ Ook voor Jelly, die voor haar leven als kunstenaar werd opgeleid tot socioloog, biedt een ontwikkelende wijk een interessant perspectief. ‘Mijn werk gaat over ‘waar voel je je thuis?’ Daarnaast vind ik het als Friezin heel fijn dat er water is. Als ik naar buiten kijk zie ik boten varen.’
Het laatste atelier dat we vandaag bezoeken is van Regina Rorije en Carine Beelen. Beide dames werken onafhankelijk van elkaar, Regina als kostuumontwerper, Carine in het coördineren, maken en verven van kostuums voor theaterproducties. Sinds 2021 hebben ze hun krachten gebundeld in het project Mrs. Green Lab waarin duurzaamheid en recycling van kleding centraal staan. Regina: ‘Het is een lab, want we zijn hier echt aan het experimenteren. We verven kleren die niet meer gebruikt kunnen worden vanwege vlekken. We camoufleren niet alleen, we geven de kledingstukken een nieuwe uitstraling. Daarnaast organiseren we workshops om dit soort technieken door te geven, met volwassenen en kinderen.’
De kleren die ze in het atelier hebben hangen zijn stuk voor stuk unieke designs, veelal witte stoffen, want die zijn het meest kwetsbaar voor vlekken. Carine: ‘We gebruiken enkel natuurlijke verfstoffen, bijvoorbeeld roest, of uit bloemen en planten geëxtraheerde kleuren. Zo staat er nu een pan met dahlia’s op het vuur, want ik ben bij een kwekerij langs geweest waar ik alle oude bloemen mocht meenemen. Het lijkt mij trouwens heel leuk om in de buitenruimte van Baggerbeest een verftuin op te zetten, zodat we onze eigen kleurstoffen kunnen groeien.’ Regina: ‘Dat lukt thuis niet op onze balkonnetjes.’
Voor Regina en Carine is het de eerste keer dat ze een atelier hebben. Voorheen werkten ze allebei vanuit huis. Regina: ‘Door ons vestigen in Baggerbeest zetten we een volgende stap in Mrs. Green Lab. Hier kunnen we mensen ontvangen, workshops geven.’ Carine: ‘Onze kledingstukken zijn te koop bij NDSM Fuse, een hele fijne locatie, maar alle kunstenaars die in de NDSM Kunsthal werken, zitten daar al heel lang. Wij hebben gekozen voor Baggerbeest omdat iedereen hier aan het pionieren is.’ Regina: ‘Een paar deuren verderop zitten kunstenaars die van afval en etensresten nieuwe producten maken. Wij doen dat ook: met uien.’ Lachend: Het zal hier op de gang af en toe wel interessant gaan ruiken.’
Op weg naar de uitgang werpen we een blik in de zaal. Heel groot en heel licht met aan drie kanten ramen. Een paar bouwvakkers leggen er de laatste hand aan, zeer binnenkort zullen hier optredens, workshops en exposities geprogrammeerd worden. Buiten is de zon aan het doorbreken, het is niet moeilijk om je hier een vol terras voor te stellen. Op de ramen van een gebouw waar we vandaag niet binnen zijn geweest staat ‘Sluislab’. Hier gaat de hogeschool InHolland met zijn studenten de ontwikkeling van deze nieuwe wijk bestuderen. In de verte zie je al het glazen gebouw dat de nieuwe campus van InHolland wordt. Straks zullen er dagelijks honderden studenten naar deze plek toekomen, maar vandaag is de enige activiteit op dit grote terrein nog alleen bij Baggerbeest. Er komt een meisje aangereden met een bakfiets vol planten en andere spullen. Weer een pionier die zich komt settelen.