Home Magazine 1018 Fietsfobie

Fietsfobie

0

Column Leeuw van Moerkerken

Midden in de nacht gaat mijn telefoon. Het is wethouder Melanie van der Horst.
‘Ik heb weer visioenen!’, schreeuwt ze in paniek.
‘Rustig, Melanie. Adem diep in en adem uit. Wat is er aan de hand?’
‘Ik zie ze weer, ik zie ze weer. Overal fietsen. Bergen fietsen op alle pleinen in Amsterdam, met voetgangers die er levend begraven onder liggen. Ik hoor ze roepen: ‘Dit is een zebrapad, hoor!’ Maar het helpt niet. Amsterdam in 2040 en ik ben de enige die er wat aan kan doen!’
‘Melanie, rustig! Hier hebben we het over gehad: fietsen zijn niet eng! Neem een oxazepammetje en dan gaan we even rustig proberen de angsten weer terug in hun doosje te doen.’
Oké, oké.’
‘Visualiseer eens een fiets die fout geparkeerd staat’, zeg ik.
Ik hoor de wethouder bibberen aan de telefoon bij deze gedachte.
‘Oh nee, niet een foutgeparkeerde fiets!’
‘Rustig, zeg mij na: Ik ben niet bang voor fietsen.’
‘Maar het straatbeeld dan? En de voetgangers.’
‘Voetgangers zijn niet bang voor geparkeerde fietsen. Voetgangers zijn toeristen, die prima om een geparkeerde fiets heen kunnen lopen.’
‘Oké, oké.’
‘Visualiseer nu eens een fietser die niet stopt voor een voetganger op een zebrapad,’
Van schrik laat de wethouder haar telefoon vallen. Na wat geruis hoor ik dat ze hem weer tegen haar oor houdt.
‘Maar dat is toch niet ordelijk’, zegt de wethouder, ‘hoe kunnen we nou een wereldstad zijn en niet eens voetgangers voor laten. Nee dit gaat te ver! Ik moet hier beleid voor maken!’
‘Nee Melanie, denk goed na voordat je iets doet: visioenen zijn een slechte raadgever. Weet je nog dat je de snelheidsverlaging naar dertig kilometer per uur niet hebt laten gelden voor taxi’s op de trambaan, omdat je dacht dat je Uberchauffeur de Messias was. Of toen je de Weesperknip proef opstartte, omdat je dacht dat jij zélf de Messias was. Dat is je allemaal natuurlijk vergeven, we doen allemaal wel eens gekke dingen waar we later spijt van krijgen. Jouw voorganger had ook een fietsfobie, die heeft toen die totaal nutteloze fietsenstalling onder het Leidseplein laten aanleggen, zodat het plein fietsvrij zou worden, pas daarna is ingevoerd dat wethouders altijd een noodnummer van een therapeutisch columnist krijgen voor als ze fietsgerelateerde paniekaanvallen hebben. Het is een bekend ziektebeeld. Je wordt wethouder van verkeer en je ziet al die fietsen, er is geen overzicht, er zijn geen regels die aansluiten bij de werkelijkheid, maar zeg nou eens eerlijk: het werkt toch? Mensen komen waar ze wezen moeten. Amsterdammers fietsen nog steeds graag. Voetgangers, automobilisten en door rood rijdende fietsers leven harmonieus samen. Als wethouder wil je het vastgrijpen en omvormen zodat je de logica snapt, maar dat moet je niet willen. Laat het los. Het Amsterdamse fietsverkeer is het mooiste wat er is. En ja, er wordt wel eens iemand liefdevol uitgescholden voor een langvergeten ziekte. Of er botst wel eens iemand op tegen een voetganger die denkt voorrang te hebben op een zebrapad, maar verder is er niets aan de hand. Laat je niet leiden door angst, Melanie! Ga maar weer rustig slapen!’