Hij werd geboren in een klein dorpje in het midden van Turkije (‘het Groningen van Turkije’). Hij had als kind weinig zin om naar Nederland te verhuizen, omdat hij liever in Turkije op school was gebleven. Maar op zijn negende kwam hij toch met zijn ouders in Amsterdam te wonen. Nu 38 jaar later runt Aslan Gogdemir (47) zijn goedlopende Versmarkt aan de Beukenweg 26.

Fokko Kuik interviewt bekende en minder bekende, oude en nieuwe ondernemers in Oost. Anja van Mil maakt de foto’s

De kiem voor dit zelfstandige ondernemerschap werd al in zijn puberteit gelegd. Al vanaf zijn dertiende werkte hij vaak mee in de groentezaak van zijn vader in Amsterdam-Zuid. Toen die zijn winkel na vijf jaar verkocht, waren hij en zijn broer nog te jong om de zaak over te nemen en kozen ze voor andere beroepen. Aslan werd politieagent. Hij vond dat aanvankelijk een leuk beroep, maar het betaalde slecht en na acht jaar besloot hij om ondernemer worden. Hij haalde zijn diploma’s om zelfstandig taxichauffeur te worden en heeft dat ook zo’n vijftien jaar gedaan.

Toen hij hoorde dat een Turkse jeugdvriend met zijn groentewinkel aan de Beukenweg wilde stoppen om zich volledig op leveringen aan de horeca te concentreren, zag Aslan de kans schoon om zijn jeugddroom in vervulling te laten gaan. Met z’n spaargeld verbouwde hij de winkel tot wat het nu is. Hoewel groente en fruit centraal staan in het assortiment is het bijna een complete supermarkt geworden.

Van buitenaf oogt de winkel helemaal niet groot, maar als je eenmaal binnen bent en even doorloopt, kom je in een volledig gekoelde ruimte waar de verse groente- en fruitproducten uitnodigend op je liggen te wachten. In het begin stalde hij veel producten overdag buiten uit, maar de temperatuurwisselingen waren niet goed voor de houdbaarheid van sommige producten. ‘Ik heb me toen wel even zorgen gemaakt over de vindbaarheid van mijn groenten, maar al snel wisten de klanten de weg naar de koelruimte te vinden.’

‘Na een tijdje ben ik ook vlees gaan verkopen en nog weer later ben ik ook pakketdiensten aan gaan bieden, maar dat werd allemaal teveel.’ Inmiddels werkt zijn slager zelfstandig binnen de winkel en heeft zijn zoon de pakketactiviteiten overgenomen. Gelukkig kon die de bloemenwinkel van de buurman overnemen, want op een gegeven moment werd de winkel echt te vol.

Zijn inkoop doet Aslan dagelijks in de centrale markthallen. ‘Ik wil alleen eersteklas producten’, vertelt Aslan, ‘Als de kwaliteit onder de maat is weten mijn leveranciers dat ik er mee terugkom. Ik wil de kwaliteit van een groentejuwelier, maar dan wel voor de prijs van een Turkse groentewinkel. Mijn klanten weten dat te waarderen. De meesten komen uit de buurt, maar sommigen blijven ook terugkomen als ze allang uit Amsterdam zijn verhuisd. Vooral op zondag, als het parkeren hier gratis is, komen ze nog graag even langs om wat voorraad in te slaan en een praatje te maken’.

De zaak is alle dagen van de week open. ‘Ik maak werkweken van zo’n 86 uur’, rekent Aslan me voor. ‘Dat is best veel, maar ik zie het niet alleen maar als werk. En in de zomer gaan we een maand dicht om even bij te komen.’

Toen de coronapandemie uitbrak hebben ze in twee weken een website gebouwd om ook online te kunnen verkopen. Bestellen kan nog steeds. De producten worden dan per fiets bezorgd door Peddler, maar dan betaal je uiteraard wel wat meer dan in de winkel zelf. Weggooien hoeft Aslan nooit iets. Via de app ‘too good to go’ biedt hij regelmatig restpakketten aan.

Hoewel Aslan nog lang niet denkt aan stoppen hoopt hij dat zijn jongste zoon (13) hem later kan en wil opvolgen. Zijn oudste zoon heeft het inmiddels druk met de pakkettenshop naast de winkel en zijn dochter studeert rechten. Plannen om groter te worden of om meer winkels te openen heeft Aslan niet. Dan heb je meer personeel nodig en dat is ingewikkeld in Nederland, dus het is goed zoals het nu is met een paar vaste mensen in dienst.

Hij wijst me trots op de fraaie saladebar, die midden in de winkel staat. ‘Die heb ik een keer midden in de nacht op Marktplaats gevonden’ en daarin zijn de salades, die zijn vrouw dagelijks vers maakt, te vinden. Het ziet er allemaal heerlijk uit.

Als ik al op het punt van vertrekken sta, waarbij ik vertel dat ik jaren bij de gemeente Amsterdam heb gewerkt aan het verkeersbeleid, deelt Aslan zijn ergernis met me over de vele opbrekingen in de stad. Als ex-politieman en ex-taxichauffeur kent hij de routes in de stad als geen ander, maar nu is het bijna niet meer te doen om dagelijks naar de Markthallen te rijden, vindt hij. En als we het er dan toch over hebben: dat ‘verboden rechts afslaan verkeersbord’ op de hoek van de Eerste Oosterparkstraat moet wat Aslan betreft ook zo snel mogelijk verdwijnen omdat het overbodig is. Dus als er iemand van het Stadsdeel meeleest: kijk er nog eens goed naar of vraag Aslan nog eens wat hij bedoelt.