Straten en trottoirs liggen voortdurend open, ook in Amsterdam Oost. Eén van de redenen is de aanleg van een glasvezelkabelnet. Een sneller internet mag kennelijk wel wat kosten, aan overlast en (later) aan abonnementsgeld.
Tekst en fotografie Arie van Tol
Wethouder Alexander Scholtes is in Amsterdam verantwoordelijk voor ICT & Digitale Stad. Een interview met hem bleek een brug te ver. Vragen over gemeentelijk beleid rond de actuele aanleg van glasvezelkabels en de daarmee gepaard gaande overlast konden ook door ambtenaren beantwoord worden. Na een korte samenvatting van de historie zijn die antwoorden leidraad in onderstaande tekst.
Historie
Glasvezel wordt sinds 2019 aangelegd in Amsterdam. Dat is heel veel later dan in andere gemeenten. En dat is ook heel veel later dan oorspronkelijk de bedoeling was. In een onderzoeksrapport van de Rekenkamer Amsterdam uit 2014 valt te lezen dat de gemeenteraad van Amsterdam geruime tijd geleden heeft besloten ‘de hele stad met een zo gering mogelijke en tijdelijke gemeentelijke (financiële) betrokkenheid aan te willen sluiten op glasvezel.’ De opzet was namelijk dat al in 2010 een groot deel van het glasvezelnetwerk aangelegd zou zijn. Diverse juridische en commerciële obstakels leidden echter tot oponthoud en in het onderzoeksrapport wordt 2018 nu genoemd als streefjaar van een toekomstbestendig, universeel en open toegankelijk glasvezelnetwerk.
Hoe de impasse bestuurlijk is doorbroken en in 2019 kon worden gestart met de aanleg is op de gemeentelijke website niet te achterhalen. De zoekterm ‘glasvezel’ levert geen enkele link op.
Concurrentie
De historie van het glasvezelbeleid in Amsterdam was al met al verre van succesvol. Maar ook de actuele realisatie van de aanleg en aansluitingen van kabels roept veel vragen op. Zo verbazen veel bewoners zich over het twee keer openbreken van de trottoirs voor hun deuren om twee keer een glasvezelkabel aangelegd te zien worden. Als het tot nog toe bij één keer is gebleven, komt die tweede keer er zeer waarschijnlijk ook wel, aldus de gemeente. ‘De telecomwetgeving verplicht de gemeente concurrentie mogelijk te maken. De sturingsmogelijkheden voor gemeenten binnen deze wet zijn beperkt’ is de verklaring. Zo bezien mogen Amsterdammers blij zijn dat er slechts twee internetaanbieders actief zijn in Amsterdam: KPN en Open Dutch Fiber (ODF).
Uitzondering
KPN en ODF bieden verschillende internet providers hun diensten aan. Is de marktwerking niet afdoende beschermd met concurrentie tussen die providers, lijkt de logische vraag van een argeloze burger. Of kunnen – als er dan toch zo nodig twee kabels de grond in moeten – de twee internetaanbieders niet tegelijkertijd en samen hun trottoiractiviteiten uitvoeren? Jawel, dat kan, maar alleen in stadsdeel Centrum. ‘Een groot deel van de binnenstad is UNESCO Werelderfgoed. Daarom is er voor dit gebied met KPN en ODF – middels een convenant – overeengekomen dat er gezamenlijk wordt uitgerold.’ In de ambtelijke beantwoording wordt de gemeentelijke onmacht benadrukt: dwingende afspraken voor andere delen van de stad kunnen niet worden gemaakt, de gemeente kan volgens de telecomwet werkzaamheden van telecomaanbieders niet weigeren. En de belangen van KPN en ODF worden kennelijk niet optimaal gediend met een logische en duurzame aanleg van de zogenoemde Fiber To The Home netwerken met bijbehorende aansluitingen.
Klachten
In het hierboven genoemde convenant (uit 2023) staan ook afspraken over de kwaliteit van het straatwerk. ‘De afdeling stadswerken Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (THOR) houdt hier toezicht op. Zo dient het straatwerk teruggelegd te worden zoals het er eerst ook lag.’
Dat voor het openbreken en terugleggen van tegels door de internetaanbieders geen professionele stratenmakers in dienst zijn genomen, daar kan moeilijk aan worden getwijfeld. Een vergelijking van de trottoirs van de Hogeweg aan het eind van de werkzaamheden met diezelfde trottoirs na een glasvezelingreep maakt het meer dan duidelijk. Des te pijnlijker voor omwonenden van de Hogeweg dat na de langdurige overlast door de ingrijpende werkzaamheden in en aan de straat de nieuwe (trottoir)bestrating deels geruïneerd is door de glasvezelaanleg. De gemeente betreurt de gang van zaken, maar zegt aan die slecht uitpakkende afstemming niets te kunnen doen. Weer wordt de telecomwetgeving als boosdoener opgevoerd. Er wordt aangeraden actief melding te maken van het onvoldoende herstel van straatwerk via ‘Melding openbare ruimte en overlast – Gemeente Amsterdam’.
Arbeidsvoorwaarden
Wellicht reageert de gemeente op meldingen en klachten van burgers. Het blijft echter twijfelachtig of de gemeente zelf initiatieven neemt bij het controleren van de kwaliteit van het tegelwerk. Morrende buurtbewoners zijn het gevolg. Misschien nog wel pijnlijker is het dat de gemeente zich ook niet verantwoordelijk weet of voelt voor de werkomstandigheden van de mensen die de aanleg van de glasvezelkabels daadwerkelijk uitvoeren. En waarom is het eigenlijk niet verplicht dat iemand gediplomeerd dan wel ervaren stratenmaker is als ie dat werk doet?
Klant is koning
De vrije markt doet zich ook gelden bij het aan de klant brengen van de glasvezelvooruitgang. Regelmatig glijdt er een geadresseerde folder in de brievenbus van een provider. Er worden enorme kortingen in het vooruitzicht gesteld bij het nu kiezen voor een aansluiting en een abonnement. De veel slechtere voorwaarden in het verplichte en veel duurdere tweede jaar blijven onderbelicht. En als de klant zich wel al heeft vastgelegd middels een meerjarig abonnement is evengoed onduidelijk . wanneer de glasvezelverbinding werkelijk een feit is.
Naast de papieren reclame zijn er de verkopers aan de deur, niet altijd even klantvriendelijk of tactisch. En als het verkooppraatje van de providerloopjongens resultaat heeft gehad, zijn problemen bij de aansluiting het volgende risico voor de klant. En nee, bij de gemeente valt er niet te klagen over dit soort zaken: bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM) moet men zijn.
Passief
Dat de glasvezelklant ooit de rekening krijgt gepresenteerd, al is dat dan na de eerste kortingsperiode, is overduidelijk. Ook de internetklanten die niet overstappen op een glasvezelaansluiting krijgen nu al en zeker ook de komende jaren flink hogere abonnementskosten. De hoge kosten van aanleg moeten hoe dan ook worden terugverdiend.
Dat de gemeente Amsterdam rond het glasvezelbeleid een passieve rol speelt is helder. Europese of Haagse wetgeving biedt weinig ruimte voor een andere opstelling, kan de conclusie zijn op de verkregen ambtelijke antwoorden. Toch is zoals ook op veel andere terreinen – bijvoorbeeld woningbouw, onderwijs, gezondheidszorg – de vraag gerechtvaardigd of de gemeente niet ambitieuzer en offensiever zou kunnen zijn. En daarmee meer oog zou kunnen hebben voor de belangen van bewoners.
Bewoner A in Betondorp hoort een aanhoudende ‘colporteur’ met een voet tussen de deur op een gegeven moment zeggen: ‘Mevrouwtje, is uw man ook thuis? Het gaat over glasvezel, een wat technisch verhaal daarover. Ik denk dat we dat beter met uw man kunnen bespreken.’
Bij bewoner B in Park de Meer, die een tuin heeft tussen de straat en zijn woning, is gebruikgemaakt van de modernste technologie: met een ‘raket’ wordt de glasvezelkabel richting de woning ‘geschoten’. De ‘raket’ kwam niet uit bij zijn voordeur, maar bij die van de buren.
Werknemer C van het bedrijf dat straatwerkzaamheden in Middenmeer – onder andere aan de Hogeweg – verricht, klaagt: ‘Als het trottoir dat door ons netjes is afgewerkt voor een glasvezelkabel opnieuw wordt opgebroken, kijken bewoners ons er op aan als die anderen broddelwerk leveren.’
’