In mijn vorige bijdrage zei ik klaar te zijn voor de voorjaarslawine aan nieuwe boeken. Niets bleek minder waar. Ik bleef koortsig boeken wegwerken van de oude stapel en was te rusteloos voor nieuwe waar. En dan kwam er nog de longlist van de Libris bij, waarop titels stonden die ik eerder al had willen lezen, maar ook alweer had afgeschreven. Het is gruwelijk, maar als boekverkoper probeer je toch een beetje bij te blijven en als een boek eenmaal van de tafels is verbannen naar de kast, zakt de urgentie toch wat weg. Een paar van die titels verschenen nu heel verrassend op de Libris-lijst, waardoor ze toch nog een tweede leven krijgen en het ineens weer heel zinvol is ze alsnog te lezen. (Dank daarvoor, jury!)
Boek van Week 6
Ik belandde in een fase waarin ik vier boeken tegelijk las, dat klinkt altijd leuker dan het is. En het rendement is heel laag. Rust had ik nodig, vertraging, en prompt bleek Lettipark aan de beurt, een tip van een oud-collega en alles aan dit boek was goed.
Het mooie zachtgroene omslag met eenvoudige belettering straalde sereniteit uit, de niet-uitgelijnde bladspiegel eenvoud. Het bleek een verhalenbundel (waarop mijn actualiteit-minnende hartje toch nog weer even opsprong: de Week van het Korte Verhaal is immers aanstonds). Het bleek precies wat mijn rusteloze geest nodig had.
Het eerste verhaal bestormde ik nog met een hoofd vol gedachten, het werkte niet. De stijl van Hermann is kraakhelder, maar verdient aandacht en dwingt je te vertragen, om echt goed te lezen, zin voor zin.
De verhalen zijn puntgaaf, klein van setting, maar scherp en accuraat. Op het omslag kom je verder niets te weten over Hermann, dus googelde ik toch wat rond. Ze werd her en der vergeleken met Carver, wat me nog meer voor haar innam. Ze heeft inderdaad een zelfde soort eenvoud, ze laat de zinnen door je hoofd rollen en in één alinea ga je van ontroering naar verdriet, naar een glimlach en terug naar ontroering, zoals in het verhaal ‘Gedichten’ waarin een dochter haar vader bezoekt die langdurig is opgenomen in een psychiatrische inrichting:
‘Indertijd oefende hij zich in het verdragen van gedichten. Hij probeerde een gedicht te lezen zonder volkomen van zijn stuk te raken, en ik moet zeggen dat hem dat inderdaad verbazingwekkend zwaar viel. We oefenden het samen, er was verder niet veel wat we samen konden doen in die inrichting – hij had een dik boek met gedichten uit de bibliotheek geleend, dat sloeg hij open op een willekeurige bladzijde en vroeg me het gedicht op die bladzijde voor te lezen. En er waren dagen waarop één regel hem al te veel was, waarop hij alleen al de regels ‘De meeuwen zien er allemaal uit / alsof ze Emma heten’ niet kon verdragen, en bij een versregel als “We zaten onder de hagendoorn tot ons de nacht ontvoerde” zou hij absoluut zijn ingestort.
Uiteindelijk gaf hij het op.’
Mijn onstuitbare leeswoede werd langzaam getemd – even had ik nog de neiging verhaal aan verhaal te rijgen, maar Hermann was sterker. Ze kreeg me op de knieën, liet me maximaal twee verhalen achterelkaar lezen en dan pas weer opkijken en iets heel anders doen. De rust in mijn hoofd keerde terug en nu lees ik weer echt wat ik lees. Dat is wat een goed kort verhaal kan doen.
_____
Lettipark is geschreven door Judith Hermann
vertaald door Maarten Elzinga
verschenen bij Uitgeverij Vleugels
Edith Vroon is boekverkoper bij Linnaeus Boekhandel, Middenweg 29