Maatregelen zouden het Oosterpark een veiligere sfeer geven, schreven we naar aanleiding van de bijeenkomst met buurtbewoners over de overlast in het park vorige maand. Toen liepen frustraties onder de tweehonderd mensen uit de buurt hoog op. Het probleem wordt alleen maar vooruit geschoven, was de reactie toen. Nu zijn de bewoners het zat. Camera’s en acties bieden slechts tijdelijke verlichting en de buurtbewoners hebben het vertrouwen in de gemeente en het stadsdeel Oost grotendeels verloren.

De problemen zijn er al sinds jaar en dag, maar nu worden de problemen volgens de bewoners alsmaar groter. Het is park een plek waar verslaafden samenkomen, maar het zichtbare gebruik van crack heeft de overlast naar een nieuw niveau getild. De bosjes zijn bezaaid met aluminiumfolie, een teken van het veelvuldige gebruik. De overlast is er al jaren. Die is niet als een verrassing of ineens ontstaan, die wordt alsmaar groter constateren de bewoners.

De overlast blijft niet beperkt tot het park. Omwonenden melden drugsgebruik en ontlasting in de portieken. Het leidt tot gevoelens van onveiligheid, vooral onder ouders met kinderen. ‘Als omwonenden lijkt het wel alsof we in een wetteloze omgeving leven.’

Het zit de bewoners hoog dat tijdens de bewonersbijeenkomst de wethouders van de centrale stad schitterden door afwezigheid. Stadsdeelvoorzitter Carolien de Heer verwees bij moeilijke vragen door naar de centrale stad. De bewoners noemen dit een duidelijk voorbeeld van politieke onwil en afschuiven van verantwoordelijkheden. ‘Het bleek een zoveelste nietszeggende oplossing vanuit de gemeente. Het lijkt alsof niemand de verantwoordelijkheid neemt.’

De plaatsing van een camera bij de ingang van het park op de hoek van de Linnaeusstraat en de Oosterparkstraat eind november leek een stap vooruit, maar blijkt in de praktijk niet meer dan een schijnoplossing. De gebruikers en dealers strijken gewoon 300 meter verderop neer in het park. De omwonenden spreken van een waterbedeffect: ‘Het probleem verplaatst zich, maar verdwijnt niet.’

Politieacties en gebiedsverboden hebben evenmin een blijvende impact. Dealers staan vaak de volgende dag alweer op hun oude plek. Het tekort aan opvangplekken en gespecialiseerde zorg maakt het probleem bovendien structureel. De groep gebruikers heeft vaak te kampen met dakloosheid, psychische problemen en een uitzichtloze situatie.

Gemeente en stadsdeel erkennen het probleem, maar concrete oplossingen blijven uit. Camera’s en acties bieden slechts tijdelijke verlichting en buurtbewoners hebben het vertrouwen in de gemeente en het stadsdeel Oost grotendeels verloren.

De verharding van de situatie leidt tot groeiende frustratie bij buurtbewoners. ‘Het probleem sleept al jaren voort en we zien niets veranderen. Velen voelen zich in de steek gelaten door de gemeente, die volgens hen onvoldoende daadkracht toont. We zijn de overlast zat.’

Dat hulpverleners en beleidsmakers voor een grote uitdaging staan weten de buurtbewoners ook. Maar ze verwachten serieuze maatregelen en geen schijnoplossing in het plaatsen van camera’s wat problemen 300 meter verschuift. Naast enkele fysieke maatregelen richt de aanpak van de gemeente zich al jaren op sociaal contact met de overlastgevers. De gemeente blijft geloven in beter contact met deze groep, vanuit een combinatie van zorg en verantwoordelijkheid. Het stadsdeel wil betrokkenheid bij de omgeving vergroten, zodat bijvoorbeeld afval niet langer blijft liggen, maar samen wordt opgeruimd.

Het Oosterpark is inmiddels een symbool geworden van een breder maatschappelijk probleem: de combinatie van verslaving, dakloosheid en een tekort aan zorg. Zonder structurele investeringen in huisvesting, opvang en begeleiding blijft de situatie uitzichtloos. Het plaatsen v3.9- camera’s verplaatst problemen en lost niets op.