Zij won vorig seizoen de crosscompetitie bij de meisjes pupillen B met een van tevoren goed voorbereide strategie. Dit jaar zijn er door de coronapandemie helaas nog helemaal geen crosswedstrijden geweest. Voor Chiara Bernard (9), inmiddels A1 pupil bij AV’23, is dat heel jammer, want crossen vindt ze het allerleukste van de atletiek.

Atletiek | Monique Admiraal

Samen met vriendinnen Benthe en Olivie worden er met het team veel wedstrijden gewonnen. Zowel bij de meerkampcompetitie als bij de crossfinale wonnen ze goud. Handig, want Chiara verzamelt bekers. Chiara is vrolijk en enthousiast, een gezellig, lief meisje, maar ook fanatiek, want ze wil wel graag winnen. Laten we vooral hopen dat de cross competitie deze winter toch nog doorgaat.

Hoe lang ben je al lid van AV’23?

‘Ik ben lid sinds mijn vijfde, mijn eerste trainer was Lennart Hatenboer. Ik vond atletiek meteen heel leuk en had snel vriendinnen. Benthe de Jong en Olivie Mensing van Charante zijn mijn beste vriendinnen. Olivie speelt bijna iedere week bij mij, ook al is ze verhuisd naar Amsterdam-Noord.’

Op welke manier ben je bij de vereniging terecht gekomen?

‘Mijn moeder had mij ingeschreven bij AV’23. Ik denk omdat de club het dichtste bij is voor ons, want wij wonen in Diemen.’

Train je vaak?

Je wordt beter door serieus te trainen en goed op te letten

‘Ik train drie keer per week, twee keer bij de algemene training en één keer per week heb ik looptraining. Bij de algemene training heb ik veel trainers, maar Rochan Comello is de hoofdtrainer, dus Rochan ken ik het beste. We hebben sinds kort een nieuwe trainer, hij heet Marcel van der Westen, ik vind hem leuk en heel goed. Looptraining krijg ik van Noah Hoondert en Mischa Pier, maar daar was ik een tijdje niet geweest omdat we dachten dat het door de corona niet doorging, maar het ging wel door. Je wordt beter door serieus te trainen en goed op te letten. Ook door naar anderen te kijken die goed zijn, zodat je kunt leren wat je moet doen. Ik ben zelf weleens aan het kletsen met vriendinnen, maar ik let wel op hoor!’

Crossfinale AV Nova | Foto AV Nova.

Vader Henry vertelt dat Chiara en haar vriendinnen van elke training eigenlijk een wedstrijdje maken. Ze zijn allemaal fanatiek en willen zelfs op de training elke keer winnen.-

Wat is je beste onderdeel?

‘Ik denk dat ik vooral een loper ben, maar ik doe veel meerkampwedstrijden. Ik vind verspringen heel leuk, mijn PR is 3,72 meter. Met ons team met Benthe en Olivie hebben we een paar keer de competitie en de crosscompetitie gewonnen. De vierde atleet is elke keer iemand anders, maar Charlotte Roeland deed de laatste keer bij de crosscompetitie mee.’

Welke andere sporten beoefen je?

Af en toe ga ik kickboksen bij de sportschool van Bert Kops. Ik heb mijn zwemdiploma’s A en B en ik wil nog wel mijn C gaan halen. Ik ga elke dag trampoline springen bij ons in de tuin of bij de camping, maar nu is de trampoline opgeruimd. Ja, ik kan ook voorover salto’s maken! Turnen vind ik heel erg leuk en daar wil ik heel graag op, alleen papa moet daar nog even over nadenken. Ik wil ook heel graag op dansles en op zangles. Ja, ik vind heel veel dingen leuk!’

Is je familie ook zo sportief als jij bent?

‘Mijn familie is best sportief; ik heb een tante die heel veel paardrijdt. Mijn vader voetbalde bij Voorland en mijn moeder deed aan straatvoetbal. Mijn broertje Jazz staat op de wachtlijst om net als ik lid te worden bij AV’23.’

Op welke school zit je?

‘Ik zit in Diemen op school op ‘De grote beer’ in groep zes. Ik heb een paar leuke vriendinnen, maar de vriendinnen van atletiek zijn nog grotere vriendinnen.’

Wat wil je later worden?

‘Ik hou heel erg van dieren en later wil ik dierenarts worden. Mijn zus Brandy studeert Geneeskunde en gaat arts worden. Mijn andere zus Kimberley heeft een schoonheidssalon en zij lakt mijn nagels vaak in kleuren die van kleur kunnen veranderen. Later wil ik ook heel goed worden in sport en dan hoop ik dat ik naar de Olympische Spelen mag gaan.’

Crossfinale AV Castricum, eerste individueel en eerste met het team, maart 2020 | Foto Henry Bernard.

Welke wedstrijden vind je het leukste?

‘Dat zijn de crosswedstrijden! Ik vind het heel leuk om in de natuur te rennen en dat het parcours onverwacht is, je weet niet wat er gaat komen. Dus ik vind crossen leuker dan een lange afstand op de baan lopen. Een wedstrijd met veel zand, zoals in Soest vind ik een beetje lastiger. In Soest was het een keer heel erg koud bij de cross. Olivie viel en ik bleef staan om te kijken of het wel goed met haar ging. Dat was wel een beetje suf, want daardoor kon ik natuurlijk niet meer winnen. Ik weet eigenlijk niet zeker of ik crossen ook zo leuk zou vinden als ik er minder goed in zou zijn, maar ik denk het wel.’

Later wil ik ook heel goed worden in sport en dan hoop ik dat ik naar de Olympische Spelen mag gaan’

Vader Henry vult aan: ‘De sfeer bij de cross is altijd heel goed. Er zijn vaak tentjes waar je eten en drinken kunt halen, bijvoorbeeld een hamburgertentje. De race duurt niet zo lang, je bent niet je hele dag kwijt zoals bij de meerkamp. Met het team van meisjes en hun ouders is het ook heel gezellig. Doordat ze met een team zijn, stimuleren de meisjes elkaar en maken ze elkaar beter.’

Heb je een bijzondere atletiekervaring?

‘Dat was vorig jaar toen ik de finale van crosscompetitie had gewonnen. We hadden een strategie bedacht hoe ik de race moest lopen. Ik moest snel weggaan en zorgen dat ik voorop zou lopen, vervolgens moest ik proberen dat tempo vol te houden en dat lukte. Op de bergjes moest ik juist hard omhoog rennen en niet vertragen. Uiteindelijk had ik met best een grote voorsprong gewonnen! Bij andere wedstrijden heb ik vaak gehad dat Benthe vlak achter mij zat en mij dan op het end ging inhalen, zij kan namelijk heel goed sprinten. Deze keer was mijn voorsprong te groot en kon zij mij niet meer inhalen. Ik was heel erg blij, maar ook een beetje misselijk toen ik had gewonnen. Als prijs won ik een hele mooie beker en het team kreeg een wisselbeker. Ik verzamel bekers, dus deze keer ging ik proberen als laatste de wisselbeker te krijgen, zodat ik hem misschien kan houden.’