Joyce Hes stopt als buurtdichter voor de IJopener, maar eerst brengt zij nog de bundel Op de Schop uit met een verzameling van voor de IJopener geschreven gedichten. Zij was altijd alert op wat er in de wijk gebeurde en vertaalde dit naar een gedicht. Wat drijft Joyce en hoe komt zij tot haar gedichten?
Tekst Mariska Meijer | Foto Björn Martens
We spreken af bij café-restaurant NAP in IJburg. Samen met haar hondje komt zij het café binnenlopen en direct wordt duidelijk dat Joyce hier een graag geziene gast is en een band heeft met deze plek. Zo heeft ze de brand in het café (ontstaan door broei in de droger) poëtisch omschreven in het buurtgedicht Broei.
Kenmerkend aan de gedichten van deze opgewekte dichteres is dat ze het altijd dichtbij houdt, zowel letterlijk als figuurlijk. Dus het kan gaan over de wijk waarin ze woont, maar ook over gevoelens of dagelijkse dingen waar ze mee te maken krijgt. ‘Ik vind het fijn om dingen die heel dichtbij zijn te koppelen aan een helicopterview. ’
Joyce vertelt een anekdote over gedichten die zij na het krijgen van haar eerste kind had geschreven en opstuurde naar feministische uitgeverij Sara. ‘Toen kreeg ik een snibbig briefje terug waarin stond: “We hebben kennisgenomen van uw gedichten, maar we vinden dat je meer afstand moet nemen, en dan mag je terugkomen.” Zelf staat Joyce hier dus anders in.
Zo heeft zij ook een bundel geschreven over het overlijden van een goede vriend. Hij had dementie en heeft euthanasie gepleegd. Joyce: ‘Ik beschrijf zijn ziekte en overlijden en hoe dat ging. Daar sta je dan heel dicht bovenop. Ik heb daar hele goeie reacties op gekregen. Maar ik denk dat de algemene mening is dat poëzie afstandelijk en abstract moet zijn. Dat het niet te dicht moet zijn op gevoelens of emoties. Mij gaat het meer om herkenbaarheid, ritme en taal. En ik vind het fijn om iets wat ik soms ingewikkeld vind aan gevoelens dan in een gedicht tot uiting te brengen.’
Het schrijven van gedichten gaat bij Joyce niet volgens een vast patroon. ‘Ik ben nu bijvoorbeeld bezig met een gedicht voor de IJopener die met kerst uitkomt, en dan bedenk ik als onderwerp vrede. Dat blijft dan in mijn hoofd zitten en soms loop ik daar een tijd mee rond en gebeurt er niets, en dan kan er naar aanleiding van een gebeurtenis of iets dat ik zie iets opborrelen. Dan leg ik het even weg. Maar ook aus einem guss, dus in één keer, dat gebeurt ook.’
Werken aan de hand van een thema vindt Joyce fijn. ‘Ik zat bij een paar dichtgroepen, waaronder één in Haarlem. Dan krijg je bijvoorbeeld de opdracht ga iets schrijven over onweer. Dat vind ik ook leuk, om binnen een kader te associëren.’ Ook haar werk voor de IJopener is natuurlijk ingekaderd, het gaat dan over de buurt. Inspiratie haalt de dichteres, die sinds 2016 in IJburg woont, uit nieuws maar ook tijdens een wandeling kunnen haar dingen opvallen. De onderwerpen die haar na aan het hart liggen? ‘Dat verschilt nogal, dat kan zijn tram 26, maar ook de oorlog of een struik die wordt verwijderd in het kader van alles recht en clean. Maar ook dat het paviljoen van Blijburg wegging. Ik vond het geweldig dat het er was en vreselijk dat het verdween.’
Dichters tegen wie Joyce zelf opkijkt zijn sterke vrouwen. ‘Die buiten de regels van de tijd waarin zij leefden zich toch uitten. Vasalis staat absoluut op mijn lijstje.’ Joyce haalt een bundel tevoorschijn die zij heeft meegebracht met de titel Vrouwen dichten anders en draagt mij twee prachtige gedichten van Vasalis en Lydia Chagoll voor.
Ben je benieuwd geworden naar de bundel Op de Schop of wil je Joyce ontmoeten? Op vrijdag 23 december vanaf 16.00 uur is de presentatie van de bundel in cultuurcentrum Factor IJ op de Pampuslaan 11 in IJburg.