Noa Hoondert (19) is de snelste 1500 meter loopster van AV’23 en heeft meerdere clubrecords op haar naam staan. In 2018 ontving zij de jaarbeker voor beste junior van het jaar. Inmiddels senior, zijn haar hardloopprestaties verder verbeterd en het hoogtepunt is nog niet bereikt.
Atletiek | Monique Admiraal
Noa gedijt het beste bij kleinere loopevenementen, liefst in de buurt, waar de druk niet te hoog is. Plezier staat voorop en iedere week een wedstrijd hoeft niet van haar. Er is meer dan atletiek, want Noa heeft vele interesses, ze maakt bewuste keuzes en weet wat ze wil. Intelligent, vooruitstrevend en bijzonder aardig. Van middellange afstand talent Noa gaan we in de toekomst vast nog meer horen.
Hoe lang ben je al lid en hoe ben je bij AV’23 terecht gekomen?
‘Ik ben lid geweest bij de minipupillen, maar toen vond ik het heel stom. In mijn herinnering was er een grote groep met teveel kinderen en ik had het altijd koud. Daarna ging ik op voetbal, maar dat was het ook niet echt. Bij de B-pupillen ben ik teruggekomen. Het was veel beter georganiseerd dan eerder. Ik heb lang les gehad van Ewoud Pronk, wat ik heel leuk vond, want hij liet ons veel langere afstanden lopen.
Mijn ouders doen allebei aan atletiek. Mijn moeder trainde vroeger bij de vrouwengroep ADA. Ze was best goed, maar had te weinig uitdaging en ging daarom bij de mannen meedoen bij AAC waar mijn vader lid was. Zo hebben ze elkaar ontmoet! Het was dus een logische stap dat ik ook op atletiek zou gaan en ik ben blij dat ik later toch lid ben geworden.’
Training
‘Ik train nu bij de middellange afstand groep van Michael Weber, dat is op dinsdag en vrijdag of zaterdag. Op maandag train ik bij Theo Danes, dat is een algemene training, met hordes en krachttraining. Theo heeft aandacht voor coördinatie en looptechniek. De groep is vooral heel gezellig, Theo is een geliefde trainer. Verder train ik twee keer in de week zelf, een keer een lange duurloop en een keer een korte duurloop, maar in mijn eentje trainen vind ik minder leuk. Tussendoor doe ik krachttraining en circuitjes vaak samen met mijn vriend Joshua Record.
De trainingen bij Michael zijn in maart begonnen, maar vlak daarna kwam de coronacrisis en konden we niet trainen. Michael heeft de trainingen overgenomen van Tessa Strijp. Ik heb een aantal jaar bij haar getraind en heb veel geleerd. Ik was aan haar gewend en dat was fijn. Bij Michael trainen is dus wel even een overgang, maar ik ben blij met hem als trainer. Hij weet veel van lange afstand lopen en kan mij veel leren. Hij is een echte sportman en heeft een eigen bedrijf als trainer. De trainingen bij Michael zijn zwaar: je moet wel zin hebben om goed je best te doen. Ik ben nu soms zelfs een beetje zenuwachtig voor de tempo’s, omdat ik weet dat het veel gaat zijn. Michael klokt alles en weet daarom precies hoe snel je gaat.
De samenstelling van de groep is een mix van A, B en C-junioren en neo-senioren. Ik vind de trainingen die Michael in het bos geeft erg leuk. Laatst was ik in mijn eentje met een groepje jongere jongens (de oudere atleten konden allemaal niet). Leeftijd doet er niet toe, het gaat om wat je wil; lekker trainen en hardlopen. Dat is het mooie van atletiek, dat iedereen met elkaar om kan gaan. Buiten de sport hebben we een grote vriendengroep en doen we veel leuke dingen met elkaar. Het maakt niet uit hoe oud je bent, of je wel of niet werkt en of je een beetje anders bent, dat kan gewoon.
Een korte tijd heb ik bij Bram Wassenaar getraind, hij heeft mij beter gemaakt en geleerd niet te hard te trainen, er is veel aandacht voor herstel na de training. Ik ben gestopt omdat ik de aansluiting met de groep miste, de andere atleten trainden allemaal voor langere afstanden dan ik.
Je wordt beter door te trainen en door een goede balans te hebben tussen trainen, eten en slapen. Tegelijkertijd moet je daar wel ontspannen met omgaan. Ik moet mijzelf echt voorhouden dat ik dit voor mijn plezier doe en niet teveel focussen op prestaties. Moeten presteren geeft stress en dan vind ik het niet meer leuk. Tessa heeft mij veel geholpen om hier beter mee om te kunnen gaan.’
Beste onderdeel en andere onderdelen
Noa heeft een reeks clubrecords vanaf de junioren D tot en met de senioren op de afstanden 1000, 1500 en 3000 meter. Een knap record is de 1500 meter in 4:47,20 minuten gelopen als A-junior in 2018. Deze tijd was zo snel dat het clubrecord ook bij de senioren staat. Datzelfde geldt voor de 3000 meter, die Noa in 2019 liep in een tijd van 10:41,19 minuten. Hiermee werd het oude record uit 1995 verbroken.
‘Ik denk dat de 1500 meter mijn beste onderdeel is en ik vind het ook het leukste om te doen. Een 800 meter is zo voorbij, als je iets fout doet, kan je dat bij de 1500 meter nog herstellen tijdens de race. Ik moet het hebben van meteen op een goede positie rennen. Als ik direct na de start achterin zit, is dat mentaal niet goed voor mij. Bij de NK (Nederlandse Kampioenschappen) vorig jaar ben ik vijfde geworden op de 1500 meter. Ik liep de hele tijd op de derde positie, het laatste rondje was een hele lange sprint. Op zich was ik wel tevreden over mijn prestatie, maar er had meer in gezeten. Ik had niet zo’n goed seizoen, had geen goede balans. Ik was net uit huis gegaan, het was het eerste jaar van mijn studie. Ondanks dat ik vaak moe was, bleef ik veel trainen. Dit jaar is de balans een stuk beter, maar helaas kan ik dat nu niet laten zien, omdat er geen wedstrijden zijn.
Einde van het jaar gaan hopelijk de crosswedstrijden weer door. Crossen vind ik leuk, zwaar, maar afwisselend. Bij regionale wedstrijden win ik vaak of zit in de top drie. Ik heb ook aan het Nationale crosscircuit meegedaan, maar die wedstrijden zijn verspreid door heel Nederland waardoor je lang moet het reizen. Het is een grote tijdsinvestering en daarbij komt dat die Nationale crosswedstrijden mij veel spanning geven. Ik doe liever niet iedere week een wedstrijd, want ik wil ook tijd hebben voor andere dingen. Uiteindelijk vind ik baanwedstrijden leuker dan de crosswedstrijden. Op de baan ga ik echt op mijn allerhardst.’
Andere beoefende sporten en sport in de familie
‘Ik heb een sportieve familie. Mijn vader heeft veel voor de organisatie van de atletiek gedaan. Vroeger was het NK atletiek in het Olympisch Stadion wat hij tien jaar lang georganiseerd heeft, daarna is hij zes jaar voorzitter van Phanos geweest. Ik ga vaak naar wedstrijden samen met mijn ouders en doe weleens een 5 km met mijn vader. Mijn moeder is mijn grootste fan en moedigt mij aan vanaf de zijlijn. Zelf loopt ze liever de 10 km. Helaas is ze nu al een tijdje geblesseerd. Ik schrijf schema’s voor haar, maar door haar blessure moeten we per week kijken hoe het gaat.
Mijn broertje en zusje hebben ook op atletiek gezeten, maar zijn al gauw gestopt. Daarna gingen ze voetballen en nu zitten ze allebei op de sportschool. In de coronatijd hebben ze vooral filmpjes gekeken op YouTube. Er was een geheime fitnessplek achter Zeeburgia waar ze hun oefeningen konden doen. Mijn broertje en ik schelen maar dertien maanden. We zijn heel close met z’n drietjes.
Ik heb zelf geen behoefte aan de sportschool, wel heb ik een korte tijd gevoetbald en ik heb ook nog vijf jaar op turnen gezeten.’
Filosoferen over het klimaat en duurzaamheid
‘Ik studeer bèta-gamma aan de Universiteit van Amsterdam en heb de richting filosofie gekozen. Het is een brede studie waarbij je in de loop van je studie nog de mogelijkheid hebt om verschillende richtingen te kiezen. Volgend jaar wil ik een minor volgen; water, klimaat en ecosystemen. Het lijkt mij leuk om te filosoferen over het klimaat en duurzaamheid en na te denken over de waarde van de natuur. Ik volg nu een vak ‘massa extinctie’ waarbij we nadenken over het uitsterven van dieren en of dat erg is. In mijn master wil ik meer de bèta kant bekijken en wil ik mij richten op de biologische kant van klimaat en duurzaamheid. Dit is wat ik denk te ga doen de komende jaren, maar ik heb eigenlijk nog geen super concreet plan, het kan veranderen hoor!
De middelbare school heb ik gedaan op het 4de Gymnasium. In de vierde klas was er een uitwisselingsproject met een school in Italië waaraan ik mocht deelnemen. Ik heb toen een jaar in Italië gewoond en spreek goed Italiaans. Om mijn Italiaans bij te houden werk ik bij de pizzeria ‘Il Sogno’. Mijn zusje werkte daar en daardoor konden mijn broertje en ik daar ook werken. Inmiddels werkt zij er niet meer. Door Corona is het werk wel veel saaier, maar gelukkig kan ik nog steeds best vaak blijven werken!’
Bijzondere atletiekervaring
‘Dat was bij een wedstrijd in Bergen op Zoom. Ik was A-junior en zou een wedstrijd lopen in de seniorencompetitie. Het was heel warm. Voor een 3-5 km is dat echt niet fijn, maar voor mij bij de 1500 meter was het precies goed. Ik was super zenuwachtig, maar het pakte goed uit, ik werd tweede in een tijd van 4:47,20 minuten.’
Leukste wedstrijd
‘Baanwedstrijden en de competitie met het team. Dat zijn mooie, gezellig dagen met elkaar. Grote wedstrijden zoals het NK en de ‘Gouden spike’ vind ik niet zo leuk, want dan ben ik erg nerveus. Ik hou meer van gemoedelijke, kleinere wedstrijden.’
Bijzondere atlete
‘Ik heb wel meerdere mensen waar ik tegen op kijk, niet meteen een held of idool, maar Susan Krumins is wel iemand waar ik respect voor heb. Zij is topsporter op middellange en lange afstanden. In 2018 won zij een zilveren medaille op de 10.000 meter, ook wint ze vaak de 7 heuvelenloop. Ik vind het heel leuk hoe zij is en hoe zij interviews geeft. Ze kan op een hele ontspannen manier over haar sport praten. Dat ze hier zo relaxed mee omgaat, terwijl ze zo goed is, dat vind ik bijzonder.’
Looptrainer
‘Ik geef samen met Mischa Pier looptraining op de vrijdagavond aan een groep pupillen. Dit doe ik al een aantal jaar met veel plezier. Afgelopen jaar heb ik bij Running Holland de cursus tot looptrainer niveau 3 gevolgd. Met meer kennis kan ik gerichter en beter training geven. Inmiddels geef ik twee keer per week training bij ‘Hardlopen Amsterdam’. Het lijkt mij ook heel leuk om bij AV’23 les te gaan geven aan volwassenen. De technische commissie is nog aan het kijken waar ze mij kunnen gaan inzetten.’