Zijn standplaats is de Transvaalbuurt, waar hij wekelijks meerdere keren rondbanjert. Op straat, in het café, in de moskee, het buurthuis, op de pleinen, iedereen die een beetje meedoet, kent Dolf Dijkstra.  Met jong en oud maakt hij een babbeltje. Maar wie is deze politieman, met wie Dwars dit jaar op stap gaat?

Carolien Gevers | Foto Frank Schoevaart

Dolf Dijkstra (57) houdt van zijn wijk. Hij vindt het maar niks om af te spreken op het politiebureau aan de Linnaeusstraat, waar hij, jawel, ook de inspecteur is. Met zijn suggestie van een plek op locatie, zet de wijkagent meteen de toon. ‘Veel gezelliger, toch, ook voor jou of vind je dat ongemakkelijk? Jij hebt de regie hoor!’ Het wordt Biko van Dynamo aan het Steve Bikoplein. De facilitair medewerker Mohammed aldaar begroet ons hartelijk.

Sport en leger

Dolf was van jongs af aan een doener. ‘Het zit een beetje in mijn genen, mijn vader werkte, ooit begonnen bij de marechaussee, bijna zijn hele loopbaan bij de politie. Ik was zo’n actief jochie dat op mijn twaalfde al op zaterdagen een knaak (wie kent dat woord nog?) per uur verdiende in de glas- en tuinbouw sector boven Alkmaar. Ik plantte komkommerplantjes en plukte ze later en vond dat hartstikke leuk. Verder was ik altijd op straat aan het voetballen en zat op handbal. Ondertussen… -‘hé die scheurt gevaarlijk over dat trottoir, niet normaal zeg, even zijn nummer noteren’-.’

Er ontgaat Dolf niks, hij reageert op elke prikkel terwijl we in gesprek zijn. ‘Hoewel ik best kon leren, had ik weinig met boeken. Ik heb nog even de CIOS sportopleiding gedaan, maar wilde geen leraar worden en ging toen ‘maar’ bij de luchtmacht solliciteren. Een schot in de roos. Vanaf die tijd heb ik alles qua werk en scholing altijd prachtig gevonden. Gedurende zes jaar heb ik in Duitsland als kort verband vrijwilliger gewerkt in de derde groep geleide wapens in de bewaking van het NAVO gebied. Dat was in de jaren tachtig, begin negentig, toen we met Patriots in de weer waren aan het grensgebied met Rusland.’

Gevraagd

‘Toen ik daarna terugkwam in Alkmaar, solliciteerde ik bij de politie, die me afwees omdat ik  geen vrouw of allochtoon was. (Nog tot dertig jaar geleden werkten er vrijwel geen vrouwen en allochtonen bij de politie. Noot van de redactie) Vervolgens werkte ik vijf jaar als Senior Security Officer in de bewaking van het Barbizon hotel, daar bij de Zeedijk. Ook een leerzame tijd. Tot de politie me in 1997 zelf vroeg alsnog de opleiding te gaan doen. En zie, hier ben ik en ik wil niet anders dan wijkagent zijn in combinatie met inspecteur en hulpofficier van justitie.’

Uniform

Dolf is altijd trots geweest op zijn werk bij de politie. En hij houdt van zijn uniform. ‘Ik vind dat de wijkagent in eerste instantie een sociale functie heeft en herkenbaar moet zijn. Dat laatste lukt sneller in dit pakkie. Kijk, mensen met iets op hun kerfstok schrikken of hebben maling aan een uniform. Maar ik ga niet, als ik een jongere op een scooter een verkeersovertreding zie maken, meteen een boete uitschrijven. We zijn allemaal jong geweest, toch? Nee, ik ga het gesprek aan en vaak volstaat dan een waarschuwing. Je wilt het liefst iedereen kennen en waar noden zijn, die meehelpen oplossen.

De Transvaalbuurt is een buurt met een rijke diversiteit aan culturen met de nodige problemen. We hebben een grote Marokkaanse en Turkse gemeenschap, maar ook relatief veel arme Nederlanders, mensen zonder status, vluchtelingen en junks. Mohammed, is die stakker uit Enschede weer langs geweest?’ Mohammed komt meteen en vertelt over een dakloze vluchteling die dagelijks langskomt en telkens van het ene naar het andere loket wordt gestuurd. Dolf: ‘Het is zo’n welwillende man. Ik probeer hem alsmaar bij de gemeente onder de aandacht te brengen.’

Fijne man

‘We hebben hier in de buurt een geschiedenis achter ons liggen met veel opstootjes, vechtpartijen en brandjes. Veel mensen zijn klein behuisd of leven van de voedselbank. Als wijkagent moet je in eerste instantie de goede krachten van mensen bundelen en de sociale cohesie versterken. Dus dat betekent overal meedoen. Dus ook op het Krugerplein met de hangjongeren kletsen en niet meteen straffen. Zij hebben ook recht op hun sociale contacten, al treed ik wel op als dat moet, ik blijf politieman. Komt daar trouwens de fotograaf?’ Zelfs in het vuur van zijn betoog blijft Dolf alert. ‘Zo’n fijne man,’ fluistert Mohammed Dwars later toe als Dolf met de fotograaf naar buiten is.

Buurtvaders

Wekelijks praat de imam van de Marokkaanse moskee aan de Joubertstraat hem bij over zijn gemeenschap. En ook met de Iman, van de Turkse moskee ernaast, heeft Dolf goed contact. ‘Maar evengoed vind je me in het Tugelahuis met jongeren gamen of biljarten, in de buurtkroeg of bij de AH om kanslozen aan een baantje te helpen, wat trouwens vaker lukt. En ook bij hulpverleningsinstellingen als Dynamo, het Ouder Kind Team of bij Boost, het ontmoetingscentrum voor met name vluchtelingen of statushouders.

Ik loop hier nu zeven jaar rond als wijkagent en voel me overal thuis.’ Zijn grote passie is het project van de buurtvaders waarin hij veel investeert. Laatst gaf hij nog, samen met medewerkers van het Ouder Kind Team, een presentatie over puberontwikkeling aan hen. Rond de Kerstperiode begeleidde hij een bijeenkomst over veilig omgaan met jongeren en vuurwerk. Dolf is trots op deze oudere, wijze mannen, die in hun gele hesjes als een soort straatcoach jaarlijks rond hoogtijdagen in de avonden een oogje in het zeil houden.

Intuïtie

En wie zich afvraagt wat voor inspecteur deze wijkagent is? Dolf zegt dat hij al jaren met evenveel passie bij grote incidenten zijn team van politiemedewerkers aansturing geeft. ‘Ik herinner me nog een paar jaar terug een uit de hand gelopen feest in de Bijlmer. Alle collega’s stonden dreigend met knuppels in een linie (richtlijn) en ik kwam aanlopen en ging zonder nadenken naar de opruiende massa en zei op normale toon: ‘Jongens, kom op, ga gewoon lekker naar huis.’ En tot mijn verbazing droop iedereen af. Het is goed gegaan maar had ik het goed gedaan? Dat weet je nooit. Wel weet ik dat ik veel op intuïtie doe en dat richtlijnen soms overtreden moeten worden, tot nu toe werkt dit meestal goed, maar ik moet het afkloppen.’

En wie in Alkmaar Dolf thuis in zijn vrije tijd met zijn gezin zou bespieden, maakt grote kans hem in de keuken te vinden. Dolf: ‘Koken is mijn hobby. Ik ben misschien nog meer geïnspireerd geraakt door onze Marokkaanse moeders, die altijd bij alle sociale ontmoetingsplekken de lekkerste hapjes maken. Eten verbindt. Mijn wens is dat de integratie van al onze culturen in de buurt steeds vaker plaatsvindt en dat ook de ouderwetse Amsterdammer hier steeds meer aan meedoet!’

Carolien Gevers heeft haar succesvolle serie Familiezaken van Dwars afgesloten. Dit jaar presenteert zij een serie in samenwerking met wijkagent Dolf Dijkstra.