Op boomstammen zonnende schildpadden zijn in de lente en zomer een bekend verschijnsel in het Oosterpark en het Flevopark. Maar als het aan dierenbeschermingsorganisaties ligt, verhuizen ze zo snel mogelijk naar opvangcentra. De exoten zouden lijden bij koude temperaturen. Tegenstanders vinden dit onzin.
Lewis Daniels
De van oorsprong Noord-Amerikaanse reptielen zijn zeker al twee decennia vaste parkbewoners die zich in de winter terugtrekken en in het voorjaar weer laten zien. Net als alle in Nederland in het wild voorkomende schildpadden zijn ze afgedankt als huisdier. Hier planten ze zich niet in de vrije natuur voort. De eieren komen pas uit als het wekenlang boven de 25 graden is. Dat ze elk jaar terugkeren komt door de hoge leeftijden die ze bereiken en omdat ze nog steeds worden uitgezet.
Stichting Schildpaddenopvang Nederland wil al jaren een verbod op de verkoop en het houden van schildpadden als huisdieren, die meestal impulsief en zonder goede voorlichting vooraf worden aangeschaft. Mensen raken erop uitgekeken of de dieren worden te groot, waardoor de verzorging te veel werk is. De meeste in gevangenschap voorkomende soorten, de geelwangschildpad, geelbuikschildpad en roodwangschildpad, bereiken een lengte van zo’n 35 centimeter. De dieren uitzetten is volgens de stichting geen oplossing. Lang niet alle in Nederland uitgezette schildpadden overleven de winter. Zonder voldoende reserves en schuilplaats vriezen ze dood. Ook de overwinteraars zouden lijden omdat de dieren pas bij een temperatuur hoger dan achttien graden kunnen verteren. Ze sterven daarom na een aantal jaar aan een hongerdood.
‘De schildpadden zitten er al heel lang en hebben zich aangepast’
Parkbezoekers in Oost kunnen zich dit niet voorstellen. ‘De schildpadden zitten er al heel lang en hebben zich aangepast. Laat ze met rust en respecteer de natuur.’ Een enkeling denkt dat de stichting de reptielen wil vangen om zo subsidie los te weken. ‘Laat ze zich eerst maar verdiepen in de problematiek en er de literatuur op naslaan.’
Remco van Ek, bioloog en specialist ecohydrologie is geen voorstander van exoten hier uitzetten en houdt er rekening mee dat de schildpaddenopvang wél gelijk heeft, al sluit hij zeker niet uit dat schildpadden onder de achttien graden toch kunnen verteren. ‘In hun gebied van herkomst zakt de temperatuur in de wintermaanden ook daaronder.’
Anders dan exoten als de schadelijke zoetwaterkreeft en de agressieve, zeer aanwezige halsbandparkiet veroorzaken de schildpadden geen overlast. Ze zijn met kleine aantallen, vertonen geen territoriumgedrag en leven van weinig voedsel. Helemaal zonder gevaar is de aanwezigheid van de schildpadden niet. Hoewel het schuwe dieren zijn die bij een confrontatie met mensen het hazenpad zullen kiezen, kunnen ze hard bijten. Een teen of vinger ligt er zo af.
Dat de Stichting Schildpaddenopvang Nederland de dieren in het Oosterpark en Flevopark probeert te vangen en bij opvangcentra onderbrengt, is conform de wet. Sinds 2016 staan de in Nederland uitgezette soorten schildpadden op de EU-lijst van invasieve exoten. Het is verboden ze te houden of verhandelen. Dieren van voor 2016 mogen tot ze een natuurlijke dood sterven bij hun eigenaar blijven zolang ze zich niet kunnen voortplanten. EU-lidstaten zijn verplicht in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen en als dit niet lukt verspreiding en schade zoveel mogelijk te beperken. Bij gevangen dieren moet worden gekozen tussen euthanasie of huisvesting in opvangcentra.