De Zwaardemakerstraat ligt naast het talud van de Gooiseweg in de De Wetbuurt (Amsteldorp). De woonblokken zijn daar dwars naast elkaar geplaatst en danken hun straatnaam aan professor Hendrik Zwaardemaker. Deze fysioloog is de aanleiding voor deze bijdrage over zintuigen.
Geleerden en straatnamen in de Watergraafsmeer – deel 34
Robert van Andel | Beeld Henk Pouw
Hendrik Zwaardemaker (1857-1930) was opgeleid tot KNO-arts en vervulde in Utrecht het hoogleraarschap in de fysiologie; dit vak behelst het onderzoek naar lichamelijk waarnemen.
De fascinatie met de zintuigen is diep verankerd in de menselijke cultuur. Schilders uit de 17de eeuw als Peter Paul Rubens en Jan Breughel de Oude schilderden een serie van de vijf zintuigen maar met allegorische voorstellingen zoals toen gebruikelijk was. En al 400 jaar voor onze jaartelling onderscheidde de oud-Griekse filosoof Aristoteles vijf zintuigfuncties en zijn ordening bleef lang overeind in de westerse cultuur.
Geen smaak
Als adolescent verbeeldde Rembrandt van Rijn de klassieke vijf zintuigen op kleine olieverfpanelen. Het is het vroegste van hem bekende werk. Zijn stijl is dan al herkenbaar met licht/donker effecten, realistische personages en een losse verftoets. De jonge Rembrandt geeft het thema van de zintuigen op humoristische wijze weer door mild de spot te drijven met wie hij afbeeldt. In anatomisch correcte volgorde zijn de verbeelde klassieke zintuigfuncties:
1) de Reuk: het bijbrengen van een flauwgevallen patiënt met de geur van ammoniak,
2) het Gezicht(vermogen): de lenzenslijper/brilverkoper die zijn waar aanprijst,
3) het Gehoor: drie zangers bij kaarslicht en 4) het Gevoel: de kwakzalver/operateur, die zijn patiënt pijnigt.
Museum De Lakenhal in Leiden is sedert 2012 de trotse eigenaar van het paneeltje Brillenverkoper. De Geur, het Gehoor en de Reuk zijn eigendom van de particuliere Leiden Collection te New York en zijn tijdelijk ook in De Lakenhal te bewonderen. De Smaak ontbreekt helaas in Leiden. De voorstelling daarvan is onbekend, waarschijnlijk is dit werk reeds lang geleden verloren gegaan.
Tegenwoordig worden het evenwichtsorgaan en het lichaamshoudingbesef (proprioceptie) als zesde en zevende zintuigfuncties beschouwd en sommigen zien ook honger en dorst als een zintuig. Het gevoel wordt nu onderverdeeld in tast-, pijn-, warmte- en koudezin.
Druk en contact
Beeldend kunstenaars, schrijvers en wetenschappers hebben inspiratie ontleend aan het besef dat alle menselijke kennis wordt verworven via onze zintuigen en dat alle communicatie over die kennis verloopt via deze zintuigen. In de huidige wereld met zijn vele technologische hulpmiddelen reikt de menselijke waarneming over enorme afstanden dankzij telefoon en televisie. Met behulp van (elektronen)microscopie, MRI en CT orgaanscans en (ruimte- en radio)telescopen kunnen we afbeeldingen zien van fenomenen op nano-, maar ook op megaschaal. Al die informatie bereikt ons brein uitsluitend via de zintuigen.
Genieten van geur en smaak eerder kunstzinnig dan te objectiveren
Vanuit de evolutie gezien doen levende organismen met hun zintuigen informatie over hun omgeving op die zij nodig hebben om te overleven. Alle zoogdieren, ook de mensen hebben vergelijkbare organen voor zintuigfuncties. Steeds vindt een transmissie plaats naar zenuwimpulsen door energetische stimuli (drukuitoefening, luchttrillingen of elektromagnetische lichtgolven) of, bij reuk en smaak, door contact met moleculen bij reuk en smaak.
Hoortoestellen
De zenuwimpuls verzorgt daarop het signaaltransport naar het centrale zenuwstelsel. Bij allen, dier en mens, leidt dit tot reflexen en tot handelen. Zo komt bij de mens zijn ‘werkelijkheid’ tot stand en ook communicatie over en analyse van die ‘werkelijkheid’. Daarbij komt de mens tot zelfbewustzijn met alle verhalen die daaruit voortkomen. De prikkelgevoeligheid van zintuigen is altijd specifiek en begrensd. Prikkels die buiten bereik van onze zintuigorganen liggen worden uiteraard niet opgemerkt zonder hulpmiddelen. Zo is de reuk van honden superieur aan die van ons en zien nachtdieren infraroodstraling (insecten ‘zien’ ultra-violet). Het is aannemelijk dat – zonder aan bovennatuurlijke krachten te denken – er velerlei informatie is die de mensheid ondanks zijn hulpmiddelen tot nu toe mist.
Behalve Hendrik Zwaardemaker verrichtten ook andere wetenschappers onderzoek naar zintuigen. Carolus Linnaeus hield zich bezig met geuronderzoek en Hermann von Helmholz met oogonderzoek. Zwaardemaker onderzocht geur en smaak, hij vulde Linnaeus’ reukstoffenindeling aan en hield zich bezig met de verbetering van hoortoestellen.
Umami
Wetenschappelijk smaak- en geuronderzoek heeft zich weerbarstig getoond. Geur en smaak blijken zeer met elkaar verbonden en verheugen zich beide in een grote mate van subjectiviteit. Genieten van en waardering voor geur en smaak blijken eerder kunstzinnig dan objectiveerbaar, denk maar aan kookkunst. De smaak onderscheidt zoet, zuur, zoet en bitter. Bij testen met een in een oplossing gedompeld wattenstokje blijken kleine moleculen van chemische stoffen die tot de zuren, de zouten of de suikers behoren eenduidiger sensaties te geven dan grotere die al snel bitter-zoet, bitter-zout of zuur-zout overkomen.
In 1908 beschreef de Japanse hoogleraar Kikunae Ikeda een vijfde smaak die hij de naam umami, Japans voor heerlijk of hartig, gaf en die opgewekt wordt door het aminozuur glutaminezuur en derivaten daarvan. In 2002 werden de chemoreceptoren voor umami geïdentificeerd. De westerse erkenning van deze vijfde smaak heeft lang op zich laten wachten.
Olfactormeter
De geurstoffencategorisering waaraan professor Zwaardemaker bijgedragen heeft omzeilt het ondoenlijke proces om geuren in te delen naar karakter. Met zijn olfactometer koos hij een andere weg en bepaalde vergelijkenderwijs geuren op welriekendheid dan wel weerzinwekkendheid. Deze methode leidde tot een negenpuntenschaal. Met een aan het oud-Grieks ontleende term voor genot of lust wordt dit de hedonische waarde genoemd. Deze wordt gescoord tussen -4 en +4. Bij de uitkomst blijkt – niet verrassend – ook de concentratie van een geurstof van groot belang. De olfactometer speelt een rol bij het bepalen van milieuhinder.
De enorme betekenis van geur en de relatieve ongrijpbaarheid ervan komt op prachtige literaire wijze tot uiting in de roman Het Parfum van de Duitse schrijver Patrick Süskind. Wie dit boek leest, wordt zich heel sterk bewust van de impact van geur.