Home Overzicht Rick Vermin: ‘Er kan heel veel beter in het bestuurlijk stelsel’

Rick Vermin: ‘Er kan heel veel beter in het bestuurlijk stelsel’

0

De verkiezingen komen eraan. De periode voor het besturen van Oost loopt ten einde. Stadsdeelbestuurder Rick Vermin van GroenLinks kijkt terug op vier actieve jaren. De aanleg van het warmtenet in Middenmeer Noord, waar op aandringen van de buurt en van de buurtcoöperatie MeerEnergie nu een warmtenet wordt aangelegd ziet hij als een van de hoogtepunten.

‘Dat warmtenet is heel bijzonder, onder andere omdat we dat als gemeente voorfinancieren. We weten dat de enige comfortabele oplossing, gezien de typologie van de huizen, hier een warmtenet is. En omdat we nu in Middenmeer Noord de grond ingaan vanwege vervanging van riool, gas en elektra is dit een unieke kans om het warmtenet gelijk mee te leggen.’

‘Het is nog heel veel uitzoekwerk, waar we nu nog middenin zitten: wie gaat het warmtenet exploiteren en hoe organiseer je dat met elkaar? Daarnaast is het bijzonder, omdat daar veel eigen woningbezitters wonen en omdat het écht een project van de buurt is. We zijn uitvoerig in gesprek met MeerEnergie of zij de exploitatie kunnen gaan dragen. Tot slot werkt het warmtenet met restwarmte van een datacenter, in plaats van de warme lucht gewoon naar buiten uitstoten, zoals nu nog gebeurt. Dit gebruik is dus erg nuttig. Er komen dus veel dingen bij elkaar op het vlak van duurzaamheid, participatie en coöperatieve krachten. Daar word ik heel blij van en daarin vervult Amsterdam nu een voortrekkersrol waar nationaal en internationaal echt veel aandacht voor is.’

‘Een ander hoogtepunt is de herinrichting van Sumatraplantsoen. Het Sumatraplantsoen is een waanzinnig groot plein, het tweede grootste plein van de stad, en ligt op een plek waar veel problemen en kansen samenkomen. Mijn uitgangspunt was om het eigenaarschap van het plein terug te brengen naar de bewoners. Dat betekent dat de bewoners dus ook grotendeels moeten bepalen hoe het plein eruit komt te zien. In de ergste vorm heb ik gezegd dat als de bewoners het plein willen asfalteren, dat ik dan huilend onder mijn GroenLinkse dekbedje ga liggen, maar dan is het wel hún plein. We zitten nu in een lang, maar ontzettend mooi traject’

‘We zijn nu bijna bij definitieve ontwerp, wat volgens mij heel enthousiast ontvangen wordt door de buurt. Ook daar word ik heel blij van. De angst voor asfalteren was nergens voor nodig, het ontwerp is echt prachtig. Het belangrijkste is om terug te kijken naar het doel dat het eigenaarschap terug moest naar de bewoners. Een van de bewoners gaf laatst aan dat er nog geen steen verlegd is, maar dat het plein is al veranderd. Een groter compliment kun je volgens mij niet bedenken. Er zijn weer meer en nieuwe mensen op het plein en er zijn activiteiten georganiseerd. Dit gaat volgens mij enorm versterkt worden door dit waanzinnig mooie ontwerp dat er ligt en dat echt tot stand is gekomen door de bewoners.

Wat was in de afgelopen periode het dieptepunt?  Dat is de verharding en stellingnames in het debat rondom de windmolens. Waarbij we vanuit Amsterdam met allerlei mitsen en maren juist hebben geprobeerd in een heel vroeg stadium bewoners te betrekken, maar bewoners met stellingen kwamen dat het niet kan, niet mag. Waardoor de ruimte voor het debat zo beperkt is geworden, terwijl het wel echt heel cruciaal is dat die energietransitie gaan versnellen. Dat zie je nu helemaal met de afgrijselijke situatie in Oekraïne. We moeten af van onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en zeker vanuit dubieuze regimes. Daar moeten we allemaal een steentje aan bijdragen en dat moet je zorgvuldig doen. Daarom doen we die onderzoeken naar effecten op gezondheid, op ecologie. Want als daaruit blijkt dat het niet kan, doen we het niet. Er is geen enkele partij die windmolens wil plaatsen met schadelijke effecten volksgezondheid, maar daar moet je dan wel goed een debat over kunnen voeren. Dat wordt steeds moeizamer.

Wat betekent het om bestuurder van een stadsdeel te zijn?  Voor mij is het belangrijk om zo goed mogelijk in verbinding te staan met bewoners. Daarnaast het handen en voeten geven aan je idealen en de wensen en noden uit de buurt. Als stadsdeelbestuurder heb je de unieke mogelijkheid om aan de directe leefomgeving van heel veel mensen te werken. En je krijgt impliciet met verkiezingen het mandaat om binnen je idealen de stad mooier en beter te maken. Het is dus echt met bewoners kijken hoe je dit zo goed en mooi mogelijk doet.

Een stadsdeelbestuurder is niet gekozen maar is aangewezen door ‘de Stopera’. Je bent ambtenaar. Hoe voelt dat?  Feitelijk ben je als stadsdeelbestuurder geen ambtenaar. Je bent in principe nog rechtelozer dan een ZZP’er. Maar benoemd of gekozen, je draagt gewoon bestuurlijke verantwoordelijkheid. In de vorige periode werd je gekozen vanuit de bestuurscommissie. Dat vond ik een beter systeem voor een directer mandaat van de kiezer. Maar uiteindelijk zit het hem in je opvatting van je rol en taak en vul ik dat vergelijkbaar in met een gekozen bestuurder. Ik sta pal voor de inwoners van Oost.

Wat betekent dat voor de relatie met de stadsdeelcommissie?  Volgens mij moet het dagelijks bestuur en stadsdeelcommissie in gezamenlijkheid oog hebben voor wat er leeft in Oost. Met elkaar in gesprek gaan en in debat gaan welke richting je op wil met het stadsdeel is een belangrijk doel. En dat eigenlijk op alle terreinen binnen de kaders die er zijn. De kaders bieden namelijk ruimte voor uiteenlopende ideeën.

Hoe was de relatie met de stadsdeelcommissie?  Ik vind de stadsdeelcommissie een belangrijke partner voor mooie gesprekken over waar je met het stadsdeel heen wil. Soms schuurt het, omdat je bestuurlijk uiteindelijk afwegingen maakt en een andere verantwoordelijkheid hebt. Maar ik heb altijd geprobeerd de stadsdeelcommissie net zo serieus te nemen als voorheen de bestuurscommissie, die vroeger moest instemmen in plaats van adviseren. Daarom heb ik bijvoorbeeld bij herinrichtingen in de openbare ruimte gezegd dat het dagelijks bestuur het advies van de stadsdeelcommissie meeweegt voor de definitieve besluitvorming. Dit zodat je vergelijkbaar met instemming komt te zitten, omdat ik het belangrijk vind dat onze volksvertegenwoordigers serieus genomen worden.

Wat kan er beter in het bestuurlijk stelsel?  Er kan heel veel beter in het bestuurlijk stelsel. Het huidige bestuurlijk stelsel hebben we te danken aan een aanpassing van een gemeentewet onder het kabinet Rutte met Wilders. Daardoor is de bestuurslaag van de stadsdeelraden met eigen verantwoordlijkheden, eigen taken en eigen budgetten verdwenen. In mijn optiek is dat juist een stap verder weg van de democratie en het bestuur dichter naar de burger brengen. In de vorige periode zijn, tot mijn verbazing, met D66 voorop de bevoegdheden van de stadsdeelcommissie grotendeels afgenomen en worden dagelijks bestuurders benoemd in plaats van gekozen. Wat mij betreft moet je wat kan zo dicht mogelijk bij de bewoners organiseren en daar ook de verantwoordelijkheden voor zowel de stadsdeelcommissie als het dagelijks bestuur organiseren.

Hoe functioneerde het bestuurlijk stelsel in Oost? Wat gaat er de volgende periode veranderen. Zijn dat verbeteringen?  Zoals je met elke verandering van bestuurlijk stelsel ziet, moet je uitdoktoren hoe de lijntjes dan lopen. In deze periode is de adviesfunctie van de stadsdeelcommissie zeker in begin moeilijk uit de verf gekomen. Hoe kwamen deze adviezen goed voor het voetlicht bij het college en de gemeenteraad? Dat zijn zaken die in het bestuurlijk stelsel zijn bedacht, maar waarvan de uitvoering soms een beetje achterwege blijft. Dus daar hapert het soms. We hadden verder volgens mij een vrij goede samenwerking tussen de stadsdeelcommissie en het dagelijks bestuur, waardoor de precieze formele kanten van het bestuurlijk stelsel wat minder belangrijk zijn en je vooral in verhouding tot elkaar het goed moet organiseren. Dat is redelijk geslaagd.

Waarom zijn voor de verkiezingen de vier delen van het stadsdeel samengevoegd tot één en wordt het daardoor buurtpartijen in de Indische Buurt en de Watergraafsmeer zo goed al onmogelijk gemaakt zetelt te veroveren?  Die gebieden zijn samengevoegd, omdat we in de praktijk toch zagen dat de gebieden eigenlijk te klein waren. Dat bijvoorbeeld als mensen verhuizen naar een ander gebied binnen het stadsdeel, ze dan een zetel moesten inleveren. Dit is waardoor bijvoorbeeld de SP de plaats heeft ingenomen van de VVD in de Indische Buurt en het Oostelijk Havengebied. Daarnaast moet je soms ook bredere afwegingen maken als stadsdeelcommissie over een groter gebied dan een van de vier delen. De keerzijde is inderdaad het moeilijker wordt voor kleinere groeperingen en lokale partijen om een plek te vinden in de stadsdeelcommissie.

Hoe probeer je als bestuurder zo toegankelijk mogelijk te zijn voor bewoners?  Iedereen die mailt of contact zoekt met mij, direct of via de stadsdeelorganisatie, daar maak ik meestal een afspraak mee. Ik vind dat leuk om te doen en ben heel blij dat het weer kan na corona, want dat heb ik echt gemist. Daarnaast ben ik natuurlijk veel in de buurt en op straat en spreken mensen me aan tot bij schoolplein aan toe. Juist die contacten zijn heel leuk en waardevol, omdat je dan op een vrije manier met mensen kan spreken over wat er bij hen leeft. Ook dat is belangrijke input voor hoe je handelt en het beleid. Ik reageer bovendien vaak persoonlijk op berichten op de gemeentepagina en op sociale media.

Kan dat beter?  We dragen uit laagdrempelig te zijn als stadsdeelbestuur en als stadsdeelorganisatie. Dat blijkt ook uit dat veel mensen ons weten te vinden, zowel ons als bestuurders maar ook onze gebiedsteams. Kan wellicht altijd beter, dus voor leuke suggesties houd ik me aanbevolen. Ik denk dat we in Oost echt wel bekend staan om hoe toegankelijk we zijn.

Er zijn maar weinig mensen die de namen van de stadsdeelbestuurder kunnen noemen. Ook niet van de leden van de stadsdeelcommissie. Waar ligt dat aan? Hoe kan dat verbeteren?  Ik denk dat het hem zit in dat de media zich vooral richten op wat er in de Stopera gebeurt, terwijl er zo veel belangrijks in de stadsdelen gebeurt dat bewoners direct raakt. Ik denk dat de wat actievere bewoner een stuk beter in staat is om namen te noemen. Al denk ik niet dat een namen-noem-wedstrijd de belangrijkste graadmeter is voor of de democratie op orde is. Mensen moeten weten waar ze terecht kunnen als ze ideeën, problemen of zorgen hebben. Die tevredenheid is veel belangrijker. Ik zit hier niet om beroemd te worden, al zou me dat wel helpen met mijn wens om ooit eens deel te nemen aan Expeditie Robinson.

Is het nieuwe bestuurlijk stelsel de oplossing voor lokale democratie?  ‘Nee.’

Hoe verhoudt zich dat ten opzichte van de vroegere stadsdeelraad? Wat zou een ideale oplossing zijn voor de toekomst?  Het gaat heel erg om maatwerk. Sommige zaken kun je natuurlijk prima in stedelijk verband organiseren. Wat heel gek was, waren de verschillen tussen stadsdelen op allerlei dienstverleningen. Daar kun je best een standaard op gaan voeren, maar uiteindelijk gaat het lokaal om wat heb je hier nodig op de Linnaeusstraat, wat heb je hier nodig aan welzijnsorganisaties in de Indische buurt, wat heb je nodig voor de jeugd op IJburg? Dat zijn lokale onderwerpen en dat moet je wat mij betreft dus ook lokaal organiseren.’

‘Als je dat lokaal organiseert, dan moet je dat doen met budget, met mensen, met verantwoordelijkheden en met volksvertegenwoordigers. In die zin voldeed het stadsdeelradenstelsel daar meer aan dan dat het nu doet. Wat mij betreft moeten we dus echt breder kijken naar een aanpassing van de gemeentewet. Het speelt natuurlijk niet alleen in Amsterdam. In plattelandsgemeentes heb je soms wijken die op 45 autominuten van elkaar afliggen. Dat zijn ook hele andere werelden waar één gemeenteraad zich toe moet verhouden. Volgens mij moeten we naar een modernisering van de gemeentewet die recht doet hoe je schaalgrootte combineert met oog voor bewoners en voor de lokale specifieke situaties.

Door naar de volgende bestuursperiode? Hoe werkt dat? Word je opnieuw benoemd?  Ik hoop de volgende periode door te mogen. Het is nog steeds een benoemde positie. Ik voel daarin voldoende vrijheid om mijn rol in te vullen voor stadsdeel Oost. Ik ben nu vijf jaar bestuurder en ik ben nog niet klaar. Veel mooie projecten zijn al afgerond, bijvoorbeeld de herinrichting van de Tilanusstraat, vergroening van veel plekken in Oost en het plein bij Winkelcentrum Brazilië. Ondanks deze projecten zijn er zeker binnen mijn portefeuilles meerjarige projecten waar we nog middenin zitten. We zijn pas net begonnen aan een fietsstraat maken van de Linnaeuskade, de herinrichting van de Weesperzijde, het leggen van het warmtenet in Middenmeer Noord. Ook Oost Begroot staat nog in de kinderschoenen. Dus het kost tijd voordat je echt een verandering in de stad ziet. Veel wat mensen zien van waarde van linkse en groene politiek moet nog verwezenlijkt worden. En genoeg ideeën voor volgende periode dus ik hoop dat de Oosterlingen me graag die tijd nog geven.