Van 5 tot en met 15 september, aan het begin van het theaterseizoen, vindt weer het jaarlijkse Amsterdam Fringe Festival plaats. Op 25 locaties worden 250 voorstellingen gespeeld. Er is theater, dans en performances van 57 nieuwe, vaak beginnende artiesten en collectieven. Er zijn maar liefst vijftig premières. In Oost wordt op vier locaties gespeeld; tijd om te gaan praten met Farnoosh Farnia, de artistiek leider van het festival.
Anne-Mariken Raukema
Bijna twintig jaar geleden ontstond het festival rond en in de rafelranden van het Nederlands Theater Festival. De term ‘fringe’ betekent letterlijk ‘rafelranden’. Farnia, voor wie dit de derde editie is als artistiek leider, licht toe dat die rafelranden zowel slaan op de locaties in de stad, dus niet in de bekende, grote theaters, maar meer in de wijken en op minder gebruikelijk ‘podia’. En het gaat ook om rafelranden van de kunst, dus geen gevestigde groepen, de mainstream, maar meer beginnende en onbekende spelers de ruimte geven.
Behoefte aan tegengeluid
‘Ruim zestig jaar geleden ontstond tijdens het gerenommeerde Edinburgh Festival de behoefte aan tegengeluid versus het establishment’, zegt Farnia. ‘In Amsterdam is het idee in 2005 geboren op de toiletten van wat nu ITA (International Theater Amsterdam) is, in de stadsschouwburg.’
Inmiddels worden in meer dan 300 steden wereldwijd fringe festivals georganiseerd. De rode draad is dat er ruimte wordt geboden aan ontmoeting, kruisbestuiving, experiment en verschillende soorten makers. Maar elk fringe festival is weer anders; Delft is niet vergelijkbaar met Amsterdam, Adelaide niet met New York. Onder de noemer ‘Best of Fringe’ worden onderling voorstellingen uitgewisseld, waardoor met minder middelen een groter publiek wordt bereikt. Dat is ook de reden waarom veel voorstellingen Engelstalig zijn, of zonder woorden, zoals dans.
Klein begonnen, maar snel gegroeid
Het Amsterdam Fringe Festival (AFF) begon klein, maar groeide snel uit met podia over heel Amsterdam. De grootste groei zit ‘m in de talentontwikkeling. ‘Corona heeft daar zeker een rol ingespeeld’, aldus Farnia. ‘Je zag theaters veilig programmeren na de pandemie, uit angst voor halflege zalen.’ Dus zette ze vooral haar eigen netwerk in als theatermaker: mensen uit de wereld van story telling, spoken word en bi-culturele makers. Alle fringe festivals doen aan open calls, om niemand bij de voordeur uit te sluiten.
Heldere criteria
Het AFF onderscheidt zich van andere fringe festivals door de talentontwikkeling. De open call wordt in medio december via de website en social media uitgezet en gegadigden kunnen zich tot eind januari aanmelden en een plan insturen. Dit jaar waren dat er vijfhonderd. De maanden februari en maart worden gebruikt om door vier medewerkers van het AFF deze allemaal te lezen en te selecteren. Om tot een goede keuze te komen zijn de criteria helder: diversiteit in genres, thema’s en soorten makers. Dus verschillend van leeftijd, opleiding, achtergrond en ervaring. Tenslotte wordt de mate van urgentie hoog aangeschreven en wordt veel waarde gehecht aan experiment.
Begeleiding met Engelstalige workshops
De geselecteerden – dit jaar ruim 55, dus er moesten zo’n 445 gegadigden worden afgewezen – worden gedurende vijf maanden intensief begeleid in de vorm van Engelstalige workshops. Dit om makers die nog niet lang in Nederland wonen niet uit te sluiten van deelname. Farnia: ‘Als je als artiest queer bent, kun je vaak in eigen land niets. Hier wel.’
In de workshops wordt ingegaan op hoe het AFF werkt, ook internationaal, je leert hoe het zit met subsidieaanvragen, marketing, hoe het professionele veld werkt en er zijn tips en trucs om social media in te zetten. Daarom noemt het Amsterdam Fringe Festival zich ook liever springplank dan eindstation. ‘Gemiddeld vijf jaar na optreden op het AFF, worden makers mainstream’, aldus Farnia. Zo is de winnaar van de prestigieuze BNG-theaterprijs begonnen bij Fringe hier en zien we nieuwe spelers bij gevestigde theatergroepen binnenkomen.
Sneak previews
Belangrijk hierin is ook de sneak preview, het voorproefje, dat scouts, programmeurs, curatoren en impresariaten in de kleine zaal van theater Bellevue aan het begin van het AFF krijgen. Vijftien keer kunnen ze steeds fragmenten van twee minuten zien van de voorstellingen en maken op grond daarvan hun keuze welke voorstellingen ze willen gaan zien.
Publiek en vrijwilligers
Het zijn veelal twintigers tot veertigers die de voorstellingen bezoeken; ze zijn nieuwsgierig naar nieuwe podia en makers, het is hun manier om de stad te ontdekken en bijzondere gebeurtenissen te beleven. Veel voorstellingen zijn Engelstalig; dat is een bewust keuze; het publiek is ook vaak nog niet lang in Nederland. Zo’n 40 procent van de voorstellingen is Nederlandstalig of heeft geen taal nodig, zoals dans of performances.
Veel vrijwilligers
Het werven van vrijwilligers is totaal geen probleem: integendeel. Zodra de oproep online wordt geplaatst stromen uit het hele land de aanmeldingen binnen. ‘We hebben echt een luxeprobleem. Mensen willen vaak zelf de richting van theater, dans of performance op. Ze komen interessante makers tegen, en hebben gratis toegang tot de voorstellingen.’ Ze hebben per festival negentig vrijwilligers nodig; er meldden zich meer dan honderdveertig aan.
Vier locaties in Oost
Het Markttheater speelt op beide zaterdagen (7 en 14 september) om 12.00 uur, 13.30 uur en 15.00 uur op de Dappermarkt. Farnoosh Farnia licht toe dat eerst de artiest wordt gekozen, en pas daarna samen naar een locatie wordt gezocht. Omdat Markttheater sinds kort een kantoortje op het Dapperplein heeft, lag de keuze voor deze markt voor de hand. De solospeler wilde heel graag een speelplek waar alle sociale klassen komen en koos zelf voor gratis voorstellingen. ‘Het enige wat je als publiek moet doen is zorgen dat je op tijd bent’, zegt Farnia.
In Nowhere, de thuisbasis van Poetry Circle aan de Madurastraat, is de voorstelling Leegstand te zien, een ongemakkelijke confrontatie met een hoofd dat al jaren niet meer leeg is of stil staat. Peer Roosen, de speler en spoken word artiest, volgde zelf lessen bij Poetry Circle en geeft daar nu ook les. Om te voorkomen dat deze voorstelling niet alleen maar ‘in eigen huis’ wordt gespeeld, is deze ook te zien in de Tolhuistuin in Noord.
Mezrab, het podium in Oost voor story telling aan de Veemkade, en waar veel Engelstalig publiek komt, wilde graag een keer een voorstelling die nu eens geen story telling was en Nederlandstalig. Christina Pfrötschner speelt er de voorstelling Als alles niet altijd zo mooi was, een performance over eten gecombineerd met kapitalisme. Het publiek proeft mee.
The princesses, tenslotte speelt in het Plein Theater. De Poolse poppenspeler Wojiech Stachura ging na welke poppen in ons land worden weggegooid en welke verhalen daarachter zitten. De voorstelling is speciaal gemaakt voor het Plein Theater en in samenwerking met buurtbewoners tot stand gekomen.
Door de bomen het bos
De website van het festival biedt een overzicht van alle voorstellingen, podia, makers, en dat over elf dagen. De kans dat je als geïnteresseerde het overzicht verliest bestaat. Dus geeft Farnia een tip: zoek een locatie in de stad waar je nooit eerder bent geweest. Dat kan een theater zijn, een kerk, een tuin. En kies daar een voorstelling waar je nieuwsgierig naar bent. Een tweede tip geeft ze ook: bezoek een (of meer) van de zes avonden in de kleine zaal van Bellevue, waar op de donderdag-, vrijdag- en zaterdagavonden gedurende het festival vanaf 22.30 uur een gratis variétéprogramma te zien is. Spelers van het Nederlands Theater Festival en het Amsterdam Fringe Festival worden uitgedaagd om een paar minuten op toneel iets totaal anders te doen dan ze op de festivals ten tonele voeren. Dat kan heel spannend en verrassend worden.