Ruim vijfendertig jaar woont kunstenaar Sigrid van Essel in Nederland, het merendeel daarvan in Amsterdam. Maar ze mist nog altijd de geborgenheid van de Zwitserse bergen, haar geboorteplaats Davos. Ze houdt van structuur die een stad als Amsterdam haar biedt en na de ontwikkeling van de IJoevers lang als onderwerp voor haar kunst te hebben gehad, heeft ze de laatste tien jaar veel het natte waterlandgebied ten Noorden van Amsterdam geschilderd. Ze vindt het een mooi, maar ook beangstigend landschap waar de invloed van de mens, de stad steeds groter en bedreigender wordt. ‘Hoe verhoudt de mens zich tot de natuur, dat is eigenlijk het centrale thema in mijn werk’.

Koos Spikker

Vanuit haar woning op het KNSM-eiland is ze met de pont vanaf het Azartplein in vijf minuten in haar atelier in Loods 150 aan de Zahmenhofstraat. Ze kijkt er uit op een oude scheepshelling, de fabriek Ketjen (vroeger Albermarle) en het IJ met haar oevers.

‘Nederlands is zo plat, zo wijds en kent weinig hoogteverschil. Daar moest ik erg aan wennen. Het uitzicht op de bebouwing aan het IJ, en het perspectief van de deels industriële bebouwing doorbreekt dat. Die structuren boden tegenwicht aan de leegte van het vlakke land en gaven me als het ware een beschermd gevoel. Tien jaar lang, onder andere in opdracht van stadsdeel Noord, schilderde ik de ontwikkeling van dit gebied. Een stad met een haven en het spectaculaire industriële karakter daarvan is ook heel inspirerend’.

Toch kon ze er niet omheen, het gevoel iets te moeten doen met de uitgestrektheid van het gebied ten Noorden van Amsterdam. Zo’n tien jaar geleden begon ze met haar schilderijen van het waterrijke, zompige en steeds meer veranderende landschap. Waar leegte nog altijd overheerst, maar de contouren van de stad steeds zichtbaarder worden.

´In de bergen is het perspectief duidelijk, je gaat de hoogte in, de lijnen zijn verticaal. Maar hier in het Waterlandgebied om Amsterdam is er geen hoogte, alles is wijds, de lijnen zijn horizontaal. Ik moest opnieuw uitvinden hoe ik me tot dat landschap verhoud, wat dat met me doet. Dát is eigenlijk het centrale thema van mijn werk. Ik ben geen activist, wil ook niet zozeer een boodschap overbrengen, maar wil dat mensen zélf nadenken over hun verhouding met de natuur. Een mooie uitspraak over het verschil tussen kunst en kitsch vind ik ´Achter Kitsch staat een uitroepteken, achter Kunst een vraagteken’. En dat is precies waar het om gaat. Ik maak geen leuke plaatjes, maar wil middels mijn schilderijen de aandacht trekken van de kijker, hem boeien en laten stilstaan bij wat hij ziet om er op een nieuwe manier naar te kijken. Ik wil dat een schilderij, zoals bij mijn serie ‘natte weilanden’ een vraag oproept: wat gebeurt hier, wat gebeurt er met het landschap, hoe ver grijpt de menselijk hand in op de natuur’.

Maar Sigrid is toch ook een activist, niet met haar schilderijen maar wel als het gaat om de ontwikkeling van het nieuwe Hamerkwartier. Sinds de scheepsbouw er verdween zijn er honderden ambachtelijke en creatieve ondernemers gevestigd, ook zij heeft hier haar atelier.

‘In een omgebouwde loods van de vroegere scheepswerf Verschure zijn nu nog betaalbare units in gebruik als werkruimte voor kunstenaars, maar die gaan plaats maken voor woningen als de nieuwe plannen eenmaal worden uitgevoerd. Het stadsdeel heeft gezegd van het nieuwe Hamerkwartier een creatieve, ambachtelijke wijk te willen maken: behalve woningen zijn er ook zeven ‘makershallen’ gepland. De vraag is hoe betaalbaar die zullen zijn’.

Met een aantal collega’s heeft Sigrid de stichting ‘Makers aan het IJ’ opgericht, waar in meer dan honderd creatieve ondernemers zich hebben verenigd. Inzet: ‘het nieuwe Hamerkwartier moet een levendige en levende wijk worden, waarin wonen en kleinschalige productiviteit samengaan. Een wijk die zijn verleden niet verloochent, maar zich vernieuwt met het behoud van het goede en bijzondere dat er al decennia lang is’.

Zoals het er nu uitziet kan het nog heel wat jaren duren voordat Loods 150 gaat verdwijnen. De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de huidige ontwikkelingsplannen nietig verklaard en door de vertraging die dat oplevert zullen we hier nog wel een jaar of vijftien kunnen blijven werken.

En plannen heeft ze nog genoeg. ‘De Volgermeerpolder ligt iets hoger dan het omringende gebied, je hebt er een fantastisch uitzicht. Ik blijf hier komen, het is er zo ongelooflijk mooi, de beelden zetten zich vast in mijn hoofd totdat ik zover ben dat ik er iets mee ga doen. Nu werk ik aan ´IJdoornpolder´. Vanuit een witte grondlaag breng ik meerdere lagen aan om dieptewerking te krijgen. Nu ga ik werken aan de donkere kleuren, contrasten, op de voorgrond. Maar het blijft voor mij de sport om het doek niet helemaal dicht te schilderen, het wit als het ware uit te sparen. Ik wil een atmosferische ruimte creëren, met afwisseling van licht en donker waarbij de voorgrond het donkerst is. De achtergrond, lucht, de horizon hoef je dan op het laatst eigenlijk niets meer aan te doen´.

‘Mijn wensdroom is mijn werk in een overzichtstentoonstelling te laten zien. De serie ‘natte weilanden’- waarvan de twaalf gemaakte ansichtkaarten in haar atelier hangen – is verkocht en ik zou ze graag in hun samenhang exposeren. Op dit moment is daar nog geen plan voor, maar wat zou het mooi zijn als dat op een gerenommeerde plek zou gebeuren. Twee van mijn schilderijen zijn vanaf 15 november in Arcam te zien en natuurlijk is ook mijn atelier te bezoeken tijdens de open atelierdag op zondag 27 oktober van 12.00 tot 17.00 uur.