Maud de Jong (13) was het afgelopen seizoen bij de D-junioren het snelste meisje aller tijden op de 1000 meter en behaalde het nationale record in een tijd van 2:55,15 minuten. Bij AV’23 heeft Maud vanaf de B-pupillen tot en met de D-junioren alle clubrecords op de middellange afstanden (600-1000 meter) in handen. Ze heeft thuis een prijzenkast vol bekers en medailles. Toch blijft ze bescheiden en hoeft ze met trainingen niet altijd voorop te rennen. Ze kan goed doseren en is zelden geblesseerd. Van toptalent Maud de Jong gaan we in de toekomst vast nog veel horen.
Atletiek | Monique Admiraal
‘Ik zit op atletiek sinds de mini-pupillen, toen was ik vijfeneenhalf jaar. Ik wilde graag op atletiek en we gingen bij AV’23 kijken. Mijn eerste trainer was Mathilde Bakker. Het was erg leuk bij haar, ze is heel goed met kinderen, vooral met kleine kinderen.’
‘Ik kan kiezen uit zes trainingen in een week. Vorig seizoen trainde ik maximaal vier keer per week en nu ga ik naar maximaal vijf trainingen per week. Ik kijk zelf of ik fit genoeg ben om een training te volgen. De zwaarte van de trainingen wisselt, dus daar hou ik rekening mee. Als ik een pijntje heb of het regent heel hard, dan ga ik niet trainen en werk ik aan school. Ik zit in de tweede klas van de tweetalige VWO op het Vechtstede College in Weesp. Het lukt me gelukkig wel goed mijn huiswerk te maken, ook al heb ik veel trainingen.’
‘Ik ga minimaal één keer in de week naar de algemene training van de D-junioren. Hoofdtrainer is Stella de Kruif. Op maandag krijg ik training van mama. Op dinsdag train ik bij AV’23 bij de loopgroep van Michael Weber of ik ga op woensdag naar de loopgroep van Lennart Hatenboer. Verder train ik buiten AV’23 twee keer bij RDRA (Rob Druppers Running Academy) in Nieuwegein, vaste trainingen die ik sowieso iedere week volg.’
‘De leukste training vind ik die op zaterdagmiddag, de algemene training met mijn groep. Het is gezellig en dan kan ik in de middag nog met vriendinnen afspreken. Woensdagavond looptraining bij AV’23 is ook heel leuk samen met mijn hardloopvriendinnen. De RDRA op zondag is een zware, maar fijne training, omdat die in de ochtend is. Door het rennen heb ik de hele dag een lekker gevoel. In de avond trainen vind ik lastiger, want dan moet je eerst warm eten. Dat valt soms zwaar en dan kan je niet lekker hardlopen.’
‘Ik ben beter geworden door de trainingen bij RDRA. Ik heb daar trainingsmaatjes die harder of even hard gaan, daardoor word ik meer uitgedaagd. Het loopprogramma is zwaarder dan bij AV’23, Ik heb qua lopen het meest geleerd van RDRA trainers Rob Druppers en Leen Born. De technische atletiek (alle andere onderdelen zoals verspringen, hoogspringen en werpen) heb ik vooral geleerd van Rochan Comello die een aantal jaar onze hoofdtrainer is geweest.’
Het beste onderdeel is de middellange afstand. Maud heeft clubrecords op de 600-1000 meter vanaf de B-pupillen tot en met de D-junioren. Bij de B-pupillen verbrak ze met trainingsmaatje Joris Mantel het meer dan dertig jaar oude clubrecord op de 1000 meter. Ze liepen beiden een tijd van 3,31 minuten. Maud heeft bij de C-pupillen een clubrecord op verspringen (3,49 meter) en bij de B-pupillen het gedeelde clubrecord op hoogspringen (1,15 meter).-
‘Ik denk dat mijn beste onderdeel de afstanden zijn van 800 tot 1000 meter. Op de meerkamp vind ik hoogspringen het leukste om te doen en dat gaat best goed, want de afgelopen wedstrijden is het me steeds gelukt om 1.45 meter te springen. Nu probeer ik de 1.50 meter te halen.’
‘Het meest trots ben ik op de tijd die ik heb gelopen op de 1000 meter bij de D-junioren, omdat dit een nationaal record is (2:55,15 minuten). Ik weet nog heel goed hoe het ging in die wedstrijd in Barendrecht tegen Kaate Mulders, mijn concurrente. In het begin was ik heel zenuwachtig, later zakte het, maar vlak voor de start was ik wel weer zenuwachtig. Tijdens het rennen van die race was het warm en mijn keel was droog. De strijd tussen Kaate en mij was echt spannend, want we wilden allebei erg graag winnen, maar op een gegeven moment heb ik haar ingehaald en toen kon ze mij niet meer bijhouden. Ik had het nationale record verbroken, maar ook Kaate was heel goed! Zij staat nu derde op de aller tijden lijst. Op de wedstrijd zelf kreeg ik geen prijs, maar van de club kreeg ik een mooie beker als beloning.’
‘Ik hoop dat ik over vijf jaar mee kan doen aan een Europees Kampioenschap op de 800 meter. En misschien iets later aan de Olympische Spelen. Hoe ik daar zou moeten komen, heb ik nog niet echt bedacht, maar ik vind het vooral belangrijk dat ik het leuk blijf vinden. Hopelijk raak ik niet geblesseerd en ga ik nog allemaal technieken leren en ook tactieken hoe ik een race moeten lopen. Je kunt wel blessures voorkomen als je weet wanneer je moet masseren en wanneer je moet koelen en zo. Gelukkig heb ik nog nooit een ernstige blessure gehad!’
‘Ik heb niet echt een held of idool, maar Sifan Hassan vind ik een sterke atlete. Het is heel knap dat ze de laatste ronde van haar race zo hard kan gaan, het lijkt alsof het haar geen moeite kost.’
‘Ik heb een hele sportieve familie! Mijn zusje Benthe zit op atletiek en is heel goed op de meerkamp. Mijn vader doet aan crossfit en mijn moeder heeft vroeger handbal en atletiek gedaan. Er waren veel gymleraren in mijn familie: Mijn opa, mijn moeder, mijn tante en mijn oom. Mijn moeder en tante zijn nu geen gymdocenten meer.
Ik heb een paar keer meegedaan aan de triatlon in Weesp. Om beter en sneller te kunnen zwemmen heb ik zwemles genomen, toen heb ik een keer de kindertriatlon gewonnen. Ik doe eigenlijk van alles, ik verveel me nooit! Ik hou van lezen, afspreken met vriendinnen, creatieve dingen doen en natuurlijk lekker veel sporten.’
‘De leukste wedstrijd vind ik de atletiekcompetitie met het team. Het is gezellig, je kunt verschillende onderdelen doen. Je kunt bij elkaar kijken en elkaar aanmoedigen. Het is leuk om naar atleten van de andere clubs te kijken.
De Keistadcompetitie in Amersfoort vind ik ook geweldig. Voor de CD-Junioren is het een competitie over drie afstanden (voor AB junioren en volwassenen gaat het om vijf afstanden), waarin je in series loopt puur gebaseerd op tijd en niet op categorie. In het klassement van dit jaar sta ik bovenaan. Ik heb al een 1000 meter gelopen, binnenkort volgt de 1500 en daarna nog een 800 meter.
Crosswedstrijden vind ik erg leuk om te doen. Het is buiten de baan en zwaarder omdat je in het bos en op zandpaden rent. Het is leuk om verder te gaan dan 1000 meter, je hebt meer uithoudingsvermogen nodig. Met AV’23 zitten we in een regionale cross en die heb ik meerdere jaren achter elkaar gewonnen. Door corona was er vorig jaar helaas geen cross, maar komend seizoen ga ik weer meedoen aan de regionale cross en aan het nationale crosscircuit.
De mooiste cross die ik gedaan heb, was in Netl, de wildste tuin. Daar werd in 2020 de NK-cross georganiseerd. Ik was toen als D1 junior vierde geworden bij de D-junioren meisjes!’
De kampen die AV’23 voor de pupillen en junioren organiseert, zijn fantastisch. Mijn beste vriendinnen heb ik ontmoet bij AV’23 en het is helemaal leuk als je met elkaar op kamp kunt gaan en mooie dingen meemaakt. Soms is het wel lastig om met mijn vriendinnen af te spreken omdat ik in Weesp woon, het is een beetje gedoe met reizen. Mama en ik hebben een Amsterdam fiets die bij het station staat, dat is wel handig om ergens te komen. Maar als het laat wordt blijf ik meestal bij een vriendin slapen.’
‘Ik heb heleboel mooie atletiekervaringen waarvan ik er al een paar heb verteld. Wat ik fijn vind, is dat ik steeds beter ben geworden en daardoor steeds belangrijkere wedstrijden kon gaan lopen. Maar er zijn ook andere dingen bij atletiek die heel leuk zijn om te doen. De afgelopen jaren ben ik in de zomervakantie naar de T&F (Training & Fun) atletiekkampen geweest. Je krijgt daar iedere dag drie tot vier trainingen en tussendoor kun je spelletjes doen of iets voor jezelf. Een jaar waren er veel kinderen van AV’23, maar dit jaar had ik afgesproken met meisjes die ik ken van andere clubs. Het is daar altijd heel gezellig, je kunt lekker sporten en trainen op atletiekonderdelen.