Terwijl stadsdeelbestuurder Zeeger Ernsting het jubilerende echtpaar Kok-Weijermans een mooie bos bloemen overhandigt, opent hun dochter Annemarie in de keuken een flesje champagne. Want vandaag is het precies 60 jaar geleden dat haar ouders in het huwelijk traden en dat moet ook deze middag al passend gevierd worden, ondanks dat het grote feest vanavond nog gaat komen.  

 Henny Reubsaet

‘Nee, bij onze bruiloft hebben we destijds geen champagne gedronken’, lacht meneer Kok. ‘Daar hadden we helemaal geen geld voor. Mijn schoonvader dronk nooit, maar hij heeft toen toch twee flessen jenever gehaald.’

Met ome Nelis op de accordeon
‘Ons bruiloftsfeest was in mijn ouderlijk huis in de Vierwindenstraat. Daar woonde mijn hele familie. Met die jenever en koffie en thee moesten we het doen. Het was heel gezellig hoor, met ome Nelis op de accordeon, dat weet ik nog’ vult mevrouw aan.
  

‘Gemaakt op ‘t Franse Kamp’
Beide echtelieden zijn rasechte Amsterdammers en kennen elkaar al sinds hun vijftiende. Al 67 jaar dus. Gek genoeg hebben ze elkaar niet in Amsterdam leren kennen, maar in Bussum. Op de Franse Kamp, een kampeerterrein. ‘Dat was opgezet voor Amsterdamse bleekneusjes, voor de oorlog hadden mijn ouders daar al een plekje. Eerst een tent, toen een legertent, en daarna een huisje. Ik ben gemaakt op ‘t Franse Kamp’, zeg ik altijd. Mijn zus is nu 84, en die heeft er nog altijd een tenthuisje. Zelf hebben we er ook heel lang gestaan, tussen mijn moeder en mijn zus in.’

Woninkje gekraakt

Toen ze trouwden in 1965 was er in Amsterdam een groot tekort aan woningen. Hun dochter en zoon zijn geboren in een ‘woninkje’ op het Vierwindeneiland dat ze gekraakt hadden. Ze hadden de sleutel gekregen van haar zwager toen hij daar wegging, maar de huisbaas was het daar niet mee eens omdat het niet volgens de regels was. Hij heeft toen hun deur opengebroken. Vervolgens zei de politie gelukkig dat ze er mochten blijven omdat zij de sleutel hadden en de eigenaar had ingebroken.   

Woning aan de Javakade
Na vier jaar konden ze naar een grotere woning verhuizen in de Rustenburgerstraat, maar daar werd mevrouw letterlijk ziek van heimwee. ‘Ik heb toen suiker gekregen en op doktersadvies zijn we toen kunnen verhuizen naar de Grote Bickerstraat. Daar hebben we heerlijk gewoond al die jaren tot ik de trappen niet meer op kon’. Meneer begint glunderend te vertellen hoe ze in 1998 aan hun huidige woning op de Javakade zijn gekomen. Hij was als werknemer bij de riolering betrokken bij de bouw op het Java-eiland en wist dat deze 50plus appartementen in aanbouw waren. Het verhaal komt neer op goede contacten onderhouden, vaker taart uitdelen, naar de bouwtekeningen vragen en duidelijk je wensen kenbaar maken. ‘Maar dat moet misschien niet in de krant want zo hoort het niet natuurlijk.’
  

Wallekant 
Meneer Kok heeft een mooie werkzame carrière in Amsterdam achter de rug. En dat terwijl hij op zijn zestiende van school is afgegaan om te gaan varen. Zijn eerste baan was bij de Koninklijke Hollandse Loyd, tot hij in dienst moest toen hij achttien was. Als scheepsjongen op onder andere de Gooiland heeft hij diverse landen in Zuid-Amerika bezocht. Al vertellend kijkt hij lachend naar zijn echtgenote. ‘Als ik ging varen stond zij aan de wallekant. Of niet.’  

Na zijn dienstplicht is hij terechtgekomen bij Centraal Vervoer in Amsterdam. In de avonduren heeft hij heel wat cursussen gedaan, zodat hij van garage-opzichter naar chef opzichter kon promoveren tot uiteindelijk het hoofd van het bedrijf. ‘Pap, je moet effe vertellen van het lease-bedrijf.’ Dochter Annemarie is duidelijk trots op de lange carrière van haar vader. Het blijkt dat hij voor alle auto’s van de gemeente toen een lease-organisatie heeft opgezet, dat later is uitgemond in Lease Plan. Hij was verantwoordelijk voor de planning en het onderhoud van het wagenpark.  

Roterende kop 
Door deze carrièrestappen is hij later voor Waternet en de Riolering aan de slag kunnen gaan. Weer op aandringen van zijn dochter vertelt hij over de onderscheiding die hij heeft gekregen omdat hij het werken bij de riolering door een uitvinding veel veiliger heeft gemaakt. Bij het schoonmaken van het riool kwamen onverantwoorde hoeveelheden asbest vrij, maar door een buis met een roterende kop met vier niveaus te ontwerpen om de aerosole zuil er niet uit te krijgen is dat verbeterd. ‘Hij kon vreselijk kwaad worden als zijn werknemers zonder goede bescherming aan het werk gingen.’ Ook mevrouw Kok is duidelijk trots op haar man. In één adem vertelt ze door dat er maar liefst driehonderd mensen kwamen op het feest bij Waternet toen hij met pensioen ging. 

Kunstzwemmen 
Zelf heeft ze ook niet stilgezeten in haar huwelijk. Ze heeft heel lang les gegeven in kunstzwemmen. Daar is ze bij betrokken geraakt toen haar dochter op zwemles zat. Die wilde na het zien van een demonstratie kunstzwemmen dat ook gaan doen. Vervolgens moest ze haar maar liefst vijf keer per week naar het zwembad in Diemen brengen om te trainen bij zwemvereniging De Meeuwen. Al ze er toch zo vaak moest zijn, kon ze zich er net zo goed nuttig gaan maken. 

Mevrouw Kok kon zelf wel zwemmen, maar niet zo lang onder water blijven als bij kunstzwemmen nodig is. Bij het lesgeven en het jureren haalde ze dus haar kennis uit boekjes. Daarnaast ‘kleedde’ ze de zwemsters. ‘Badjassen, trainingspakken, badpakken, mijn moeder maakte alles voor de zwemclub’  ‘Ik ben nu eenmaal coupeuse’, zegt mevrouw Kok alsof die inzet voor je sportclub als vanzelf is. Op haar beurt is ze weer trots op haar dochter die het nationale team haalde. 

De champagne is op, het wordt tijd om te gaan rusten. Weer energie opdoen voor het grote feest van vanavond.