Home IJopener Amsterdam komt ogen tekort

Amsterdam komt ogen tekort

0

Het was een loodzware beproeving voor het prille burgemeesterschap van Eberhard van der Laan in 2010, het misbruikschandaal bij kinderopvang het Hofnarretje. In de nasleep van dit drama werd een serie maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. Risicoprofielen kwamen in Amsterdam publiek beschikbaar en het vier-ogen-principe werd op kinderdagverblijven verplicht.

Ruben Cardol | Foto Björn Martens

De maatregelen vergroten de transparantie en zelfregulatie in de sector. Uit een aantal recente incidenten blijkt echter dat de maatregelen niet overal worden gevolgd. Op social media duikt een filmpje op van een stagiaire van opvanginstelling Kindergarden die met een bal een kind omgooit en doet alsof ze moet kokhalzen van een vieze luier. Mensen reageren verontwaardigd op het gedrag, maar vooral het feit dat niemand haar corrigeert valt op. Dit zou bij het vier-ogen-principe onmogelijk moeten zijn.

Dat dit principe onder druk staat, komt ook terug uit een enquête in opdracht van AT5. Zes van de 46 ondervraagde opvangorganisaties zeggen dat door personeelstekorten het vier-ogen-principe in het gedrang is. De sector verwijt de politiek gebrek aan realiteitszin bij de plannen voor gratis kinderopvang. Nu al vreest veertig procent van de Amsterdamse opvanginstellingen locaties te moeten sluiten vanwege personeelsschaarste. Zeven kinderdagverblijven zagen zich recentelijk nog genoodzaakt om lopende contracten met ouders te verbreken omdat zij de roosters niet rondkregen.

Gezocht: 180 extra opvanglocaties

Gratis kinderopvang zorgt volgens de prognoses voor een vraagtoename van rond de dertig procent. Landelijk betekent dit minstens 40.000 nieuwe medewerkers voor een sector die de roosters nu al niet kan vullen. In Amsterdam is er naast een tekort aan personeel ook weinig ruimte. De geschatte vraagtoename in de stad staat gelijk aan 180 nieuw te openen locaties. Jeanine Lemmens, bestuursvoorzitter van kinderopvangbedrijf Partou, riep afgelopen maart in een interview met het blad Management Scope de overheid dan ook op om de plannen voor (bijna) gratis kinderopvang per 2025 te heroverwegen.

Haar wens gaat in vervulling. In april dit jaar schuift het kabinet het plan voor gratis kinderopvang voor zich uit naar 2027. Dit gebeurt onder de noemer van personeelstekorten, maar het creëert ook lucht op de rijksbegroting. Door de stijgende lonen op de krappe arbeidsmarkt dreigt het plan naast lastig uitvoerbaar ook onbetaalbaar te worden.

De angst binnen de sector voor gratis kinderopvang is met de val van het kabinet verdwenen. Zowel de VVD als NSC, die op moment van schrijven (half november) aan kop gaan in de peilingen, kiezen in hun programma’s niet voor gratis opvang. GroenLinks-PvdA blijft voor gratis opvang, maar erkent dat dit alleen geleidelijk kan. Deze fusiepartij hekelt de invloed van private investeerders, zoals de investeerders achter Partou. De partij pleit ervoor om opvang van kinderen vanaf twee jaar voor zestien uur per week aan te bieden als publieke voorziening. De PVV heeft geen standpunt ten aanzien van kinderopvang.

Hoewel gratis opvang voorlopig van de baan lijkt, is een prijsplafond voor veel Amsterdamse ouders ook al een welkome verbetering. Niet alleen zijn de wachtlijsten in de Randstad het langst, Amsterdammers betalen gemiddeld genomen ook het meest voor kinderopvang. Uit onderzoek van BOinK (de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang) en het Waarborgfonds & Kenniscentrum Kinderopvang blijkt dat het gemiddelde tarief in de stad € 10,65 per uur is, ruim een euro boven het landelijk gemiddelde van € 9,59.

Keuze in de Indische Buurt

In de Indische Buurt lijkt er met tien opvanglocaties genoeg te kiezen, maar door de wachtlijsten is er van echte keuze geen sprake. Daarnaast is de helft van de locaties in de buurt in handen van het eerder genoemde Partou. Na eerder in buitenlandse handen te zijn geweest, is deze keten nu eigendom van de in Bussum gevestigde investeringsmaatschappij Waterland. Met meer dan 9.000 medewerkers vangt Partou landelijk ruim 65.000 kinderen op verdeeld over 700 locaties. De GGD heeft in het verleden de zorg geuit dat deze oververtegenwoordiging in Amsterdam op den duur ten koste van de kwaliteit gaat, omdat overstappen haast onmogelijk is. De Autoriteit Consument & Markt vond deze zorgen ‘aannemelijk’, maar concludeerde uiteindelijk dat er nog geen sprake is van een monopoliepositie.

De kwaliteit van de kinderopvang in de Indische Buurt doet op dit moment ook niet onder voor die in de rest van de stad. Wat betreft het zogenaamde risicoprofiel komen de tien opvanglocaties in de Indische Buurt grofweg overeen met het stadsgemiddelde. Eén locatie is rood, en één oranje. De andere acht locaties scoren geel of groen, wat duidt op geen of lichte zorg over de actuele situatie. De kabinetsformatie moet uitwijzen hoe de toekomst van de kinderopvang er in Amsterdam uit komt te zien. Krijgt GroenLinks-PvdA een stem in de coalitie of kiest een centrumrechts kabinet voor verdere versobering van de opvang als publiek gesubsidieerde voorziening?